Operarecensie

OperaAlive: levendig en leutig

Pocket Opera, het gezelschap van Gerard Legeland, reist op dit moment door Nederland met een productie die wil aantonen dat opera “alive and kicking” is. Levendig en soms een tikje leutig is de voorstelling zeker, maar gelukkig vormt de muziek de harde kern.

Poster van OperAlive (foto: Atze Dijkstra).
Poster van OperAlive (foto: Atze Dijkstra).

Met een dikke knipoog naar het levensverhaal van Anna Netrebko opende Pocket Opera afgelopen zaterdag zijn voorstelling OperAlive. De koffiejuffrouw die het podium van de kleine zaal van de Goudse Schouwburg een sopje gaf, bleek – in het verhaal – te beschikken over vocaal talent en werd, bij ontstentenis van de echte grote ster, ter plekke tot prima donna gebombardeerd.

De echte Netrebko stond letterlijk op dat moment op het podium van de Metropolitan Opera in New York. Haar bijbaantje als schoonmaakster van het Mariinsky Theater in St. Petersburg zou het begin vormen van een glanzende carrière in de operawereld. Het is, zij het op een heel andere schaal, die wereld waarin de leden van Pocket Opera een levendige duik nemen.

Gerard Legeland is bij veel mensen in de Randstad bekend om zijn inleidingen bij operavoorstellingen. Hij brengt de verhalen in en over de opera graag terug naar menselijke proporties, maakt het libretto grijpbaar voor niet-kenners en zet veel humor in om complexe politieke en culturele verhoudingen te duiden. Ik heb hem de ondergang van de Franse adel onder de guillotine eens horen typeren als “de kopjes gingen in de mandjes”.

OperAlive, de vierde productie van Pocket Opera, heeft als kader de sfeer van de grote tv-shows uit de jaren zeventig en tachtig. De presentator is een wat gistende mix van de Brandsteders, Brinken en Ruisen uit die tijd, er loopt een opnameleider rond die het applaus aangeeft en de pianiste schakelt waar nodig naar de rol van quizassistente.

Gelukkig gaat het naast alle drukte en glitter van die showsfeer vooral om de muziek. Die krijgt een rode draad met een aantal scènes uit Rigoletto van Verdi. Bariton Mitchell Sandler zingt als de nar Rigoletto verschillende duetten met sopraan Esther Putter als zijn dochter Gilda, hier en daar aangevuld met bas Gerard Legeland als de huurmoordenaar Sparafucile. De Rigoletto-fragmenten brengen de noodzakelijke rust en concentratie in de drukte en het gedoe in de voorstelling.

Verrassend is de koppeling van het slotduet van de opera van Verdi aan ‘Hymen, haste’ uit Semele van Händel. De twee stukken gaan bijna naadloos in elkaar over en dat is een aardige muzikale vondst.

Vooral sopraan Esther Putter krijgt de ruimte om haar vocale talenten te laten horen. Dat lukt goed in haar Gilda-fragmenten en in de aria ‘La vergine degli angeli’ van Leonora uit La forza del destino.

Muzikaal het minst overtuigend vind ik het slotstuk voor de drie stemmen uit La Cenerentola van Rossini, dat niet overtuigend laat horen dat de zangers Rossini in hun kelen hebben.

Vocaal competent zijn de mannen ook. Bariton Mitchell Sandler zet meteen aan het begin de toon met een aanstekelijk lied uit The Pirates of Penzance en bas Legeland heeft zijn ‘minute of fame’ in de Händel-aria. Naast zingen hebben de heren ook nog het nodige te spelen en dat lijkt me een lastige combinatie met de gewenste concentratie voor de zangstukken.

Een stevig muzikaal fundament legt pianiste Caecilia Boschman in de voorstelling. Daarnaast zingt ze zelfs nog even en speelt ze heel geestig met haar rol als piano-diva en quizassistente.

Dankzij de toelichtingen en de projectie van teksten, net wat meer dan alleen boventiteling en daarmee extra informatief, en dankzij het verhaal bij de verschillende stukken is de drempel voor OperAlive laag. Wie in het publiek weet hoe het klinkt als er op het scherm woorden als ‘Figaro, Figaro’ en ‘La donna è mobile’ staan, scoort punten in de interactieve quiz na de pauze.

De voorstelling springt regelmatig van leuk naar leutig. Een wat strengere regisseur had mogelijk meer werk gemaakt van de regie in de duetten en de vocale stukken en wat ingedikt in de tv-showelementen in het programma. Gelukkig lijdt de muziek daar verder nauwelijks onder en mogelijk is het de juiste verpakking voor een publiek dat niet tot de harde kern van operaliefhebbers behoort, maar op een aantrekkelijke, speelse manier opera wil ervaren.

OperAlive reist nog tot en met 7 maart door het land en doet onder meer Amsterdam, Den Haag en Tiel aan. Zie voor meer informatie de website van Pocket Opera.

Vorig artikel

Bo Skovhus brengt stevige Schubert

Volgend artikel

Spectaculaire Akhnaten in Antwerpen

De auteur

François van den Anker

François van den Anker

François van den Anker is muziekjournalist. Hij doet verslag van de wereld van opera en lied met interviews, reportages en podcasts.