In Fausts computer wordt mooi gezongen
Iets virtueels had ik uit de koker van La Fura dels Baus wel verwacht, maar dat dat in hun nieuwe Faust bij De Nationale Opera gepaard ging met voetballers, grote borsten en een rosse buurt, werkte wel wat bevreemdend. Gelukkig was er vocaal geen kortsluiting.
Meer dan veertig jaar was Charles Gounods opera Faust (1859) niet te zien bij De Nationale Opera in Amsterdam. Je zou zeggen dat de opera na zo’n lange afwezigheid genoeg heeft aan een productie die het verhaal rechttoe rechtaan vertelt, maar dat leek regisseur Àlex Ollé van het Catalaanse theatercollectief La Fura dels Baus geen goed idee, blijkens de première van zijn Faust op zaterdagavond 10 mei in Amsterdam.
Bij Ollé is Faust een professor die de leiding heeft over een gigantisch computerlaboratorium, dat al bij binnenkomst ijverig algoritmen staat te verwerken. Deze Faust wil niet jong worden en van het leven genieten (al zingt hij dat wel), nee, hij wil zijn supercomputer humaniseren. Hij wil naast ratio ook emotie, passie programmeren.
Op die wens verschijnt Méphistophélès, die hier (natuurlijk) niet echt de duivel is, maar een projectie van Faust, de duivel in hem, de motor van zijn verborgen verlangens. Samen met dit duivelse alter ego duikt Faust in zijn eigen computer, waar hij aan den lijve ontdekt hoe de hardware eruit ziet van zo’n machine waarin ratio en emotie proberen te balanceren.
Tot zover prima. Het idee ontbeert de romantiek van het jong willen worden, maar een geheel onlogische vertaalslag naar het heden is het niet, aangezien we tegenwoordig weinig meer op hebben met de duivel en alle andere religieuze verwikkelingen waar Gounod van verhaalt.
Helaas kreeg ik het gevoel dat de inspiratie van Ollé en zijn team hier ook ophield. Want wat volgde, was een reeks chaotische scènes, waaruit niet veel meer duidelijk werd dan dat die ‘verborgen verlangens’ van Faust vooral te maken hadden met voetballen, feesten en seks, gelet op het rijkelijk aanwezige voetbalteam en het grote aantal wulpse, royaal geschapen vrouwen/poppen, die voortdurend door het ‘red light’-decor hosten.
Ondanks dat de regisseur met keigrote letters op een videowand op de achtergrond toelichtingen gaf bij het geheel, riep de enscenering bij mij vooral vragen op en kon ik niet ontdekken wat nu de toegevoegde waarde was van dit concept. Temeer omdat de hoofdrollen er qua regie bekaaid vanaf kwamen. Het personage van Faust bleef in mijn ogen aan de oppervlakte en Méphistophélès was eerder een ploert voor wie alles één grote grap was dan een dreigend, berekenend en machtig persoon. Totaal karakterloos.
Gelukkig weekte de indringende liefdesgeschiedenis tussen Faust en Marguerite – en de inbreng van Siebel en Valentin daarbij – zich gaandeweg wel los van al deze gekkigheid, zodat je hun verhaal redelijk ‘ongestoord’ kon volgen. Dat gold vooral in de laatste twee akten, waarin ook het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder Marc Minkowski op dreef kwam, met onder meer een felle, scherpe Walpurgisnacht en een welluidende finale.
Minkowski was de avond wat wispelturig begonnen. Bij vlagen haalde hij sublieme kleuren uit het orkest, maar zijn tempi waren soms merkwaardig langzaam. Bijvoorbeeld in de grote tenoraria ‘Salut, demeure chaste et pure’. Daarin vertraagde hij zodanig dat ik dacht dat hij ingedut was, de arme Michael Fabiano de kans ontnemend om in een vloeiende lijn naar zijn (toch nog voortreffelijke!) hoge c toe te zingen.
Fabiano wist zich echter wel te redden en gaf het sterkste vocale optreden van de avond. Zijn robuuste stem domineerde de scènes en zijn uitspattingen in de hoogte hadden een zeldzame kwaliteit. Duidelijk een stertenor ‘in the making’, die binnenkort alleen nog maar bij de grootste operahuizen zingt.
Marguerite was eveneens opperbest bezet, met de Russische sopraan Irina Lungu. Zij wendde haar heerlijk rondzingende stemgeluid aan voor een doorleefde vertolking van haar partij. Aan emotie geen gebrek.
Mikhail Petrenko vond ik niet volledig overtuigen als Méphistophélès. Dat zal deels komen door het wat lachwekkende figuur dat de regisseur van hem had gemaakt, maar ik miste ook gewicht in zijn stem. Zijn bas is riant, maar blaast je, zeker in de laagte, niet van je stoel. En dat is toch waar ik een beetje op hoop bij een Méphistophélès.
