Spitsvondige Händel Revue in première
Na twee Purcell Gala’s bouwt BarokOpera Amsterdam zijn genre van ‘politiek-historische revues’ verder uit met een Händel Revue. Het is een spitsvondige voorstelling, met glanzende vocale bijdragen van onder anderen Pieter Hendriks en Wendy Roobol.
BarokOpera Amsterdam heeft met zijn politiek-historische revues een sterke formule te pakken. Door het oeuvre van een componist te omlijsten met gevat, Nederlandstalig theater over de politieke en culturele context creëert het gezelschap een luchtig maar zeer raak beeld van een bepaald tijdsgewricht. Leerzaam en amuserend.
De twee Purcell Gala’s bewezen in 2009 en 2013 al de kracht van dit soort muziektheater. Goed idee dus om deze koers voort te zetten.
Regisseur Sybrand van der Werf doet dat heel letterlijk door met zijn Händel Revue, die donderdag 5 februari in Amersfoort in première ging, direct te beginnen waar hij in het laatste Purcell Gala was gebleven: bij het einde van koning Willem III. Onder het motto ‘de koning is dood, leve de koning’ wordt in hoog tempo een hele reeks troonopvolgingen in Europa gepresenteerd, voorzien van gelegenheidscomposities van Händel.
Händel, vertolkt door de met een extravagante pruik getooide bariton Pieter Hendriks, is de ‘reisleider’ bij deze vlotte gang door de geschiedenis. En dus komt na alle politieke sores al snel het muziekleven van die tijd ter sprake. Daar blijkt net zo veel mot te zijn als onder de vorsten.
De Italiaanse stijl van Händel botst op de Franse stijl van Jean-Baptiste Lully, die vertolkt door de even humoristische tenor Mattijs Hoogendijk postuum een robbertje komt vechten met zijn collega. Hij zet zijn opera Armide tegenover Händels opera Rinaldo – twee werken gevoed door hetzelfde verhaal. Leuk om op zo’n speelse wijze hun stijlverschillen te horen.
Midden in deze clash is Händels ‘Lascia ch’io pianga’ te horen, zeer bekwaam gezongen door Jan Kullman. Petje af voor deze countertenor, die de gehele avond een rijk en vol geluid laat horen.
Terwijl Händel en Lully in de clinch liggen, worden beiden verrast door het steeds mondiger wordende volk. Dat is al die verheven operalibretti zat en wil entertainment. Een nieuwe genre dient zich aan: de opera buffa. Of in de Franse variant: de opéra-comique.
Hier heeft BarokOpera Amsterdam een (eerste Nederlandse?) uitvoering van Pergolesi’s La Servante Maîtresse ingevoegd. Dat is een aan de Franse context aangepaste versie van het bekende werkje La Serva Padrona, met afwisselend aria’s in de Italiaanse stijl en ariettes in de Franse stijl.
Händel krijgt de rol van de oude man Pandolphe in zijn handen gestopt en Lully moet de stomme rol van dienaar Scapin vertolken. Wendy Roobol is de meid Zerbine. Het resultaat is een prachtige afsluiter van de voorstelling. Hendriks en Roobol zingen uitmuntend, met verfijnde klanken en veel gevoel voor de tekst. Het bestempelt de excellente vorm die ze de hele avond door tonen.
Ook Andrea Tjäder (Händels Armida en verteller van de geschiedenis) geeft knap acte de présence, al ontbeert haar mooie, heldere geluid af en toe ademsteun. In de uitsmijter van de voorstelling – een sing-along van het ‘Hallelujah’ uit de Messiah – mengt haar stem perfect met die van Roobol. Eigelijk jammer dat de zaal gevraagd wordt door die schoonheid heen te brommen.
Het geheel wordt stijlbewust en met veel gevoel begeleid door het kleine ensemble van BarokOpera Amsterdam, geleid door artistiek leidster en traversospeelster Frédérique Chauvet.
Chauvet is samen met Sybrand van der Werf ook verantwoordelijk voor de gesproken teksten. Complimenten aan hen beiden. Ze hebben met de Händel Revue wederom een intelligente, vermakelijke voorstelling aaneengesmeed.
Händel Revue is tot en met 14 april 2015 in verschillende theaters in het land te zien. Zie voor meer informatie de website van BarokOpera Amsterdam.