Merkwaardige Manon uit de Met
In de bioscoopserie van de Metropolitan Opera was afgelopen zaterdag Richard Eyres nieuwe productie van Manon Lescaut te zien, een coproductie met de Festspiele Baden-Baden. De hyperrealistische enscenering was aardig om naar te kijken, maar zet vraagtekens bij het tempo waarin intendant Peter Gelb zijn huis probeert af te stoffen.
Richard Eyre verplaatst de handeling naar 1941, de tijd waarin een groot deel van Frankrijk is bezet. De herberg waar de postkoetsen aankomen, is veranderd in een treinstation met aanpalend hotel. Ervoor zien we een pleintje met een paar obligate Duitse soldaten tussen het volk. Dit alles wordt gecompleteerd met bordpapieren decors en tot in detail uitgevoerde periodekleding, waardoor het geheel wel erg sterk doet denken aan een scène uit ‘Allo ‘Allo!.
Als reden voor de keuze van juist deze periode noemt Eyre in een interview de overeenkomst tussen het verhaal van Manon en het script van menige film noir uit de jaren ’40. De promotieposter met stersopraan Kristine Opolais als Rita Hayworth-lookalike speelt daar nadrukkelijk op in. En haar bekendste film Gilda bevat inderdaad de nodige elementen die doen denken aan Manon.
De kostumering van Opolais in de tweede akte speelt de ‘Hayworth-kaart’ volledig uit. Opolais acteerde fenomenaal in deze ‘filmrol’ en zong en passant een fraaie ‘In quelle trine morbide’. Als Des Grieux binnenkomt, begroet ze hem met “Tu, tu, amore? Tu?” en het grote duet neemt een aanvang.
Hier bleek in welke problemen Roberto Alagna zich had gewerkt. De hele productie was door de Met opgezet als een vehikel voor het artistieke koppel Opolais-Kaufmann, dat al de nodige ervaring had in het samen vertolken van Manon en Des Grieux. Toen Jonas Kaufmann zich een paar weken voor de première terugtrok wegens gezondheidsproblemen, richtte Gelb zich in wanhoop tot Alagna.
Omdat Alagna de rol van Des Grieux nog niet eerder had gezongen, moest hij deze in ijltempo instuderen. In een interview spreekt hij van twee weken studeren, twaalf uur per dag. Daarmee heeft hij weliswaar voor Gelb de productie gered, maar waarschijnlijk zijn stem ernstig geforceerd. In sommige passages met hoge ligging klonk hij als een schorre kraai.
Voor Opolais was het natuurlijk ook even wennen. In een interview met Place de l’Opera benadrukte ze recent zich niet goed te kunnen voorstellen Manon te zingen met een andere Des Grieux dan Kaufmann. En dan is het na alle publicitaire ‘hype and hoopla’ ineens zover.
Wat Alagna hier en daar tekortkwam qua zang, wist hij te compenseren met goed acteerwerk en een formidabele inzet. Opvallend genoeg kreeg hij van het publiek een staande ovatie, waarmee vermoedelijk vooral zijn bereidheid om de productie te redden werd beloond.
Stilering
Het realisme van Eyre leidde tot merkwaardige taferelen. Zo werd Manon in de tweede akte door de entourage van Geronte tegemoet getreden als ware zij een koningin die audiëntie verleent. Het libretto maakt gewag van ‘heren en abten’, maar nergens van personen die juwelen komen aanbieden.
Een abbé was in de achttiende eeuw een bekend figuur die een belangrijke rol in het societyleven vervulde, vaak als ‘poedel’ van een adellijke dame. Om zo iemand te vervangen door een bisschop in vol ornaat, te midden van bewonderende gasten, grenst aan het belachelijke. Juist deze scène wordt nogal eens gecoupeerd en het zou de filmnoirsfeer ten goede zijn gekomen als dat nu ook was gebeurd.
