Halve finale Belvedere in volle gang
De eerste dag met halve finales van het Belvedere Operaconcours zit erop. De meer dan zestig deelnemers die woensdag en donderdag voor de jury zingen, horen donderdagavond wie de finale heeft gehaald. Place de l’Opera keek een ochtend mee vanuit de zaal en sprak met één van de deelnemers.
Buiten voor De Kleine Komedie in Amsterdam staat een groepje jonge mensen. Een paar zijn gekleed in korte broek en onvermijdelijke flipflops. Maar vlak naast die slippers staat een paar glimmend zilveren hakken onder een sjieke lange jurk. De deelnemers aan de ochtendsessie van de halve finale staan uit te blazen van hun optreden; degenen die het laatst aan de beurt waren, dragen nog concertkleding.
Op het podium zijn het jonge maar vaak al ‘echte’ operasterren, buiten dat kader gaan ze onzichtbaar op in de massa toeristen langs de Amstel in Amsterdam. Onzichtbare jongeren, vermoedelijk alleen herkenbaar aan de kledinghoes die ze meeslepen door de stad, op weg naar een coachingssessie of deze halve finale.
Vanaf tien uur mogen de deelnemers zich presenteren aan de jury. Pas de avond ervoor hebben ze te horen gekregen dat ze geselecteerd zijn voor de halve finale. Een zanger vertelt in de pauze hoe een groep deelnemers die avond rond 22.00 uur stond te wachten tot de lijst met halvefinalisten werd opgehangen aan de gevel van De Kleine Komedie. Die lijst telde 62 namen van de oorspronkelijk 160 deelnemers.
Het lijkt een kwestie van mazzel of je een korte of een lange aria krijgt toebedeeld
Om tien uur opent de Britse sopraan Menna Cazel de rij. Er is een strakke procedure. De vocalist komt op en overhandigt de pianopartituur aan Ernest Munneke of Nathalie Doucet, enkele van de concourspianisten die hoogst geconcentreerd en altijd met een geruststellende blik richting de solist het begeleidingsfundament vormen. De zanger stelt zich op in het afgetapete quadrant op het podium. Naam, rugnummer en aria worden genoemd en dan is het: zingen.
De jury heeft uit de lijst die de zangers zelf inleverden bepaald wat er gezongen moet worden. Mozart, Puccini, Rossini en een enkele aria van Korngold staan op het programma. Het lijkt een kwestie van mazzel of je een korte of een lange aria krijgt toebedeeld. Sommige aria’s bieden niet zo veel mogelijkheden om je kunnen te laten horen en zien.
De eerste zangeres die indruk maakt, is de Zuid-Koreaanse sopraan Narea Son. Ze pakt uit in ‘Bel raggio lusinghier’ uit Semiramide van Rossini. Ze klinkt fraai en produceert een aantal uitstekende coloraturen. In mijn lijstje komt een kruisje achter haar naam.
Acht vocalisten brengen hun aria. Het is in de paar minuten die ze hebben de kunst de jury, op het eerste balkon, te imponeren. In de zaal is het niet erg vol. Wie er zit, is bekend uit de operawereld of heeft met het concours te maken. Niet veel ‘gewoon’ publiek heeft een kaartje gekocht voor deze ochtend.
Nadat Marta Reichelova ‘Ah! Je veux vivre’ heeft gezongen in veruit de meest opvallende outfit van de ochtend, doe ik de Voice-draaistoeltest. De zetels in De Kleine Komedie kunnen weliswaar niet draaien, maar als je niet kijkt als iemand opkomt, is het effect hetzelfde: alleen de stem, niet het plaatje.
De stem van Li Yi, een 31-jarige tenor uit China, bevalt me zeer. Hij zingt ‘Kuda, kuda’, de aria van Lenski uit Jevgeni Onjegin. Subtiel-dramatisch en met een smaakvolle dosering van emotie leidt zijn optreden tot een kruisje op mijn lijst.
Ook Jennifer Michel wordt onderworpen aan de draaistoeltest. Haar spreekstem is jeugdig, bijna meisjesachtig, maar als Musetta is ze meer sonoor en volwassen, net als haar voordracht.
