Heras-Casado: “Ik wil aan alles ruiken”
Sommige mensen zijn anders dan ‘gewone stervelingen’. Alles wat ze aanraken, verandert in goud. Pablo Heras-Casado is zo’n homo universalis. De jonge Spanjaard (Granada, 1977) dirigeert deze week driemaal Orfeo bij De Nationale Opera. Basia Jaworski sprak hem voor zijn komst naar Amsterdam.
Pablo Heras-Casado werd door het prestigieuze Musical America in december vorig jaar verkozen tot de “2014 Conductor of the Year”. Terecht? Voorbarig? Gegeven op de groei?
Heras-Casado beheerst alle genres van de klassieke muziek: van barok tot modern en van kamermuziek tot opera. Hij dirigeert de grootste symfonieorkesten ter wereld, maar staat net zo lief voor het Freiburger Barochokester en het Ensemble Intercontemporain.
De dirigent is dan ook druk. Heel erg druk. Vandaag is hij bij wijze van spreken nog in New York, morgen in Amsterdam en overmorgen in Freiburg. Of Madrid, Wenen, Barcelona, Brussel… Als je zijn agenda bekijkt, begint het je te duizelen.
Hij doet niet aan Skype, heeft een hekel aan e-mails en de telefoonverbinding laat het twee keer afweten. Maar drie keer is scheepsrecht en daar zitten we nu: ik in Amsterdam en hij in Neumarkt, waar hij op dat moment met zijn “Fabulous Freiburger BarockOrchester” en zijn “dreamteam” met Isabelle Faust, Alexander Melnikov en Jean-Guihen Queyras op Schumann-tour is.
Je loopbaan begon je als zanger en je roots liggen in de oude muziek. Waarom besloot je te gaan dirigeren?
“Zingen is altijd prominent geweest in mijn leven. Zo is het ook begonnen. Het was (en is nog steeds) de allerbelangrijkste factor in mijn leven en in mijn loopbaan. Waarom ik begonnen ben te dirigeren? Omdat ik mijn ideeën, mijn energie naar buiten wilde brengen. Dat besluit nam ik al toen ik 14, 15 jaar was, maar ik was dan ook een zeer nieuwsgierig knaapje.
Behalve zingen speelde ik ook piano en viool, maar dirigeren gaf mij de mogelijkheid om echt naar buiten te treden en mijn stempel op een werk te drukken. Zo kon ik ook mijn stem beter laten horen, en dat was wat ik per se wilde.”
Heb je een voorkeur voor een bepaalde stijl, periode, genre – aangezien je zulk verschillend repertoire dirigeert?
“Ik heb geen voorkeuren. Ik ben een musicus en zo voel ik mij. Ik wil – en ik hoop dat ik het kan – alle muziek omarmen. Ik kan niet zeggen dat Schumann, een componist die nu dagelijks op mijn menu staat en die ik aanbid, een grotere componist is dan bijvoorbeeld De Victoria of Praetorius.
Ik houd van alles en ik wil aan alles ruiken. Ik houd het meeste van wat ik nu aan het doen ben. Op dit moment is dat Sjostakovitsj: ik ben oprecht van hem gaan houden en vooralsnog kan ik niet genoeg van hem krijgen.”
Je debuteerde bij de Metropolitan Opera met Rigoletto. Het was een herneming en het orkest en het koor hadden het werk al met iemand anders ingestudeerd. Is dat niet heel moeilijk?
“Ik had heel weinig repetities ja. Eigenlijk alleen maar een orkestrepetitie en dan de twee generales. En een speciale repetitie met de zangers. Maar het was geenszins moeilijk. We hebben het hier over een wereldorkest en Rigoletto behoort tot het standaardrepertoire: dat moet kunnen. En vergeet niet dat elke voorstelling eigenlijk anders verloopt! Zelfs al hebben we de première al gehad, dan nog steeds kun je de boel naar je hand zetten, wat best fijn is.”
Ik hoor tegenwoordig veel zangers klagen dat de orkesten te hard spelen. Is dat een probleem?
“Ja, dat is inderdaad een probleem. Orkesten spelen vaak te hard en veel dirigenten hebben totaal geen benul van zangers en hun mogelijkheden. Ik denk dat het voor mij anders is, onder meer omdat ik zelf als zanger ben begonnen. Maar je ontkomt er niet aan om een oplossing te vinden voor dit ‘conflict’. Zeker als je aan een groot project werkt. En dat is opera altijd.
Ook de samenwerking met een regisseur heeft diplomatie nodig. Toch denk ik dat je alle problemen en geschillen middels dialoog kunt oplossen. Er moet altijd een manier zijn om nader tot elkaar te komen. Maar je moet wel openminded zijn.”
In het kader van het Verdi-jaar nam je samen met Plácido Domingo een cd met diens baritonaria’s op. Hoe ben je bij dat project betrokken geraakt?
“Het was de maestro zelf die mij voor het project heeft gevraagd. Het was werkelijk waanzinnig om op die manier de prachtige muziek van Verdi te kunnen ontdekken. We hadden veel tijd en die tijd hebben we ook ruimschoots benut. Het was de kans van mijn leven om Verdi aan de hand van Domingo te leren kennen.”
Hieronder de trailer van het album:
Wat zijn je plannen voor de toekomst?
“Voor Archiv, het label waar ik nu de ambassadeur van ben geworden, ga ik de muziek van alle Praetoriussen opnemen. Best spannend, vind ik, maar daar verheug ik mij nu al op!
In september ben ik in Amsterdam, voor drie uitvoeringen van Orfeo van Monteverdi. Het wordt een bijzondere productie. Een soort tussenvorm: een ‘samenspel’ tussen ballet en opera. De productie ligt in handen van Sasha Waltz, een choreografe die ik enorm bewonder. We hebben al eerder samengewerkt rond Matsukaze van Toshio Hosokawa in Brussel en in Warschau. Dat was voor mij een bijzondere ervaring en confronteerde me met alweer iets nieuws. Een verrijking.”
In de NTR-documentaire die de Nederlandse tv over jou heeft gemaakt, kom je zeer energiek over. Is dat te danken aan al die dubbele espresso’s die je achterover slaat? Zijn ze bedoeld om je wakker te houden?
Lachend: “Ik houd inderdaad erg van espresso. Ik houd van de smaak en de geur. En ja, ik heb het ook nodig, het houdt me alert. Het is ook een soort routine geworden. Zonder ga ik niet op; ik heb mijn espresso nodig. Ik drink het inderdaad veel, maar ik drink het niet de hele dag hoor! En zeker ’s avonds niet meer, dan geef ik de voorkeur aan iets anders.”
De NTR-documentaire over Pablo Heras-Casado is terug te kijken op de website van NTR Podium.
Hieronder de trailer van Heras-Casado’s laatste cd voor Archiv:
Orfeo wordt op 3, 5 en 6 september uitgevoerd in Nationale Opera & Ballet in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.
6Reacties
“Hij doet niet aan Skype, heeft een hekel aan e-mails” maar Twittert dat het een aard heeft!
@Leen: Misschien doet hij dat espresso…
Pablo heeft wel de ECHO Klassik prijs gewonnen met de ‘Sinfonische Einspielung des Jahres (Musik 19. Jh.) http://www.echoklassik.de/klassik-sinfonische-einspielung-2014_2/
@Leen: Heel geestig en relativerend…
Mooi interview, bedankt Basia.
De Praetoriussen waarschijnljk met de Freiburgers neem ik aan. Komende vrijdag Orfeo, ik kan niet wachten.
alweer een nieuwe naam ! Goede vragen Basia!