Magda Olivero: bijna het eeuwige leven
De sopraan Magda Olivero had toch niet het eeuwige leven, al werd de zangeres uit Italië ruim 104 jaar oud. Ze was vooral de lieveling van het publiek, en minder die van de critici. Nog maar vijf jaar geleden zong ze voor het laatst op een podium. Gisteren overleed ze in Milaan.
“We thougt she would last forever”, schreef muziekjournalist Norman Lebrecht gisteren op zijn blog Slipped Disc. Het nieuws van het overlijden van Olivero ging razendsnel door de muziekwereld en leidde tot reacties van liefhebbers en vakgenoten.
In Nederland, op een plaats waar toevallig veel liefhebbers van opera en lied bij elkaar waren, het Internationaal Vocalisten Concours in Den Bosch, bracht het nieuws een schok door de zaal. Het werd maandag, aan het eind van de halve finale Liedduo, bekend gemaakt door IVC-directeur Annett Andriesen. Magda Olivero was ooit te gast in Den Bosch en had een speciale band met Nederland. Omgekeerd was dat zeker ook zo.
Op de cd bij het net verschenen gedenkboek bij 50 jaar IVC staat een speciale bonustrack, met een opname van het bezoek van Magda Olivero aan Den Bosch voor een masterclass, in 1993. In een interview beschrijft ze haar band met ons land en met het publiek in Nederland. “Het Nederlandse publiek zit in mijn hart, ik ben dankbaar voor de waardering die ik hier kreeg.”
Die bijzondere status genoot Magda Olivero op veel plaatsen in de wereld. De New York Times beschreef gisteren dat de adoratie van het publiek voor Olivero zelfs voor operanormen nogal ‘operatic’ was. Haar optreden in de Arena van Verona, naast een jonge Plácido Domingo, in 1970, was zo succesvol dat ze politiebescherming nodig had om de fans van zich af te houden.
Haar stem had niet de onomstreden kwaliteit van een Callas of een van de andere groten, en Olivero was de eerste om dat toe te geven: “Het was niet zozeer mijn stem, maar mijn expressie, mijn gezicht, mijn lichaam, de waarheid. Voor wie het omgekeerde wil: dat is hun goed recht”, zei ze daar over. De kritiek op haar stem was bij de critici soms groot. Maar ook haar start in de muziekwereld was geen groot succes. Het legendarische commentaar van dirigent Ugo Tansini op haar auditie voor de Italiaanse radio luidde: “Ze heeft geen stem, is niet muzikaal en heeft geen persoonlijkheid. Helemaal niet! Ze moet iets anders gaan doen”.
Hoe verschillend daar door het publiek naar gekeken werd, blijkt uit haar successen in Italie, in de New Yorkse Metropolitan Opera en in Amsterdam, waar ze in het Concertgebouw triomfen vierde en zeer geliefd was, vooral in de ZaterdagMatinees. Haar debuut in de Met was als Tosca, in 1975, en toen was ze al 65. Volgens de recensenten duurde het applaus na haar optreden 20 minuten. Ze zong uiteindelijk 10 keer bij de Met, voor het laatst in mei 1979. De opname daarvan is te vinden op de website Parterre Box.
‘We hebben een legende verloren”
In de muziekwereld werd gisteren meteen gereageerd op het bericht van het overlijden van Maga Olivero. Op Twitter schreef Teatro Grattacielo: “Magda Olivero is overleden. Ze was, 104 jaar oud, nog maar net begonnen”. Plácido Domingo noteerde op Twitter: “Lieve Magda, de Heer gaf je een lang leven en een lange carrière. Moge velen van ons datzelfde voorrecht genieten. Ik dank je!”
Tenor Joseph Calleja liet weten dat we “een legende hebben verloren”. De Arena van Verona bracht op Twitter “een saluut aan de grote Magda Olivero, die met haar geweldige stem het publiek in de Arena vele jaren emotioneerde”.
In deze documentaire zien we Magda Olivero in Milaan, de stad waar ze op 8 september overleed. Ze wordt gevolgd tijdens het geven van een masterclass aan jonge zangers:
De rol van Tosca zong Olivero op verschillende plaatsen in de wereld, hier is een opname van de moordscene, vermoedelijk gemaakt in de studio, van de Italiaanse televisie. Giulio Fioravanti is haar tegenspeler Scarpia:
Voor een uitgebreid YouTube-portret klikt u hier
4Reacties
Magda Olivero, bij leven al een legende. Toen haar Fedora-opname op Decca begin negentiger jaren op cd verscheen en ik haar stem leerde kennen moest ik wennen aan haar manier van zingen. Haar stem was niet het mooiste geluid. Maar wat een expressie! Verzengend! Al gauw was ik verkocht en kocht ik al haar opnames, soms op moeilijk verkrijgbare obscure Italiaanse labels of zelfs op cassettes. Inmiddels staan bijna alle opnames op Youtube en kan iedereen ze downloaden. Op een maandagochtend in september 1993 zat ik in de zaal voor de hierboven al aangehaalde masterclass van het IVC. Wat we allemaal hoopten gebeurde: Olivero zong de complete aria “Sola, perduta, abbandonata” van Puccini. “No, non voglio morire!”, zong de 83-jarige broze dame met verrassend veel kracht en een oneindig aantal nuances. Rillingen en tranen. Onvergetelijk!
Ik had haar stem nog niet gehoord, maar na een (lovende) kritiek in de Avant-Scene gelezen te hebben over haar Tosca, heb ik een opname met haar gekocht (olv Emidio Tieri met ook Eugenio Fernandi en Scipio Colombo). En inderdaad, wat een inleving in het personnage! En toch wel een meer dan voldoende mooie stem, wat men blijkbaar ook beweerd heeft! Een grote dame is heengegaan…
Ik heb het grote geluk gehad, dat ik Magda Olivero in al haar concerten en opera’s in Amsterdam en Rotterdam heb gehoord en GEZIEN. En juist dat laatste is van wezenlijk belang om te kunnen oordelen over deze fenomenale prima donna. Haar stem was geenszins fraai, maar haar intense inlevingsvermogen op de bühne en op het concertpodium waren zo huiveringwekkend, dat je er bijna bang van werd. Haar Adriana, en Medea in Amsterdam zijn onvergetelijk en gelukkig kunnen we dat nog steeds terughoren op de talloze piraatopnamen die van de diva in omloop zijn. In het verismo was zij zondemeer ongeëvenaard. Ga op zoek naar haar Kostelnicka in Jenufa, of naar Katiusha in Alfano’s Risurrezione of haar Minie in Puccini’s Fanciulla de West. Als je dat hoort dan lopen de rillingen over je rug en ben je verkocht, zelfs als je haar nooit hebt ZIEN zingen.
Een groot fan van haar is helaas nog eerder overleden: Cristina Deutekom.