Marianne Crebassa was een luxe cast voor de rol van Siebel. Met haar grote, diepe mezzo is de jonge zangeres de rol al bijna ontgroeid. Florian Sempey zong een uitstekende Valentin – wat braaf in zijn présence, maar ferm in zijn zang – en Doris Lamprecht was een werkelijk ideale Marthe.
Het koor van De Nationale Opera leverde, ingestudeerd door toekomstig artistiek leider Ching-Lien Wu, prijzenswaardig werk. Het ‘soldatenkoor’ in de vierde akte stond als een huis en ook de andere inbreng was zeer strak verzorgd.
Het premièrepubliek gaf de zangers en de musici van het Rotterdams Philharmonisch een genereuze ovatie. Bij het regieteam klonk boe noch bravo. Of dat betekent dat ik de enige was die zich aan de enscenering stoorde of dat het concept het publiek gewoon onverschillig liet, mag u zelf zeggen. Of op een later moment beoordelen…
Faust is nog tot en met 27 mei te zien in Nationale Opera & Ballet in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.
36Reacties
Ben het niet helemaal eens met deze recensie, ik vond het einde een grote anticlimax tegenover al het moois in de andere scènes (inderdaad de voetbalhooligans niet zo interessant, de barbiepoppen des te meer, wat een fantastische plastic kostuums!).
Marguerite had in de finale veel overtuigender uit volle borst moeten zeggen “nee! ik kies voor het goede en niet het kwade”, met veel meer passie. Het doden van haar baby ging me ook veel te makkelijk, er was geen gekte in haar te bespeuren, terwijl ze toch echt wel volgens het verhaal ‘waanzinnig’ zou moeten worden. We vergeten vaak dat Marguerite niet alleen een lyrische rol is, maar veel meer een dramatisch geluid vraagt in het zwaardere einde. In Duitsland begrijpt men dit beter.
De tenor vond ik prachtig, wat een vrij geluid! de duivel was een lompe bas, dus eigenlijk best goed gecast. Siebel had een tong die 10x te groot was voor dr mond, waardoor haar mooie stem niet vrij klonk, maar alsof er een homp vlees in dr keel dwars zat of alsof ze met dr mond vol zong.
Voor de rest een aanrader, leuk dat het zo geënsceneerd werd in een rosse buurt. De geprojecteerde teksten mogen nog een keer door de spellingscontrole, eerste ‘Marguerite’ en dan ‘Margarite’?
Op basis van deze recensie wordt mijn enthousiasme om deze voorstelling te bezoeken er niet groter op. BLijft toch het probleem in Amsterdam: altijd maar proberen opera’s naar andere tijden te vertalen in vaak krankzinnige regie’s en nietzeggende decors. Jammer. Heb vorige maand deze opera nog gezien in Londen in de grandioze regie van McVicar en met sterren als Yoncheva, Calleja, Terfel en Keenlyside. Ga overigens wel al is het alleen maar om Fabiano te horen.
Wat een teleurstelling deze voorstelling .Had me er zo op verheugd.
eindelijk weer eens Faust te zien in Amsterdam veel te lang geleden van af 1969 alleen wat jaartjes terug concertant in de Doelen Rotterdam.
Ook de Matinee heeft Faust vergeten.
Nu dit was walgelijk een faust die al jong was aan het begin een computer bedrijf leidend, wat heef dit met Faust te maken? een Siebel die haar aria zingt met een mobiele tekefoon aan haar oor. Dan die voetballers,het ging alleenmaar ok de feesten en de seks. waar slaat de rosse buurt op?
een Mephisto die je absoluut niet van je stoel blaast.Geen echte bas geen sonoor geluid. Een sopraan zonder coloraturen vlak zingend.
Alleen de kerkscene was zeer indrukwekkend van haar niet door de zang maar wel het spel.
Waarom men naar deze Faust MOET is alleen om de tenor Michael Fabiano. wat een pracht stem, deze krijgen we nooit meer tehoren in Amsterdam vrees ik daar hij binnenkort in alle grote operahuizen ter wereld zal staan. Geweldig wat een stem Ga alleen DAARVOOR!!!
een dirigent s die alles door zijn trage tempi omzeep helpt, zelfs de grote aria van Faust Salut…
werd door zijn tempi heel zwaar voor de tenor en onbegrijpelijkl dat hij nog zo vol zijn hoge C eruit haalde, door dit gebeuren was het applaus erg lauw verdiende zeker meer.
Waarom de Rotterdammers zitten in de orkestbak hebben een schitterende eigen dirigent Yannick-Nezet=- Seguin die pas nog een fraaie Faust dirigeerde aan de Met onbegrijpelijk.
Hou er mee op maak me alleen maar kwaad.
