Miricioiu: keizerin van de ZaterdagMatinee
Al decennialang wordt sopraan Nelly Miricioiu op handen gedragen door het ZaterdagMatinee-publiek in Amsterdam. Onlangs was de diva terug in Amsterdam, nu voor masterclasses. Place de l’Opera trof haar en sprak over lesgeven, concoursen, realisme en verismo.
Ik kan me het operaleven niet voorstellen zonder Nelly Miricioiu. Met haar kruidige sopraan, haar karakteristieke timbre en haar perfect beheerste vibrato behoort ze al sinds de jaren tachtig tot een uitstervend ras van échte diva’s, type Callas, Scotto of Olivero.
Mijn vroegste operaherinneringen brengen mij terug naar Thaïs van Massenet, mét Nelly Miricioiu. Daarna heb ik haar 25 jaar lang in de Grote Zaal van het Concertgebouw mogen bewonderen tijdens onvergetelijke ZaterdagMatinees, waarin ze zeventien verschillende rollen heeft gezongen. Van Rossini, Bellini, Donizetti en Verdi. Maar ook van Puccini, Zandonai en Mascagni.
Ik bewonderde haar op de bühne in Brussel als Anna Bolena en in Antwerpen als Magda in La Rondine en Anna in Le Villi. Tussen haar en het De Nationale Opera wilde het echter niet echt lukken.
Luisa Miller, met Neil Shicoff aan haar zijde, ging ten onder aan een stupide regie en bij Norma werd ze ziek en kreeg ze stemproblemen. Jammer, want Miricioiu is niet alleen een begenadigde zangeres, maar ook een fenomenale actrice.
Vorige week was Miricioiu een paar dagen in Amsterdam voor masterclasses aan jonge, veelbelovende zangers. Ik mocht één van haar lessen bijwonen en keek ademloos toe hoe ze de jonge Zuid-Koreaanse Jihae Shin probeerde klaar te stomen voor het belcantovak.
Miricioiu is een fysiek zeer aanwezige lerares. Ze zingt het één en ander voor, laat haar leerlinge voelen hoe de spieren op bepaalde klanken reageren en toont hoe zij ze beter, indrukwekkender of juister kan maken. Ze legt haar hand op Shins buik en schudt met haar hoofd: nee, zo gaat het mis. “Voel maar”, zegt ze en legt Shins hand op haar eigen buik.
Ook het hele gezicht wordt bij de les betrokken: vanaf de slapen, ogen en jukbeenderen tot de kin. De lippen moeten verder uit elkaar getrokken worden, de mond moet breder, veel breder! Hoort ze nu wat voor een verschil het maakt?
Jihae Shin is een goede en volgzame leerling. Ze onthoudt alles goed en doet braaf na wat haar wordt opgedragen. “Brava”, roept de lerares na ‘Caro nome’ uit Rigoletto. “Maar die coloratuur, die moet toch echt anders! Die ‘haha haha haha’ moet je niet accentueren, dat doet Reinild al (pianiste Reinild Mees, die de lessen niet alleen begeleidt, maar er ook fysiek aan meedoet, BJ). Je moet er soepel eroverheen glijden, je moet je techniek niet laten horen. En vergeet je glimlach niet, je lippen, je lippen…”
Miricioiu doet het even voor en alles valt weer op zijn plaats. Net als even later bij ‘Ah! non credea mirarti’ uit La Sonnambula. De leerlinge doet het fantastisch, maar pas bij de lerares slaat de ontroering toe.
Na afloop heeft de diva een moment de tijd voor wat vragen.
Hoe vindt u het, lesgeven?
“Ik houd er ontzettend van. Niet iedere goede zanger is ook een goede leraar, maar ik denk dat ik het goed doe. Het is een feit dat veel van mijn leerlingen het ver brengen en daar ben ik trots op.
Een masterclass kun je natuurlijk niet echt met lesgeven vergelijken, maar ook dan hoop je dat je wat wezenlijks kun overbrengen. Iets wat blijft hangen en, voornamelijk, iets wat helpt. Ik kijk ook vaak bij masterclasses die mijn collega’s geven. Zo leer ik zelf ook nog wat. Ik ben nog steeds leergierig.
Het gaat niet alleen om de stem. Of alleen om het talent, om hard werken of om uitstraling. Het gaat om het hele plaatje. Dat je er goed uitziet, is natuurlijk meegenomen, maar voor mij geldt dat je me met je stem moet overtuigen en niet met je uiterlijk. Aan de andere kant… Gisteren zag ik Il matrimonio segreto, met werkelijk fantastische jonge zangers, wier uiterlijk perfect bij de rollen paste. Een ideale situatie.