In de derde akte was er een decorstuk dat zowel een kerker als een schip voorstelde. Op zich wel aardig, maar toch een tikje uit de tijd. Ook bij librettogetrouwe ensceneringen is enige stilering zo langzamerhand wel gebruikelijk en inderdaad: in de vierde akte bevonden we ons, toch wel verrassend, in een decor dat het midden hield tussen een ruïne en een tankversperring, alles in grijstinten. Voor de zangers een crime om in te spelen; Alagna en Opolais werden er zichtbaar door gehinderd.
Muzikaal was het een alleszins bevredigende uitvoering met een adequate vertolking van Lescaut door Massimo Cavaletti, een manhaftige poging van Alagna om een geloofwaardige Des Grieux neer te zetten en een prachtige Manon van Opolais.
Het orkest van de Met onder leiding van Fabio Luisi voldeed volledig, zonder al te zeer op te vallen. Na alle problemen rond deze productie met uitgerekend een HD-uitzending over de gehele wereld was het voor de Met ‘a difficult night at the office’, waarin uiteindelijk toch alles op zijn pootjes terechtkwam.
19Reacties
Zie commentaar achter “Met brengt nieuwe Manon Lescaut”.
Als u het goed vindt, @Stefan, zet ik onze gedachtewisseling hier voort, anders wordt het enigszins verwarrend.
Het lijkt wel of een ouverture steeds minder gerespecteerd wordt, zeker ook bij de Met opera´s. Anders kan ik het gekeuvel aan het begin van de derde akte niet verklaren.
Mooi dat twee bezoekers een opera zo verschillend kunnen beleven, hoewel we over het einde eensgezind zijn, in ieder geval voor wat betreft het aandeel van Opolais. Dat de recensent hierboven de dramatische presentatie van Alagna ´goed´ noemt, wel aan, ook hierover mogen de meningen verschillen.
Waar ik nog wel op terug wil komen, is de verplaatsing naar de tweede wereldoorlog. Des Grieux is betrokken bij de poging om Manon te bevrijden. Hij is gewond aan zijn schouder en bloedt. Maar geen Duitse soldaat komt op het idee om hem op te pakken, terwijl ze nog geen meter van hem af staan. Er moet toch wel iets van geloofwaardigheid overeind blijven.
En waarom zouden Duitse soldaten een schip met gevangenen naar Amerika sturen?
Wellicht kunt u me uitsluitsel geven?
De recensie van Peter Franken hinkt op twee gedachten. Aan de ene kant heeft hij bezwaar tegen het realisme in deze productie en aan de andere kant is het hem niet letterlijk genoeg.
Sir Richard Eyre verklaarde in het interview met Gelb dat hij de handeling had verplaatst naar 1941 omdat het een moreel wankelmoedige periode was en dat dit ook gold voor de periode waarin Manon zich oorspronkelijk afspeelde. Op zich een interessant idee maar het wordt verder niet uitgewerkt.Er wordt wel collaboratie gesuggereerd tussen Geronte en de Duitse bezetter en omdat Manon zich laat onderhouden door Geronte is er sprake van “guilt by association”.Dat een vrouw zich laat onderhouden door een rijke man en er intussen een geliefde op na houdt en dat beide mannen ervan profiteren is niet tijdgebonden.
Alagna Kweet zich manhaftig van zijn ondankbare taak. Dat hij af en toe bij het zingen van hoge noten wat schor klonk, droeg alleen maar bij tot het realisme: een man die zijn emoties niet meer de baas is.
Opolais maakte een zeer koele indruk en was volgens mij ook niet helemaal bij stem. De laatste akte maakte veel goed.(Binnenkort is ze te beluisteren in het Concergebouw samen met het KCO).
@Kees-Christiaan: in Manon Lescaut zit geen ouverture alleen het wereldberoemde Intermezzo, en toen dat gespeeld werd, was het toch echt stil.