Heb nu voor de tweede keer deze voorstelling gezien en ik ben juist bijzonder onder de indruk van het Rotterdams Philharmonisch Orkest olv Marc Minkowski. Prachtig hoe er wordt gemusiceerd. De tempi storen mij in het geheel niet, maar misschien heb ik een ander referentiekader. De stemmen vind ik allemaal goed, al heb ik soms wat moeite met de Franse dictie van Fabiano en Petrenko.
De enscenering vind ik indrukwekkend, al waren er momenten in de Walpurgnisnacht die wat mij betreft achterwege konden blijven. Al met al een prikkelende avond en veel stof tot nadenken.
“AL ZINGT HIJ DAT WEL”
De regiewaanzin regeert onverminderd voort in Amsterdam. Een “spektakel” uit de koker van Ollé dat kant noch wal raakt, met ondersteunende muziek van Gounod. Er staat een opmerkelijke zin in Jordi’s doorwrochte recensie: “Deze Faust wil niet jong worden en van het leven genieten (al zingt hij dat wel)”. AL ZINGT HIJ DAT WEL! Als je daar eens rustig over nadenkt, realiseer je je de complete waanzin achter een dergelijk “concept”, realiseer je je de diepe minachting voor componist, realiseer je je de verontrustende voor-zoete-koek-slikkerij van een “jong en modern publiek”.
In termen van voetbalhooligans: Audi, neem (nu eindelijk eens) je rotzooi mee!
In beschaafdere bewoordingen heeft Sir John Tooley, die het Royal Opera House leidde in de bloeiperiode 1970-1988, zich onlangs in Opera Magazine uitgelaten over het hellende vlak waarop de mondiale opera zich bevindt: “There seems to be a somewhat useless quest among directors for novelty and something alternative at any price. I wish managements could get directors and designers away from the idea that somehow or other they’ve got to do something different.”
Vooralsnog een ijdele hoop, vrees ik.
Deze Faust heb ik niet gezien, dus daar spreek ik me niet over uit.
Altijd ‘nieuw’ en ‘verschillend’ willen doen ’ten alle prijze’ is misschien verkeerd maar anderzijds mag men er ook niet van uitgaan dat ‘nieuw’ en ‘verschillend’ ALTIJD verkeerd is…
UIt Fausts computer klinkt bloedstollend mooie en temperamentvol muziek, uitermate fraai gespeeld door het Rotterdams Philhamonisch Orkest!
Fabuleuze Fabiano, onvolprezen Rotterdams Ph. Orkest en operakoor, glanzende Marguerite en Siebel, toneelbeelden wellicht niet stijlgetrouw maar wel stijlvol. Dictie frans inderdaad hier en daar voor verbetering vatbaar, bv. `maman` als `ma main` en `Louis` als `lui` wordt bedoeld maar dat valt overal ter wereld te constateren. Storender vond ik Méphistofélès’ micro-microfoontje. Begrijp dat zoiets nodig k a n zijn bij bv. die kruisscène maar het blijft in mijn ogen voor een operazanger in het operatheater een Fremdkörper.
Zondagmiddag 18 mei ’n teleurstellende Faust gezien en gehoord. De uitvoering enkele jaren geleden door Opera Zuid had mi meer kwaliteit. Vreemde regie met heel veel onnodig (en kostbaar?) spektakel. Wel fraaie stemmen, in het bijzonder Florian Sempey (Valentin) en Marianne Crebassa (Siebel). Petrenko als Mephisto had mi nog ‘zwarter’ mogen klinken. Michael Fabiano (Faust)moet zuiniger zijn op zijn mooie stem. Zó doorgaan zal een snel einde van zijn carrière betekenen. Irina Lungu, zong heel mooi. In zijn reactie schrijft de heer Chris Horsmeier (hierboven), dat de Matinee Faust is vergeten. Niet helemaal waar natuurlijk. In oktober 1972 ging de Faust in het Concertgebouw onder leiding van Roberto Benzi en met een zeer indrukwekkende cast en de fraaiste Mephisto die ik ooit hoorde, namelijk Roger Soyer.
Over de Matinee schrijvend: zaterdagmiddag 17 mei ging in het Concertgebouw Dvorak’s Rusalka. ’n Schitterende concertante uitvoering van een weinig bekende opera. Het orkest (radio filharmonisch) speelde de sterren van de hemel onder leiding van een geweldige dirigent James Gaffigan. Solisten: zeer goed.
PS (dictie)
Voor de goede orde: ik heb de grootst mogelijke bewondering voor duizendpoot operazanger voor wat hij allemaal moet kunnen, weten, aan-, bij-, afleren, opbrengen, zich ontzeggen. En tijdens de voorstelling moet presteren om zich enigszins tevreden af te kunnen schminken.
