BuitenlandOperarecensie

Zürich speelt fantastische Turn of the Screw

Het Britten-jaar 2013 is nogal laat gearriveerd in Zürich. Maar beter laat dan nooit, want de productie van The Turn of the Screw, naar een nauwgezet, doeltreffend concept van Willy Decker, is fantastisch bezet en wordt fantastisch gespeeld, met huistenor Pavol Breslik in topvorm.

Scène met Pavol Breslik en Layla Claire (foto: Monika Rittershaus).
Scène met Pavol Breslik en Layla Claire (foto: Monika Rittershaus).

Onuitgesproken. Gesuggereerd. Present, maar niet geuit. Niet ‘geoutet’, zou men tegenwoordig zeggen. Zo voelt het grote geheimenis waar het verhaal van Brittens oneindig fascinerende kameropera The Turn of the Screw door voortgedreven wordt. “Maar het wordt niet gezegd…”

Deze zin leek ook op ieders lippen te liggen tijdens het premièrefeestje in Zürich op zondag 2 november, nadat de voorstelling – de eerste grote productie van Brittens werk in Zwitserland – met eenduidige bijval afgesloten was. Grote en geheel terechte bijval, kan ik wel zeggen. Want wat ik zag en hoorde, was een pure, transparante uitvoering van dit morbide, mysterieuze stuk, dat sinds een halve eeuw vele mensen in zijn ban houdt.

De omstandigheden voor een succes waren bepaald niet optimaal. De aangewezen regisseur, Willy Decker, haakte na een week repeteren ziek af, waardoor zijn concept door voorstellingsleider Jan Essinger tot een goed einde gebracht moest worden.

Na het sensationele huisdebuut van Decker in mei, met Il ritorno d’Ulisse in patria, had ik me zeer op zijn terugkeer verheugd. Maar de jonge Essinger stelde in zijn plaats op geen enkele manier teleur. Hij leidde de voorstelling met zekere hand, zodat het de intensiteit en concentratie kreeg van een toneelvoorstelling.

De strenge muzikale constructie van Brittens opera zou door de door hem bewonderde opera Wozzeck geïnspireerd zijn. “Der Mensch ist ein Abgrund, es schwindelt Einem, wenn man hinunterschaut”, zo staat in het libretto van Alban Berg. Wie kan de ziel van een kind lezen? Welke gebeurtenissen en herinneringen zou Britten in zijn compositie verwerkt hebben? Mag je de aantrekking die ook een jong kind voor een man kan voelen uitspreken, ook als de man die zich op dat gebied begeeft een misdadiger is? En kan dat kind weten dat hij een misdadiger is?

Oef… het thema wordt heet en de normen en waarden dienen zich aan. Maar de Governess, Mrs Grose en de verre oom uit het verhaal verdragen geen onthullingen. En zo ontvouwt zich de onderdrukte, verstikkende en ongrijpbare stemming en dubbelzinnigheid van deze unieke opera.

Ik geloof dat je deze zeer ondoorzichtige ‘zielenlandschappen’ niet beter kunt belichten en ensceneren dan met een klare, heldere belichting van de oppervlakte. Precies dat kregen we in Zürich te zien: geen gepsychologiseer om het psychologiseren, enkel de pure zeggingskracht van het verhaal en de muziek (bij alle tussenspellen was het doek dicht) speelde een rol.

Scène uit The Turn of the Screw (foto: Monika Rittershaus).
Scène uit The Turn of the Screw (foto: Monika Rittershaus).

Dat uitgangspunt bepaalde ook het van rekwisieten verschoonde, ongecompliceerde decor van Wolfgang Gussmann, de door de jaren vijftig geïnspireerde kostuums van Susana Mendoza en de verbluffend suggestieve lichtatmosfeer van de Franse chefbelichter Franck Evin.

Ook de uitstekende bezetting liet niets te wensen over. Miles (James Dillon) en Flora (Emma Warner) zagen er zo onberekenbaar en ondoorgrondelijk uit, als waren ze echte ‘probleemkinderen’ – een bewijs, hoop ik, dat ze al op jonge leeftijd hele grote artiesten zijn.

Hedwige Fassbender zette een stijve, vastgeroeste Mrs Grose in ‘Queen-Elisabeth-style’ neer. Een mooi contrast met de preutse, ijverige Governess van de mooie Canadese sopraan Layla Claire.

Voor de rol van Quint en Proloog hoefde Zürich niemand te laten invliegen. Daarvoor had het huis een juweel in het ensemble: tenor Pavol Breslik. Hij debuteerde in de beide rollen en deed dat in optimale vorm. Alleen al optisch wist de jonge Slovaak oud en jong te fascineren, wat geen onbelangrijk detail was om het fatale verlangen van de kleine Miles overtuigend over te brengen. Breslik boekte een groot succes!

Simpelweg volledig geslaagd was de muzikale uitvoering onder leiding van Constantin Trinks. Een kristalheldere prestatie, die een pakkend, verontrustend licht op deze ondoorgrondelijke kameropera wierp. Een stuk dat overigens perfect paste in de ruimte van het kleine Opernhaus Zürich. Met twaalf maanden vertraging kan het Britten-jaar nu dus echt beginnen!

Zie voor meer informatie de website van het Opernhaus Zürich.

Vorig artikel

Fledermaus in hippe jas bij Opera Zuid

Volgend artikel

Wokmuziektheater brengt Verkaufte Braut

De auteur

Alessandro Anghinoni

Alessandro Anghinoni