OK … Dat tijdens de 2de WO prostituées door Duitsers naar Amerika worden gedeporteerd is niet logisch. En zeker niet dat de kapitein de opmerking maakt dat Des Grieux “Amerika wil helpen bevolken”. Temeer dat ze in het laatste bedrijf in plaats van in de woestijn van Louisiana weer terug lijken in het door de oorlog verwoeste Europa. Er kan natuurlijk gesuggereerd worden dat ze hun ballingsoord in Amerika ontvlucht zijn – om een totaal verwoest Europa terug te vinden. Maar goed, dat zijn het soort dingen dat men altijd voorheeft als men een handeling transponeert: er klopt altijd wel iets niet met het strict genomen libretto. Maar zolang dat niet TE ver gaat (relatief natuurlijk), het verhaal nog enigszins respekteert en vooral ook visueel mooi wordt vormgegeven, vind ik dat niet erg. We zijn tenslotte op toneel en net als in een droom hoeft voor mij daar niet alles rationeel te kloppen…
En voornamelijk door de enorme vocale en dramatische inleving van de 2 protagonisten heb ik dus enorm van deze voorstelling genoten.
Hinderlijke babbelaars heb je natuurlijk overal (op sommige plaatsen waarschijnlijk meer dan elders); om mij daarvoor te beschermen ga ik steeds -als mogelijk- ergens alleen, ver van de rest zitten. En daar lig ik dan languit in de zetel en droom weg…
@Maarten-Jan: een terechte terechtwijzing. Voor mij belichaamt het prachtige intermezzo ook het begin van de derde akte (zaterdag ging het ook naadloos in elkaar over), maar dat is persoonlijk en u heeft gelijk, dat rechtvaardigt de term ´ouverture´ geenszins.
Ook met uw opmerking op de andere post over het falen van de bioscoopverantwoordelijke slaat u de spijker op de kop, maar ik vraag toch enige clementie voor de hartelijke en enthousiaste Pathé medewerkers, die trots verklaarden dat ze zelf alle hapjes hadden gemaakt …
En ik geloof sterk in de eigen verantwoordelijkheid van de mens. Luidruchtige bioscoopbezoekers zijn wat mij betreft in eerste instantie toch echt zelf verantwoordelijk voor hun gedrag.
Wellicht is het een idee, @Stefan, om alle bezoekers een koptelefoon te geven. Dat biedt ons allen de kans om weg te dromen, ook als de zaal te vol is om een eilandje om je heen te creëren …
Een merkwaardige regie die inderdaad allerlei ongerijmdheden in zich had. Maar misschien kijken we er nog eens met weemoed op terug. Bijvoorbeeld als bekend is wat mevrouw Breth zal hebben aangericht in Amsterdam. Volgens de website van DNO wordt het iets met een hallucinerende Manon die terugblikt op haar leven… Afgezien van de ‘Allo ‘Allo gedachte (ben ik dus niet de enige die dat had), het was een mooie avond met een ontroerend slot. Waarna de gastheer van Pathé Haarlem enthousiast afscheid nam met de vrolijke mededeling dat het weer een leuke voorstelling was geweest en tot de volgende keer.
Wat een ongelofelijke knulligheid zeg, het doet me denken aan de gastvrouw die in september in een Nijmeegse bioscoop de wel 30 operagasten welkom heette bij ‘La Bohiem’.
Daarom vind ik die bioscoop opera’s zo sympathiek. Veelal jonge mensen als gastheren of gastvrouwen die trots zijn omdat zij nu een bijzonder publiek hebben in een speciaal ingerichte foyer. Grappig als ze moeite hebben om de titel juist uit te spreken, zich verontschuldigen als ze het niet precies weten.
Maar je wel welkom heten, vertellen wanneer het pauze is en dat er dan drank en hapjes klaarstaan. Persoonlijk en toegankelijk. Zet dat eens af tegen de distantie bij DNO.
@Kees: Een koptelefoon is geen slecht idee; zou waarschijnlijk ook nog de klank ten goede komen…
Tja @Maria, ik loop al een paar dagen te piekeren of ik een kaartje zal kopen voor de Manon Lescaut van mevrouw Breth. Ik verheug me er enorm op Eva Maria Westbroek Manon te horen zingen. En zie er tegenop de regie van mevrouw Breth te moeten aanschouwen. En kan moeilijk de hele avond m´n ogen dichthouden. Wat is wijsheid?