Opmerkelijk hoe deze productie de meest uiteenlopende reacties teweegbrengt. Misschien is ie alleen al om die reden geslaagd. Zelf vond ik het entertainment van de bovenste plank, al wil ik daarbij direct toegeven dat ik met mijn 62 jaar en nog maar 29 jaar operaervaring vermoedelijk nog steeds behoor tot het jonge en moderne publiek dat alles voor zoete koek slikt. Wellicht, als ik tijd van leven heb, tred ik ooit nog toe tot het selecte gezelschap van de ware kenner, wie weet.
Zo mag U zeker niet denken! Wat is kennis? Die hebt U hoedanook zeker -op Uw manier- in die 29 jaar opgedaan! En daarbij, iedereen heeft, met zijn zogezegde meer of mindere kennis, het recht een productie te beoordelen! Het is net goed dat U zowel van ‘klassieke’ als van ‘moderne’ produkties kunt genieten (veronderstel ik), U mag dat zeker niet beschouwen als ‘voor zoete koek slikken’ ; genieten is genieten, punt! Ga dus vooral niet behoren tot ‘het selecte gezelschap van de ‘ware’ (?) kenner’, of U gaat ook op alles beginnen te vitten, wat alleen Uw pret kan bederven!
Gisteravond deze voorstelling gezien. In muzikaal opzicht een prachtige uitvoering. Fabiano is een ster (in wording) en zal waarschijnlijk niet gauw meer in Amsterdam verschijnen.
Maar daar is dan ook alles mee gezegd. De malle decors en kostuums én het totale gebrek aan regie doen deze voorstelling de das om.
Storend vond ik dat zowel Petrenko als Fabiano voorzien waren van mini-microfoons. Ik blijf dat vreemd vinden in de operawereld.
De muziek in deze opera is fantastisch en is wat mij betreft de grote ster van de avond. Daarnaast waren de vrouwenstemmen uitstekend bezet. De zangers bleven daarbij een beetje achter, met name de duivel. De tenor maakt indruk met zijn hoge C maar de rest van zijn stem miste glans en lyriek. Zijn stem was door de versterking ook wat blikkerig.
De regie daarentegen was, ondanks de overdonderende beelden en ingewikkelde techniek, zwaar onder de maat. Vrijwel nergens sloot de regie aan bij wat er dramatisch op het toneel gebeurde of zelf eenvoudige handelingen zoala het omdoen van een collier terwijl op dat moment over een armband wordt gezonden. Sleutelmomenten zoals de aria van Valentin (gestoken in Robocop outfit), de transformatie van Marghuerite van meisje tot vrouw, de liefdesverklaring van Siebel (bij een bordeel) enzovoorts kwamen zo totaal niet tot het recht.
In feite stond de regie alleen maar in de weg, en leek het meer op een reeks prikkelende losse beelden onder een journaalitem zonder verband met het onderwerp. Daarnaast opende de voorstelling met enkele geprojecteerde teksten in steenkolen Engels, waarschijnlijk vertaald door Google translate. Je kunt daar overheen stappen, maar als je intellectueel hoog opgeeft van je concept, mag je ook wel zorgen dat je teksten kloppen. Leuk als schouwspel allemaal, maar qua operaregie amateuristisch.
Ook met de beste wil van de wereld was het verhaal van de opera niet in verband te brengen met het ‘concept’; een soort mengelmoesje was van ‘Tron’, ‘The Matrix’ en ‘Weird Science’. Was zoiets 20, 30 jaren geleden nog leuk en vernieuwend, nu is het gemakzuchtig en oubollig.
@stefan caprasse “Ga dus vooral niet behoren tot ‘het selecte gezelschap van de ‘ware’ (?) kenner’, of U gaat ook op alles beginnen te vitten, wat alleen Uw pret kan bederven!”
Het is een misverstand dat als je kritiek hebt op een voorstelling dit genieten in de weg zit. Heel veel zangers en koorleden hebben dit ook toch zetten zij zich elke keer weer enthousiast in ook al zien zij de liefde en kennis die zij hebben voor het materiaal niet altijd terug bij de regisseur. Persoonlijk vind ik dat er veel te weinig kritiek is op wat DNO laat zien.
@Laurens van der Klis: Wat ik zei was enigszins ironisch bedoeld.
Natuurlijk staat kritiek genieten niet in de weg! (en heb ik niets tegen ‘kenners’) Ik wilde alleen maar tegen mv (of mr?) Leendert zeggen dat als zij persoonlijk van de voorstelling genoten heeft, zij zich niets moet aantrekken van de mening van anderen, ook niet van die van de ‘kenners’. Ik merk namelijk dat er heel vaak (verkeerdelijk!) zo geredeneerd wordt :”Ik heb er van genoten maar de kenners breken het af, dus zal ik er wel niets van kennen”. Integendeel dus, elke mening is persoonlijk en als men geniet, des te beter!
Met voldoening lees ik Han Vis’opmerking over microfoontjes want het kan niet genoeg herhaald worden: die versterking zal uiteindelijk leiden tot de teloorgang van de live operazangkunsttechniek. (Als het vermogen tot projectie van de stem tot achter in de zaal overbodig gaat worden haak ik af. Bij opera op tv is dat nu al het geval, zodra ik die vermaledijde dingen ontwaar.)