“Het voelde alsof er een zwaan door mijn buik liep”
Na een korte pauze is Anna Patalong aan de beurt. De Britse zingt technisch heel verzorgd en met veel inleving de aria ‘Glück das mir verlied’ van Korngold. De zin “Es hat noch eine Strophe—weiß ich sie noch?” komt bijna aan het eind van het lied en wordt gesproken. Het geeft de sopraan de kans net een beetje meer theater te laten zien dan veel anderen. Een kruisje: finalekandidaat.
Ze is enthousiast over haar deelname, vertelt Patalong na haar optreden. “Er zijn zo veel goede zangers, het is heerlijk om omringd te zijn door al die goede stemmen. Het is hier uitstekend georganiseerd, de week gaat erg snel. Iedereen van de organisatie is erg vriendelijk en behulpzaam.”
In mei deed ze auditie, in Covent Garden in Londen. “Het lijkt lang geleden”, vertelt ze. “Ik heb net Mimì gedaan in Lübeck en afgelopen zaterdagavond zong ik de laatste van een serie van Suor Angelica bij Opera Holland Park. Verderop in het jaar zing ik Liu in Turandot en er komt nog een rol in Parijs aan in het najaar.”
Al eerder deed ze mee aan competities, waaronder de Viñas International Singing Competition in Barcelona, waar ze de tweede prijs behaalde. “Concoursen zijn spannend. Je weet nooit hoe het zal gaan. De investering in tijd en energie is het zeker waard, omdat je voor interessante regisseurs en casting directors kunt zingen. En daarnaast: het is heerlijk om een week lang hier in Amsterdam je vijf favoriete aria’ s te zingen.”
Patalong was vandaag goed voorbereid. “Ik ben heel vroeg opgestaan en hoewel dat misschien niet te zien was, gingen de zenuwen op en neer. Het voelde alsof er een zwaan door mijn buik liep.” Die zenuwen zijn onvermijdelijk en Anna weet hoe ze ze kan beperken. “Ik probeer zo diep mogelijk in het karakter te duiken en echt in het moment te zingen. Door dat te doen, valt de wedstrijd een beetje weg in mijn hoofd en let ik op mijn stem en de muziek.”
Vervolg
Op donderdag 2 juli zullen vanaf 10.00 uur nog eens zo’n dertig kandidaten voor de jury optreden, wederom in De Kleine Komedie. Bij de vijf laatste kandidaten van die dag zitten de overgebleven Nederlanders in de competitie: Florieke Beelen en Michael Wilmering.
Laat in de avond wordt bekendgemaakt welke tien zangers zaterdag met orkest in de grote finale in Nationale Opera & Ballet mogen zingen. Het belooft een historisch warme avond te worden, die in geluid en beeld via Radio 4 en internet mee te beleven is.
Meer informatie vindt u op de website van het concours en de website van de Amsterdamse organisatie.
8Reacties
Quote: “De jury heeft uit de lijst die de zangers zelf inleverden bepaald wat er gezongen moet worden. Mozart, Puccini, Rossini en een enkele aria van Korngold staan op het programma. Het lijkt een kwestie van mazzel of je een korte of een lange aria krijgt toebedeeld. Sommige aria’s bieden niet zo veel mogelijkheden om je kunnen te laten horen en zien”.
Ik heb me op facebook nogal boos gemaakt dat ik bij het Belvedere concours praktisch geen zangdocenten (van Conservatoria, geen zang-studenten, zelfs praktisch geen collega zangers tegen kom…
Ik vind het een giga gemiste kans van deze studenten om te kijken waar ze staan in het grote geheel. Veel zitten op het ‘opera-eiland-Nederland’ met z’n eigen maatstaven, die internationaal écht anders blijken te zijn wanneer je je neus over ’s lands grenzen steekt. Hoe eerder een student dat doorheeft hoe beter..
Docenten menen mensen op te leiden voor de praktijk, maar komen niet kijken hoe die praktijk er uitziet. HOE kun je nu mensen daarvoor opleiden als je niet weet wat de standaard is en wat “in” is, wat wel werkt en wat niet.
Ook bovenstaande opmerking over korte of lange aria is heel juist, een docent moet weten wélke aria werkt en wélke aria niet werkt
– ook niet als je mooi zingt -. Dit alles kan een docent (en student) zelf ook leren als je concoursen bezoekt en alles in je opneemt.