Wijsheid is misschien toch maar te gaan… voor Westbroek (ik heb haar ook in een vreselijke produktie van Manon Lescaut in de Munt gezien – en zij maakte het toch nog genietbaar). En, wie weet? – misschien valt die produktie van mevrouw Breth toch nog beter mee dan gevreesd wordt…
Ikzelf ga wel niet, maar ik woon in het verre Belgie en ga alleen naar het buitenland voor die opera’s (of uitvoeringen) die me het meest interesseren, maar U … doen toch maar!
@ meneer Kees-Christiaan: Het hangt er een beetje vanaf. Wilt u mevrouw Westbroek graag horen zingen, dan kunt u het risico van de regie op de koop toenemen. Zelf heb ik altijd mijn toneelkijker bij me. Dan kan ik me concentreren op wat ik wél wil zien en verder de boel de boel laten. Andere optie is een plaats met minder zicht. Mist u in elk geval een deel van die boel. Neemt u dan een plaats aan de zijkant van de zaal. De regies van mevrouw Breth die ik gezien heb, muntten uit in onhandige decors die vooral het zicht op de handeling vanaf de zijkanten van de zaal behoorlijk belemmeren. en dat scheelt dan weer. Maar goed, ervaringen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst.
Of u laat Manon Lescaut zitten en gaat wel naar Wozzeck, waar mevrouw Westbroek ook zingt.
En wat het personeel van Pathé betreft: ze doen enorm hun best. Maar zijn niet altijd goed op de hoogte, dus komt het er af en toe wat onhandig uit. Het zij ze vergeven, want ze zijn zo aardig allemaal. Tenminste, bij ons in Haarlem. Behalve dan die ene medewerker die, het was de avond van Iolanta, de zakken van de jassen van bezoekers even was nagegaan en wat kleingeld, aanstekers en dergelijke had ontvreemd. Dat vond ik toch minder.
Ha, dank voor alle wijze woorden. Wozzeck staat zeker op het programma. Bij Manon Lescaut ga ik mevrouw Breth toch maar trotseren. Een plekje aan de zijkant, @Maria, heeft ook nog eens een budgettair voordeel, al kan het dan niet via een abonnement. En dan nu op naar ´Only the sound remains´, waar ik me enorm op verheug. @Stefan: dat lijkt me vanuit het verre België wel een reisje naar Amsterdam waard.
De regie noopt me meer en meer om de opera’s slechts (later) te beluisteren via web-radio. Het herbeluisteren via BBC-3 radio is echter steeds lastiger aangezien de uitzendingen niet altijd beschikbaar zijn. Jammer want had graag zelf geluisterd of de kortademigheid van Alagna tijdens de dress-rehearsal van tijdelijke aard was.
@Kees: Bedenk wel dat ik in Belgie al naar de Munt, de Vlaamse Opera en Luik ga (+de Opera in de cinema!) en af en toe ook naar, Parijs en Keulen (en dus Amsterdam). Vandaar dat ik dus in het buitenland enkel ga zien wat mij -in zijn geheel- het meest interesseert…
@Stefan: ik ben jaloers hoe jij vanuit jouw woonplaats de drie grote operahuizen in België kunt bereiken, met alledrie een eigen profiel! Naas DNO hebben wij nog 2 of 3 producties van de Reisopera en Opera Zuid. Eigenlijk is het een ongezonde situatie dat het Nederlandse publiek al bijna 30 jaar door Pierre Audi aan de Amstel het voornaamste opera aanbod wordt voorgeschreven.
@Leen: Ja, en het pluspunt is inderdaad dat deze drie operahuizen ook nog een tamelijk verschillend repertoire hebben. En er ook een mooi contrast tussen de Munt en de Vlaamse Opera die in “moderne” stijl werken qua ensceneringen terwijl Luik veleer “traditioneel” is. Zo krijgt men alles te zien!