Hoewel het niet bon ton is om zich uit te spreken in vrij absolute bewoordingen (alles is immers “relatief”, aldus waant men zich verlicht), denk ik dat de notie “echte operaliefhebber” zeker bestaansrecht heeft. Ik versta daaronder degene die zich primair tot de opera voelt aangetrokken door de creatie van de componist, uitgevoerd door zangers en andere musici. Het muziektheateraspect verschaft een belangrijke meerwaarde en de hiervoor benodigde regie dienst steeds in dienst te staan van het muzikale meesterwerk, de schepper en de uitvoerenden ervan.
Zoals vele regietrash-producten werkt ook deze Faust-regie in dit opzicht contraproductief en is zelfs aantoonbaar in strijd met de onlosmakelijke twee-eenheid compositie-libretto. Het “moderne” operapubliek is dermate gebrainwashed -en dermate bevreesd om voor “conservatief” te worden versleten- dat men inderdaad kan spreken van voor-zoete-koek-slikkerij. Het gaat niet om pseudotegenstellingen als “wel stijlvol-niet stijlgetrouw” of “klassiek-modern”. Het gaat om de treurige degradatie van de kunstvorm opera waarin een hersenspinsel van een regisseur centraal staat, en de opera zelf als muzikale omlijsting wordt gezien. Inderdaad, Faust van Ollé, met muziek van Gounod. Het meeliften op het genie van de operacomponist (lijken pikken is ook een goede term) is voor veel regisseurs waarschijnlijk de enige methode om aan de bak te komen. Dat dit boerenbedrog voor zoete koek geslikt wordt, heeft ongetwijfeld te maken met een gebrek aan historisch (opera)besef van de heilige koe van de 21e eeuw: het nieuwe, jonge, frisse maar helaas o zo ondeskundige publiek. De ongelofelijke en tenhemelschrijende humbug die regisseurs in programmaboekjes en interviews verkopen, wederom voor zoete koek geslikt, maakt de treurigheid van het geheel compleet.
@stefan caprasse
Het is zeker niet de bedoeling om iemands plezier te bederven of te misgunnen. Maar toch, ik heb deze productie nu twee keer gezien en de tweede keer eens rondgevraagd naar wat toeschouwers ervan vonden. Het viel mij op dat de meest genoemde boeiende momenten, die waren waar de regie wel enigzins ergens op sloeg en de muziek en zang vrij dus naar voren konden komen. Vragen die verband hielden met het concept bijvoorbeeld “Waarom had de sopraan blauw haar?” werden niet beantwoord of de haarkleur was niet opgevallen. Ik vind dat ook als je iets goed vind je het moet kunnen onderbouwen als je in discussie gaat. Anders het ook flauw en ontrecht om kenners steeds tussen aanhelingstekens te plaatsen als kritiek je niet bevalt.
Er is kritiek en er is gescheld. Kritiek is prima en iemand die de moeite neemt om op dit forum, of ergens anders, zijn kritiek te onderbouwen verdient respect. Gescheld is iets anders. Gescheld op “klapvee” en jong, ondeskundig en gebrainwashed operapubliek dat er zo ongeveer de schuld van krijgt dat “Audi en zijn rotzooi” in het zadel blijven, daar heb ik geen enkel respect voor. Dat vind ik grof en onfatsoenlijk. Flauwekul bovendien. Moet men soms deskundig wezen om een stap over de drempel van het Muziektheater te mogen zetten? Of oud en der dagen zat? En wat is dat, deskundig? Eerst examen doen, of hoe stelt men zich dat voor? Beste iedereen, uiteindelijk is opera ook maar gewoon entertainment. Dat was vroeger zo, en dat is nog steeds zo. Gelukkig maar.
@ Olivier Kegel
Deels geef ik U gelijk, maar ik vind dat U toch teveel veralgemeend.
Er zijn wel degelijk ‘moderne’ regisseurs, die soms ‘ver’ gaan maar (volgens mij) toch een interessante en visueel mooie visie op een werk kunnen geven. Maar natuurlijk moeten ze ergens wel bij het onderwerp blijven. Faust moet blijven over Faust gaan. Ik heb deze Faust niet gezien, dus daar spreek ik me niet over uit. Ik geef toe dat een regisseur van mij soms ‘ver’ mag gaan, als daar een logisch idee achter zit en het visueel mooi is weergegeven en vooral als het MIJ PERSOONLIJK bevalt. Want daar zit het hem ook: heel veel zo niet alles hangt of van de (soms heel persoonlijke) smaak van de waarnemer. Ik durf mezelf toch wel een ‘lange ervaringskenner’ te noemen, ik slik zeker niet eender wat ‘voor zoete koek’ maar wat me bevalt of niet, hetzij als het heel ’traditioneel’ is (want dat mag ook als het goed gedaan is), hetzij als het (heel) ‘modern’ gedaan
is, hangt grotendeels zo niet helemaal af van mijn persoonlijke smaak, ook al zijn een (groot) deel van de critici een andere mening toegedaan.