Ik ben 20 jaar geleden zelf ook bij dit zelfde concours gestrand in de halve finale, ik moest b.v. Liu’s aria ‘Tu che die gel’ zingen, maar wanneer andere sopranen aria’s zingen waarin ze meer verschillende kleuren van zichzelf kunnen laten zien heb je alleen al op grond van de korte 1 kleurige aria geen schijn van kans..
Aan de docent dus om de student hierin te adviseren. Als je dit soort aria’s helemaal niet op je lijst hebt, kan de jury het ook niet, bij wijze van spreken, al voor je bepalen of je tot de winners behoort of niet….
Nogmaals, een gemiste kans voor docerend en zang-studerend Nederland… Volgend jaar wordt het Zuid-Afrika…..beetje ver..
Maar gelukkig hebben we het IVC (Internationaal Vocalisten Concours in Den Bosch). Bovenstaande geldt ook allemaal voor het bezoeken van dit concours!
Ik hoop daar iedereen tegen te komen!!
Nu op naar de finale, alle deelnemers wens ik veel toi toi toi!
Helemaal mee eens met bovenstaande! Ik heb me ook vaak afgevraagd waarom studenten en docenten niet vaker masterclasses en concoursen bezoeken.( ook al heb je een 10 op een eindexamen, dan betekent dat niet dat je er al bent,dan begint het pas.)
Het is leerzaam en leuk. Ben blij dat iemand dit nu eens in het openbaar onder de aandacht brengt.
Hartelijk dank voor de bijval A.M. Habets-van Schaaik….
Mijn facebookbericht hierover werd me niet erg in dank afgenomen.
Toch blijf ik er bij dat het verbijsterend is dat er niet meer (Conservatorium) zangdocenten en studenten komen luisteren en kijken bij dit soort concoursen en inderdaad ook vrijwel niet bij masterclassen van collega’s….
Stuitend vind ik het…
Ik denk dat er maar één oplossing is: studenten (extra) studiepunten geven als ze (ook als toehoorder) concoursen en masterclasses bezoeken. Het lijkt misschien kinderachtig maar vermoedelijk werkt het wel (stimulerend). Wellicht dubbele punten als ze dit in het bijzijn van hun docenten kunnen doen?
Tja…Maarten-Jan, goed idee, maar persoonlijk vind ik dat de studenten de bevlogenheid, om alles in zich op te slurpen wat maar met zingen te maken heeft, moeten hebben om dit vak te gaan doen. Als je ze moet gaan ‘stimuleren’ door studiepunten te geven maakt het dat ze het vanuit de verkeerde motivatie gaan….
Misschien is het wel zo dat zangers die deze drang niet hebben, niet de zangers zijn die in dit vak thuishoren….
Uit ervaring weet ik ook dat je, als je die gekte/drive/bevlogenheid/missie hoe je ’t ook noemen wilt, niet hebt je het in dit vak niet gaat volhouden…
Dus misschien is het wel “survival of the fittest”….en moet ik me niet zo opwinden…
Ik snap jouw redenering Wiebke, maar ik denk ook dat de studenten zo met alles overvoerd worden in het maken van keuzes dat ze in dit opzicht een duwtje nodig hebben, de een wat meer dan de ander. De echte bevlogenheid kan soms ook wat tijd nodig hebben …
Dat zal in een enkel geval zo zijn Maarten-Jan..
Die bevlogenheid, het ‘heilige moeten’is echter wel ontzettend belangrijk om je in dit vak te handhaven.
Het constante gevecht om rollen binnen te slepen, de eindeloze audities met meestal dito afwijzingen, en het gevecht nadat je een rol hebt binnengesleept hou je niet vol anders.
Menigeen voelt zich na 5 afwijzingen een looser en kapt met het audities doen, de die-hard begraaft zich een weekend onder z’n dekbed en gaat maandag weer verder met de strijd….
Soms merk ik dat ik zelf bevlogener ben voor mijn leerling dan hij/zij voor zichzelf en dat ik met verbazing zie dat de mond wel beleidt bevlogen te zijn, maar de daden niet… Heel apart…
Het moet van binnenuit komen, een ander kan je dat niet voor je doen, ook al stimuleer je van hier tot Tokyo..
Op een gegeven moment moet je het als docent dan ook laten. Echt talent dat doorzettingsvermogen combineert met passie drijft vanzelf boven.