Iolanta en Judith vieren Valentijn bij Met
Gepresenteerd als ‘Valentine double bill’ bracht de Metropolitan Opera afgelopen zaterdag twee eenakters in de bioscoop: Iolanta en Hertog Blauwbaards burcht. De twee heldinnen, Iolanta en Judith, kregen echter te maken met een sterk van elkaar verschillende Valentijn.
De Poolse filmregisseur Mariusz Treliński debuteerde met deze productie in het operavak, daarbij vertrouwend op bestaande ervaringen en inzichten. Dat leidde tot een filmische aanpak, die sterk leunde op de Amerikaande film noir uit de jaren veertig, zoals The big sleep en Rebecca. Kenmerkend daarin zijn geweld, seksuele toespelingen en opgeklopte spanning. Gelet op het libretto is die aanpak ideaal voor Blauwbaard, maar nogal gezocht voor Iolanta.
Als argument om juist deze opera’s te combineren noemde Treliński de tegengestelde rol die het licht in beide werken vervult. De blinde Iolanta gaat van duisternis naar licht en liefde, Judith daarentegen geeft haar leven in de verlichte buitenwereld op voor een bestaan in een donkere kerker waarin ze geen liefde vindt maar de dood. Ach, je moet wat als regisseur. Feit blijft dat beide werken weinig met elkaar gemeen hebben, maar samen wel een goedgevulde avond vormen.
In beide opera’s wordt veel gebruikgemaakt van filmprojecties, uiteraard in zwart-wit. In Iolanta is bijvoorbeeld een vluchtend hert te zien, dat wordt gedood en later pontificaal op het toneel ligt. In Blauwbaard is er met tussenpozen een lange gang te zien met veel deuren, waarmee het onheilspellende beeld van een gevangenis wordt opgeroepen.
Judith arriveert bij nacht in een auto bij Blauwbaards burcht. In geijkte filmstijl zijn alleen de koplampen te zien. Als de auto wegrijdt, lijkt haar lot reeds bezegeld. Ze blijft alleen achter met haar geliefde, die haar binnenlaat en, ter bevestiging dat er geen weg terug is, een groot rolluik achter hen neerlaat.
De handeling ontrolt zich. Judith vraagt waarom het zo donker is, wil meer licht in huis, wil alle deuren openen. Zij wil het omdat ze hem wil laten bewijzen dat hij haar volledig vertrouwt. Hij wil het niet, omdat hij vindt dat zij hem moet vertrouwen, ook wanneer er nog geheimen zijn.
Om de vele scènewisselingen mogelijk te maken, wordt Judith als het ware geteleporteerd van de ene ruimte naar de andere. In de martelkamer krijgt ze een blinddoek voor om de ruimte “beter te kunnen voelen”. In de juwelenkamer zit ze plotseling in bad. De laatste kamer laat drie figurerende vrouwen zien, Blauwbaards dode vrouwen. Judith wordt de vierde; aan haar zal voortaan de nacht behoren, omdat hij haar ‘s nachts heeft gevonden.
Nadja Michael vertolkte de rol van Judith met inzet van zo ongeveer alle erotiek die binnen de Met nog acceptabel is. Volledige fysieke overgave is haar wel toevertrouwd. Denk ook aan haar Salome bij het Royal Opera House. Aanvankelijk was ze Blauwbaard feitelijk de baas. Zij bepaalde wat er gebeurde, tot en met kamer zes. En met haar lage mezzo zette ze deze tijdelijke suprematie kracht bij. Een memorabele vertolking.
Mikhail Petrenko kon het aardig bijbenen, maar kwam duidelijk op de tweede plaats, ook doordat hij vaak vanachter het toneel moest zingen tijdens de scènewisselingen. Niettem leek deze rol hem beter te liggen dan een diepebaspartij zoals vorig jaar Méphistofélès in Amsterdam.
Voorafgaand aan Bartóks opera uit 1911 werd Tsjaikovski’s laatste opera Iolanta opgevoerd. De première van dit werk vond plaats in 1892, maar muzikaal liggen beide werken veel verder uiteen dan die twee decennia doen vermoeden.
Naar verluidt ging Iolanta in première als double bill met het ballet Doornroosje. Dit als duiding van de muzikale stijl van het werk, dat voor velen onbekend zal zijn, maar dat de geoefende Tsjaikovski-luisteraar bekend in de oren zal klinken. Het is als een anthologie van eerdere, bekendere opera’s als Mazeppa, Pique Dame en Jevgeni Onjegin. De personage van Iolanta doet mij op sommige momenten sterk denken aan Lisa uit Pique Dame.
De titelhelding is blind, zonder dat te beseffen. Haar vader, koning René van de Provence, heeft haar ondergebracht op het platteland in het huis van een houtvester en diens vrouw, die haar – geholpen door een paar verveelde dienstmeisjes – verzorgt. Niemand mag Iolanta vertellen dat ze niet kan zien.
Als graaf Vaudémont bij toeval het huisje betreedt, merkt hij al snel dat ze blind is en is verbijsterd dat ze niet schijnt te weten wat licht is en wat het betekent om te kunnen zien. Ogen zijn toch slechts om mee te kunnen huilen?
Niettemin valt hij als een blok voor haar en zij voor hem. Dat speelt vervolgens een belangrijke rol in de afwikkeling, waarin een exotische arts haar moet genezen van haar blindheid. Uiteraard eindigt het met een bruiloft – een sprookje met een opgewekt einde.
Anna Netrebko heeft de rol van Iolanta enige tijd geleden op haar repertoire genomen en zingt deze ook op een uitstekende opname die recent is uitgekomen. De verschillende stadia – van onwetend, bedeesd meisje, overgaand in een ontluikende vrouw die voor het eerst de aandacht van een man ervaart, gevolgd door een geliefde die zich voluit openstelt voor de liefde van Vaudémont – wist ze in deze voorstelling goed weer te geven. Ze hield haar stem aanvankelijk klein, liet die vervolgens groeien, met tot slot het duet met Vaudémont, waarin beiden alle registers open trokken.
Netrebko en Piotr Beczala, die Vaudémont vertolkte, vormen een mooi koppel, dat goed op elkaar is ingespeeld. Dat was goed te merken. Beczala was in goede vorm en maakte iets moois van zijn grote aria aan het begin. Na afloop sprak Netrebko voor hen beiden: “It was a good performance, we are happy.”
Mooie bijrollen waren er voor bariton Aleksei Markov als Robert, de man aan wie Iolanta als kind is beloofd, en Ilya Bannik als Iolanta’s vader koning René. Maestro Valery Gergiev dirigeerde het orkest van de Met. Een degelijke uitvoering.
De volgende bioscoopvertoning vanuit New York is La donna del lago op 14 maart, onder meer te zien in diverse vestigingen van Pathé.