Om ironie te kunnen begrijpen komt de vaardigheid van nauwkeurig kunnen lezen vaak heel goed van pas. “Audi en zijn rotzooi” was een knipoog naar de nadrukkelijk in diezelfde passage vermelde voetbalhooliganstaal. Jammer dat men niet inhoudelijker reageert op de in mijn laatste bijdrage beschreven verhouding tussen componist, muziek, uitvoerenden en regie. Vroeger weerde de heer Surdèl (zegt die naam de lezers nog iets?) zich danig op deze pagina’s. Het scheiden van hoofd- en bijzaken en het ontmaskeren van ongeldige redeneringen en onterechte aannames was bij hem in uitstekende handen. Maar hij heeft de handdoek gegooid: begrijpelijk, maar toch jammer.
Revenons a nos moutons: ik ben het eens met de heer Caprasse, er zijn “moderne” regisseurs die de opera op hun geheel eigen wijze vormgeven zonder componist, muziek, uitvoerenden en publiek te schofferen. Een van de beste voorbeelden: Frank Van Laecke.
@ Olivier Kegel
C’est le ton qui fait la musique, om het ook eens in het Frans te zeggen. Het aanhoudende gemopper van uw kant over klapvee, jong en ondeskundig publiek dat gebrainwashed is en alles voor zoete koek slikt irriteert mij in ieder geval mateloos en leidt de aandacht af van de meer inhoudelijke kant van uw betoog (waar ik overigens ook niet echt van onder de indruk ben). Veel geschreeuw (treurige degradatie van de kunstvorm opera, hersenspinsel van een regisseur, lijken pikken, boerenbedrog, ongelofelijke en tenhemelschrijende humbug, enz.) en weinig wol. Misschien tijd om het voorbeeld van de heer Surdel te volgen? Voor mij hoeft u het overigens niet te doen, ik houd het op dit forum verder wel voor gezien.
Du choc des opinions jaillit la vérité, toch?
Hoe verschillend wordt een voorstelling beleefd. Ik heb een fantastische avond beleefd. Een theatervoorstelling pur sang.
Natuurlijk, je kunt over de enscenering van alles vinden, maar een spektakel is het wel met verrassende effecten. Wel erg druk met die vervelende grote letters op de achtergrond. maar in zijn geheel spannend om naar te kijken.
En ja, de regie en interpretatie van het verhaal. het deed mij niks. Je moet gewoon je eigen regie voeren en genieten van die prachtige muziek in die in dat opzicht zeer hoogwaardige uitvoering. Ook de directie van Marc Minkowski vond ik fantastisch. Het soms langzame tempo verhoogde m.i. de spanning werkte soms versterkend en verfrissend.
Het prachtig spelend Rotterdams Philharmonisch Orkest en het koor van de Nationale Opera maakte het feest compleet. Bovendien, de meest complete uitvoering, inclusief ballet die ik sinds de Vara-matinee begin jaren `80 heb meegemaakt
Over de solisten is al genoeg gezegd. Over de gehele breedte, fenomenaal! En inderdaad, zonder de andere solisten tekort te doen, Fabiano moet je hebben gehoord.
Gezien op 23 mei.
@ Leendert: altijd jammer, vind ik, afscheid te moeten nemen van verwanten – wat wij operagekken, hoe ook gebekt, in zeker opzicht toch van elkaar zijn.
Laten we zuinig zijn op elkaar in deze – excusez le mot – popmuzieke wereld.
SPANNEND OM NAAR TE KIJKEN! “Een spektakel is het wel,” zegt meneer Van Olffen. “Spannend om naar te kijken” en “de regie en interpretatie van het verhaal, het deed mij niks. Je moet gewoon je eigen regie voeren en genieten van die prachtige muziek.” Ik denk dat dat een heel verstandige insteek is: vergeet elke relatie tussen wat er te zien en wat er te horen is. Luister naar de muziek en neem naar believen bij tijd en wijle een portie visuele stimulantia. De ultieme clip. Zo komen we er wel!
@Kersten: Ja, wat moet ik zeggen? Ik vind dit forum wel een beetje heel erg mopperclubje (geldt niet voor iedereen, hoor!) en ik voel me daarin niet zo thuis. Gemopper op Audi, gemopper op de programmering, gemopper op de regie, zelfs gemopper op het publiek, op een gegeven moment beleef ik er domweg geen genoegen meer aan om daar kennis van te nemen, laat staan dat ik er verder wat aan heb.