Er zijn weinig echt goede leraren en zangers zijn een wegwerpartikel geworden. Het enige wat telt, is de competitie. Er is veel angst. Doe iets niet of niet naar wens en er zijn tientallen zo niet honderden anderen die in de rij staan om het van je over te nemen. Ik heb audities meegemaakt waarbij tegen de zanger werd gezegd: je bent werkelijk geweldig, maar er zijn er veel meer die net zo geweldig zijn als jij. Volgende!”
Hoe denkt u over de vele concoursen die er zijn?
“Ik vind ze zeer belangrijk. Zonder meer. Je kunt echt niet zonder. Als je je als jonge zanger wilt profileren, als je je wilt laten zien, dan moet je meedoen. Soms hop je van het ene naar het andere concours in de hoop te winnen en ontdekt te worden.
Wat niet helpt, is dat veel van de concoursen niet kunnen kiezen voor wie ze eigenlijk bedoeld zijn. Willen ze een carrièreopstap zijn voor jonge en beginnende zangers of moet het winnen de al gearriveerde zangers wat meer bekendheid en betere rollen bezorgen?
Het Internationaal Vocalisten Concours onderscheidt zich op dit punt in zeer positieve zin. Je krijgt er alle aandacht en er wordt voor gezorgd dat je er ‘rijker’ vandaan komt, ook al win je niets. Je krijgt er masterclasses en goede raden. En de sfeer is zeer vriendelijk, gemoedelijk.”
Wat vindt u van superrealistische scènes op het toneel, steeds gebruikelijker tegenwoordig? Scènes met geweld en expliciete seks?
“Er is niets tegen realistische beelden, maar moet je alle details laten zien? Moet je choqueren om het choqueren, alles laten zien omdat het ook op tv te zien is? Ik weet dat verkrachting bestaat, maar moet ik het op het toneel zien gebeuren?
Vulgariteit op de bühne, dat heb ik nooit begrepen. Het is ook nergens voor nodig. Ik herinner me de productie van La Fiamma van Respighi met de fantastische Roemeense tenor en mijn zeer dierbare collega Gabriel Sadé. De regisseur wilde de liefdesnacht zo realistisch mogelijk in beeld brengen: naakt dus. Dat voelde niet lekker. Op die manier zou ik mij nooit op de rol en al zeker niet op het zingen kunnen concentreren. Dat wilde ik niet. Er werd toen besloten om ons een soort ’tweede huid’ te geven. Het zag er heel realistisch uit, maar voor mijn gevoel had ik iets aan. Ik was niet naakt.”
Hieronder de derde akte uit La Fiamma. Het begint met het liefdesduet:
Laten we het over het verismo hebben, een stroming die in mijn ogen veronachtzaamd wordt. Er zijn ook weinig zangers die in de veristische stijl kunnen zingen. Waar zou dat aan kunnen liggen? Wordt het weinig gespeeld omdat er geen zangers voor zijn? Of zijn er geen veristische zangers omdat het niet gespeeld wordt?
“Beide natuurlijk. Verismo wordt als niet ‘intellectueel’ genoeg beschouwd, daar wordt tegenwoordig op neergekeken. We leven in een tijd die arm is aan echte emoties, aan echte gevoelens: liefde, empathie, geloof. Emoties tonen geldt als ouderwets, daar kun je niets mee als je conceptueel te werk gaat. Er zijn ook geen nuancen meer, die hebben we afgedankt.
Maar er zijn tegelijk ook weinig zangers die het kunnen zingen, dat is waar. Tijdens de opleiding wordt er te veel nadruk op technische perfectie gelegd en te weinig op individualiteit.
Mode en hype spelen ook een niet te verwaarlozen rol. Vroeger kon je geen Rossini-opera behoorlijk bezetten, tegenwoordig wemelt het van de Rossini- en belcantospecialisten.
Soms lijkt het erop dat er maar twee mogelijkheden zijn: oude muziek en vroege belcanto óf Wagner. Ergens onderweg zijn we niet alleen het verismo, maar ook Verdi kwijtgeraakt. Je kunt makkelijker Tristan bezetten dan Macbeth. Dat geeft te denken. Maar – en dat mag je niet onderschatten – de keuze ligt ook aan dirigenten en hún prioriteiten. De orkesten zijn groot en met een Wagner kan de dirigent makkelijker ‘scoren’.
Zelf heb ik een veristische natuur. Het zit in me. Mijn lichaam schreeuwt om emoties.”
Over emoties gesproken: hieronder zingt Miricioiu ‘Io son l’umile ancella’ uit Adriana Lecouvreur van Cilea:
Hieronder Miricioiu in één van haar zeer vele belcantorollen: Antonina uit Belisario van Donizetti. Ze zingt ‘Egli è spento, e del perdono’:
Bent u een fan? Of wilt u er één worden? Op Facebook bestaat een Nelly Miricioiu-fanclub.
