José Cura siert Puccini’s Edgar
Puccini’s tweede opera Edgar heeft wat theatrale haken en ogen en de door Arthaus uitgebrachte productie van het Teatro Regio Torino weet daar niet altijd raad mee. José Cura doet echter alle gebreken vergeten door de hoofdrol diepgaand en met grootse dramatiek te vertolken. Wat een artiest.
De uitgave van Arthaus Musik, opgenomen in het Teatro Regio Torino in 2008, is er eentje in de categorie ‘heel bijzonder’. Het gaat om de eerste uitvoering van de originele versie met vier akten sinds de wereldpremière van de opera in 1889. Puccini maakte na die geflopte première een aangepaste versie, met drie akten. Die wordt normaliter opgevoerd.
Edgar is een jongeman in een rustig, braaf dorp, die niet weet wat hij met zijn leven aanmoet. Het dorpsmeisje Fidelia biedt hem haar liefde aan, maar Edgar ziet meer in de lust en hartstocht van de zigeunerin Tigrana. Hij neemt een nogal radicale beslissing om haar te volgen en brandt letterlijk zijn huis achter zich plat.
Maar Edgar komt bedrogen uit. De uitspattingen van Tigrana gaan hem al snel vervelen. Hij probeert terug te keren naar zijn rustige leven van weleer, maar de verderfelijke invloed van de zigeunerin blijft hem achtervolgen.
Tenor José Cura zet de verwarde Edgar heel sterk neer. Al vanaf het eerste moment dat hij verschijnt, is duidelijk dat hij niet lekker in zijn vel zit. Hij acteert onverschillig, met impulsieve, temperamentvolle uitbarstingen. Pas als hij in de laatste akte zijn geliefde Fidelia vindt, komt hij helemaal tot rust en verandert zijn uitstraling.
Vocaal weet Cura die ontwikkeling meesterlijk te verbeelden. De eerste drie akten is hij heftig. Hij klinkt zwaar en verbeten, met agressieve hoge noten. Het gaat van storm naar orkaan en weer terug.
Soms lijken zijn uitspattingen wat te veel van het goede, maar Cura’s bedoeling ermee wordt duidelijk in de laatste akte. Dan verzacht zijn zang, zelfs tot een vertederend pianissimo. Juist die vredige gloed over zijn zang maakt de wraak van Tigrana aan het einde van de opera extra bitter.
De muziek van Puccini is onweerstaanbaar mooi
De rest van de cast vind ik enigszins in de schaduw van Cura staan. Frank, de broer van Fidelia, uitgezonderd: hij wordt prima gezongen door Marco Vratogna. De bariton heeft wel iets van de kracht van Cura, maar dan op baritonhoogte. Zijn legato is groots, zijn uitstraling overtuigend.
De dames hebben echter meer moeite hun karakter geloofwaardig neer te zetten. Dat komt ook deels door de regie en door de gebreken van de opera. Zo snap ik niet waarom Edgar er met Tigrana (Julia Gertseva) vandoor gaat. Ze gedraagt zich in de eerste akte als een ongemanierde slet. Wat is daar nu verleidelijk aan?
In haar zang is Gertseva ook vrij grof. Ze is scherp in de hoogte, ruw in haar frasering. Later wordt ze iets aantrekkelijker, maar er spreekt geen helder karakter uit haar zang.
Amarilli Nizza zet wel een eenduidig personage neer als Fidelia, maar haar zou ik niet gecast hebben voor de rol. Ze zingt erg mooi, met enkele spectaculaire staaltjes zang in de hoogte, maar haar stem is dik en meer dramatisch dan lyrisch. Dat terwijl Fidelia toch het onschuldige dorpsmeisje zou moeten zijn, die Edgar onvoorwaardelijk lief blijft hebben. Een lichtere, kwetsbaarder sopraan zou beter gepast zijn geweest.
Het orkest van het Turijnse operahuis mist soms finesse. De muziek van Puccini is onweerstaanbaar mooi – met veel fraaie koorstukken – maar onder leiding van Yoram David worden sommige passages wel erg fors de zaal ingeslingerd. Nogal bombastisch, terwijl een wat subtielere aanpak naar mijn idee beter had gewerkt.
Mooie momenten zijn er echter ook te over, zoals het liefdesduet in de laatste akte (met delen die bijna letterlijk in Tosca terugkomen). Al is het nog maar de tweede opera van Puccini, de hand van de grootmeester is er duidelijk in te herkennen.
Regisseur Lorenzo Mariani heeft het werk van prachtige beelden voorzien, die veel sfeer ademenen en het verhaal goed dienen. De gloeiende grasheuvel is goed gevonden, de belichting uitstekend.
Meer informatie over Edgar van Puccini is te vinden op de website van C&S Entertainment. Zie ook de ‘etalage’ met alle nieuwe uitgaven van Arthaus Musik en TDK op de homepage van Place de l’Opera.
1 Reactie
Hip hip hurray for Cura! Everytime I saw him live on stage he was indeed a force of nature.