Gelukkig beleef ik nog wel steeds genoegen aan operabezoek. Negen van de tien keer heb ik een fantastische avond (maar ja, blijf natuurlijk ook zitten met de vraag: waarom had die mevrouw blauw haar?:)).
Met vriendelijke groet,
Leendert
Ah, blauw haar. Dus toch. Ik dacht even dat het aan de lichtval lag. Tsja, ik heb ook geen idee. Wij waren vanmiddag bij Faust. Prachtige muziek die prachtig werd uitgevoerd, ik kan niet anders zeggen. Maar de regie, ach, behalve de derde akte en het slot van de vijfde akte had men zich van mij de moeite mogen besparen. Hoe is het mogelijk dat je zulk materiaal in handen hebt en dat met dit komt? Zo saai – met zo’n slaapverwekkende Walpurgisnacht vol nepseks. Gelukkig was daar de muziek om ons bij de les te houden, anders waren we waarschijnlijk weggedommeld. Zangers, dirigent en orkest hoop ik nog vaak in het Muziektheater te horen. Geweldig! En tegen La Fura dels Baus zou ik willen zeggen: hartelijke groeten thuis en vooral niet tot ziens.
Ook ik heb vanmiddag Faust in Amsterdam gezien. Je zou toch een talentvolle zanger zijn en in zo krankzinnige enscenering en idioot decor moeten staan… Echt een afgang vind ik. Misschien willen veel bezoekers wel dergelijk spektakel, maar met de opera heeft het weinig te maken. Het begint al meteen als Faust jong is en niet oud en Mephistofele zingt dat hij keurig gekleed is met zijn zwaard aan zijn zijde. En het staat echt zo op de boventiteling.
Grootste flater de krankzinnige copuleertroep in de Walpurgisnacht waar ik toch echt een ballet (zou toch goed in Amsterdam passen) verwachtte.
Op naar Falstaff. Dat is een regie die elders al gebruikt is dus dat biedt hoop.
Ik las dat Kersten en Han Vis zich hebben gestoord aan de microfoontjes bij de zangers en dat zij deze microfoontjes in verband brengen met versterking. De microfoontjes werden gedragen voor de radio-uitzending van Faust. Ik heb meerdere voorstellingen gezien en bij twee ervan droegen de zangers microfoontjes en bij de overige drie niet. Op die dagen dat de zangers microfoontjes droegen, stonden er ook microfoons in de orkestbak. En Fabiano heeft echt geen versterking nodig! Bij de dames worden de microfoons soms onzichtbaar weggewerkt in het haar, maar vaak is er ook op het voorhoofd een microfoon zichtbaar. Ook bij de uitzendingen vanuit de Metropolitan Opera is de over de rug lopende draad naar de zender soms zichtbaar. Niet alle kostuums zijn geschikt om alles onzichtbaar weg te werken. De microfoons worden gebruikt om het publiek te voorzien van een zo hoog mogelijke kwaliteit audio.
Joseph Calleja heeft hier ook over geschreven in zijn blog
http://josephcalleja.com/2013/07/01/amplification-in-opera-houses/
@Leendert
Marghuerite heeft blauw haar omdat ze een (door Faust?) computergegenereerde (droom)vrouw is, een soort avatar.
Ben het wel met je eens dat sommige kritiek wat zuur overkomt en om het publiek domheid te verwijten lijkt me onzinnig en inderdaad ergerniswekkend. Aan de andere kant wordt kritiek vaak onder de tafel geveegd om de goede vrede te bewaren, mensen hun plezier niet te vergallen, het is ‘maar’ entertainment, ‘persoonlijke smaak’ enzovoorts.
Kwaliteit ontbrak hier aantoonbaar op een aantal voor opera belangrijke fronten. Dat je dat niet direct ziet en/of hoort heeft wel te maken met kennis, niet met smaak; bijvoorbeeld zelf opera zingen of les geven. Waarom zou je dit niet mogen uiten? Olivier Keegel is inderdaad vrij absoluut in zijn bewoordingen, je kunt het ook helder noemen, dat is WEL een kwestie van smaak, maar vind dat hij gelijk heeft.
Het is ook waar dat je geen speciale kennis nodig hebt om van opera te genieten, ik denk alleen dat het, met deze Faust, veel en veel beter had gekund. Ik meen ook dat het publiek daar ook blijer van zou worden. Het is moeilijker, maar mooier om het publiek te raken met de emotionele inhoud van wat er in de opera gebeurt, met de klank van de taal, de muziek enzovoorts. Het is makkelijker om te imponeren met toneelbeelden, rookblazers en wat dies meer zij, dan wordt het inderdaad meer Joop van den Ende (ook leuk, daar niet van) dan opera. Het is het verschil tussen vorm en inhoud en hier kreeg de vorm de nadruk.