7Reacties
Het was een geweldige week en een voorrecht om er bij te mogen zijn. Nelly Miricioiu is amazing!Tijdens haar bezoek aan de opera “Il Matrimonio Segreto” in de Amsterdamse Stadsschouwburg, waar ze speciaal was voor haar pupil Hanna-Liisa Kirchin, die de rol van Fidalmo zong, bleek overduidelijk dat haar publiek een goed geheugen heeft getuige de vele korte ontmoetingen en eerbetonen!
Wat zou het een mooie ervaring kunnen zijn voor zangers EN publiek als deze masterclasses opnieuw mogelijk zouden zijn, maar dan openbaar op een mooi locatie! De Kleine Zaal van het Concertgebouw zal wel te hoog gegrepen zijn, hoewel die vlakbij de Grote Zaal is, waar de diva haar grootste triomfen voor de Nederlandse operaliefhebbers had. Wie ontplooit er initiatief? Misschien het Grachtenfestival 2017, Ze viert dan een mooie verjaardag!
Dankjewel Basia, je laat iedereen weten dat deze prachtige en veelzijdige artiest “alive and kicking” is! Via de fanclub op Facebook kan eenieder die dat wil Nelly Miricioiu blijven volgen!
Bedankt voor het interessante interview met onze geliefde diva. Ik herinner me haar debuut in Het Concertgebouw. Ze viel samen met Dénes Gulyás in voor een ziek geworden operaster en werd zelf een ster door de sterren van de hemel te zingen.Een sensatie. Buiten de zaterdag matinee trad Nelly Miricioiu regelmatig op in Amsterdam. Zo zong ze onder meer in Rossini’s Ermione, Verdi’s Requiem, La Bohème van Leoncavallo en bij DNO een prachtige Tosca. Bij haar afscheid in de Robeco serie was ze zeer goed bij stem en wist ze het publiek in vervoering te brengen met haar doorleefde interpretaties.
Ik ben blij dat ze zo van lesgeven houdt en dat ze haar enorme ervaring kan delen met getalenteerde leerlingen.
Zelf heb ik haar (maar) een paar keer live horen zingen, met als absoluut hoogtepunt de waanzinsaria uit Il Pirata. Is ooit op een verzamel-cd verschenen, maar die is helaas niet meer te koop.
Bedankt, Basia, voor het mooie interview. Zoals Kees-Christiaan, heb ik haar maar een paar keer mogen horen, zaterdagmatinee uiteraard. Commentaar overbodig. Wel cd’s thuis. Ik moest lachen om ‘Tristan’ makkelijker te bezetten dan…. Wat dan ook eigenlijk. Leuk.
Ja, een fijn interview, mevrouw Jaworski. Ook ik ben een fan van Nelly Miricioiu vanaf haar eerste Thais in het concertgebouw tot en met haar afscheidsconcert in de Robeco-serie. Overigens ben ik van mening, dat zij dit laatste concert beter achterwege had kunnen laten, want hier was zij nog slechts een schim van de grootse zangeres die zij geweest is. Gelukkig zijn er behoorlijk veel van haar rollen op CD vastgelegd (vooral dankzij Opera-rara) waardoor we nog steeds van deze grootse zangeres kunnen genieten. En wat fijn dat veel aankomende zangtalenten nu van haar ervaring en kunstenaarschap kunnen profiteren.
Tot slot nog een kleine correctie: Nelly Miricioiu zong Luisa Miller niet met Neil Shicoff maar met Wladimir Galouzine.
Bedankt voor de correctie, Wim.
Het was inderdaad Vladimir Galouzine met wie Nelly Miricioiu Luisa Miller in 1997 zong. Neil Shicoff zong de eerste reeks in 1991, met als partner Kallen Esperian. Mijn ooit “ijzeren geheugen” heeft mij nu in de steek gelaten, waarvoor excuses.
Wat waren wij bevoorrecht om deze grandioze zangeres jaar in jaar uit te mogen horen in het Concertgebouw in een repertoire waar geen enkele andere zangeres ooit aan toe kwam. Samen met Magda Olivero vormden zij de koninginnen van de Matinee. Dankzij de onvolprezen inzet van Hans Kerkhof en later Mauricio Fernandez is dat ons allemaal gegund. Helaas verleden tijd.
Wat een feest was het om Miricioiù vorige week vrijdag in de Amsterdamse Stadsschouwburg te mogen omhelsen en daarmee wederom mijn dankbaarheid te kunnen tonen voor al die heerlijke zaterdagmiddagen in het Concertgebouw.
Dank Basia voor dit uitgebreide en warme interview