Pavarotti werd eens gevraagd wat hij vond van de kritische volgers in bijv. La Scala. en zei toen dat zij fanatiek van opera houden en (vaak) gelijk hebben. Waarmee ik maar wil zeggen dat dit soort discussies bij opera horen. Geniet ervan!
Ik kan je niet zeggen, Lieneke, hoe blij ik ben met je reactie vanmorgen: WEG spoken ! ! !
Met mijn allergrootse dank en hartelijkste groeten,
Kersten
Even een kleine rechtzetting: ik heb nooit beweerd dat het publiek dom is. Er groeit wel een hele publieksgeneratie op die denkt dat regietrash de standaard is.
Kersten, graag gedaan!
Overigens toch hoogst opmerkelijk en verontrustend te noemen, Lieneke, dat er niet eerder zo`n reddende engel als jij op mijn cris de coeur (zie bv. een uitgebreide een jaar geleden n.a.v. Jordi`s artikel: `Bartoli`s authentieke Norma intrigeert`) adequaat heeft kunnen reageren.
@Laurens: mede namens Leendert (die afscheid van dit forum heeft genomen) dank voor je uitleg over het blauwe haar. Dank ook voor je verdere reactie. Één zinsnede prikkelt mij tot een reactie van mijn kant: “dan wordt het inderdaad meer Joop van den Ende (ook leuk, daar niet van) dan opera”. Dit roept bij mij de vraag op: wat is dan eigenlijk opera? De New Grove geeft de volgende definitie: A music dramatic work in which the actors sing some or all of their parts; a union of music, drama and spectacle, with music normally playing a dominant role. Geen onaardige definitie, vind ik zelf.
Wie zich verdiept in de geschiedenis van de opera, kan constateren dat spectacle vanaf het begin af aan een niet weg te denken rol heeft gespeeld. Iemand als Händel was componist en Joop van den Ende tegelijk. In de rol van de laatste liet hij geen middel onbeproefd om zijn theater vol te krijgen. Hij moest ook wel: zonder toeschouwers geen geld, zonder geld geen opera. In het Londen van die tijd moest hij de concurrentie aangaan met tal van andere vormen van vermaak. Zijn Rinaldo was in 1711 een sensatie, niet alleen door de prachtige muziek, maar zeker ook door zijn spectaculaire toneeleffecten en prachtige kostuums. Zo werd de aria Augelleti che cantate van Almirena begeleid door honderden mussen die in het theater werden losgelaten. Niet tot ieders genoegen overigens. De journalist Richard Steele hierover: ‘There have been so many Flights…let loose in this Opera, that it is feared the House will never get rid of them; and that in other Plays they may make their Entrance in very wrong and improper scenes…besides the Inconveniences which the Heads of the Audience may sometimes suffer from them”. In Alcina gooide Händel een danseres in de strijd “who was wearing a particularly provocative costume during one of the ballet sequences”. Ook niet ieders cup of tea. Volgens de overlevering viel de arme vrouw nogal wat gejoel en boegeroep ten deel. Ook Händel ondervond aan den lijve dat de klant koning is. Toen de belangstelling voor zijn italiaanse opera’s verflauwde, moest ie iets anders proberen. Geniaal als ie was, lukte hem dat vervolgens ook.
Wat voor Händel gold, gold natuurlijk ook voor andere operacomponisten. Zo bevatten ook de Gesamtkunstwerke van Wagner het nodige spectacle, al had ie pech met zijn in Engeland bestelde draak, die per abuis naar Beiroet werd verscheept.
Interessante vraag is, wat iemand als Händel gevonden zou hebben van tegenwoordige producties van zijn opera’s, waarin bijvoorbeeld Cleopatra de charleston danst, of waarin zij een heel erg “Joop van den Ende” dansje uitvoert tijdens haar bravoure aria Da tempesta, voor een publiek dat daarbij helemaal uit zijn dak gaat, een Rinaldo waarin de protagonist op een fiets het luchtruim kiest, een fraai vormgegeven Deidamia bij DNO waarin Ulysse per duikboot arriveert, of het gebruik van zijn aria’s in de bol van spektakel staande pastiche The Enchanted Island (trouwens: Händel “leende” zelf ook bij het leven). Of wat Puccini gevonden zou hebben van het autokerkhof in La Fanciulla. We zullen het niet weten, maar ik kan me voorstellen dat ze zouden kunnen hebben gezegd: Goed gedaan, jongens! En heeft de Meester zelve niet ooit gezegd: “Geht, Kinder, und macht alles neu”, of woorden van soortgelijke strekking? (OK, terwijl ik dit intik, realiseer ik me dat dit een inkoppertje voor open doel is. Wie? :)) Hiermee wil ik overigens niet zeggen dat alles “Joop van den Ende style” zou moeten zijn. Niet dat dit er verder toe doet, maar zelf geniet ik ook enorm van (semi-)concertante uitvoeringen. Zolang ik maar geraakt wordt. Wanneer? Daarover een andere keer.