FeaturedOperarecensie

Kaiser von Atlantis maakt diepe indruk

De verhalen en gedachten over de Tweede Wereldoorlog levend houden, dat stond woensdagavond 4 mei centraal tijdens Theater Na de Dam. Het M31 Foundation koos die avond voor de première van de ‘concentratiekampopera’ Der Kaiser von Atlantis in het Compagnietheater in Amsterdam. Een ervaring om niet te vergeten.

Ellen ten Beek als de Drummer in Der Kaiser von Atlantis. (© Bart Grietens)
Ellen ten Beek als de Drummer in Der Kaiser von Atlantis. (© Bart Grietens)

Der Kaiser von Atlantis behoort tot de ‘Entartete Musik’. De term ‘entartet’ (ontaard) werd niet door de nazi’s uitgevonden. Al in de negentiende eeuw werd het gebruikt in de criminologie. Het betekende zoiets als ‘biologisch gedegenereerd’ en als zodanig slecht voor de mens. De nazi’s omarmden de term dankbaar om kunst die hen niet beviel en die ze als ongezond beschouwden te verbieden en uiteindelijk te vernietigen. Modernisme, expressionisme, atonaliteit, jazz: daar werden ‘Arische zieltjes’ ziek van. En van de muziek van Joden natuurlijk ook, want zij waren bij voorbaat al gedegenereerd. Als ras dan.

Wat als verbod begon, ontwikkelde zich algauw tot uitsluiting en resulteerde in moord. Degenen die het lukte om naar Amerika of Engeland te vluchten, overleefden de oorlog. Wie in Europa bleef, was verdoemd.

Vele, voornamelijk Tsjechische componisten, musici en artiesten werden via Theresienstadt naar de vernietigingskampen gedeporteerd. Vele anderen belandden daar rechtstreeks. Na de oorlog werden de meesten van hen totaal vergeten en zo voor de tweede keer vermoord. De kentering kwam pas in de jaren negentig, voor de meesten te laat.

Viktor Ullmann werd in 1942 naar Theresienstadt gedeporteerd. Hij componeerde er veel van zijn belangrijkste werken, waaronder zijn derde strijkkwartet, de liederencyclus Der Mensch und sein Tag en de Drei chinesische Lieder. In 1944 schreef hij er de opera Der Kaiser von Atlantis. Het libretto werd geschreven door een buitengewoon talent: de nog maar 24-jarige schilder, tekenaar en dichter Peter Kien. Zowel Ullmann als Kien werden op 16 oktober 1944 naar Auschwitz getransporteerd en daar vergast.

Amsterdam, 1975

De opera over de waanzinnige keizer die een oorlog van iedereen tegen iedereen uitroept, en over de Dood die in staking gaat en weigert mensen nog te laten sterven, is in het kamp zelf nooit uitgevoerd. Verder dan de generale repetitie kwam het niet: de nazi’s vertrouwden de boel niet. Van iedereen die aan de opera meewerkte, heeft alleen Karel Berman, die de rol van de Dood zong, de oorlog overleefd.

Der Kaiser von Atlantis beleefde zijn première pas in 1975 in Amsterdam, met onder anderen Meinard Kraak (de Keizer), Tom Haenen (de Dood), Adriaan van Limpt (Harlekijn) en Roberta Alexander (het Meisje). Rhoda Levine regisseerde en Kerry Woodward, die de opera herontdekte, dirigeerde.

De muziek van Ullmann doet sterk aan die van Kurt Weill denken en is gelardeerd met muzikale citaten. Het trompetsignaal aan het begint komt uit de Asrael-symfonie van Josef Suk, een symfonie die in Tsjechoslowakije vaak uitgevoerd werd bij de dood van bekende personen. Midden in de opera kan men ‘Deutchland über alles’ horen (hier in mineur uitgevoerd) en aan het eind klinkt een koraal van Maarten Luther, ‘Ein’ feste ist unser Gott’. De laatste aria van de Dood kun je zien als een parafrase van het gedicht ‘Der tot und das madchen’ van Matthias Claudius.

Amsterdam, 2016

De uitvoering die ik op 4 mei in het Compagnietheater bezocht, maakte op mij een onuitwisbare indruk. De regie van Robin Coops en het scènebeeld van Maze de Boer waren eenvoudig en doeltreffend. De kleine speelruimte van het Compagnietheater werd in tweeën gedeeld: rechts het dertienkoppige, voortreffelijk spelende New European Ensemble (dirigent: Frank Zielhorst) en links de zangers/acteurs. Er werd gebruikgemaakt van grijze opstapkisten en felle lampen, maar voor de rest was er gelukkig geen gerommel met symbolen.

Alle zeven rollen waren meer dan voortreffelijk bezet. Sopraan Donij van Doorn ontroerde als het Meisje: mooi in haar vastberadenheid om te doden en gedood te worden, maar nog mooier in haar breekbaarheid toen ze de liefde leerde kennen.

Wiard Witholt (voorgrond) met Nanco de Vries in Der Kaiser von Atlantis. (© Bart Grietens)
Wiard Witholt (voorgrond) met Nanco de Vries in Der Kaiser von Atlantis. (© Bart Grietens)

Dat ze zich zo gretig aan die liefde kon overgeven, kwam zeker ook door de zoete stem van Jacques de Faber. Hij zong de Soldaat met zo veel lyriek dat je wel moest smelten, zelfs al was je van steen. Hun duet ‘Schau die Wolken sind vergangen’ was, naast de laatste aria van de Dood, een emotioneel hoogtepunt van de opera.

Ellen van Beek was een vastberaden Drummer; van haar optreden werd ik af en toe een beetje bang. Met haar strak gevoerde heldere stem en met haar gedecideerde acteren werd ze een verpersoonlijking van het onnadenkende ‘doorgeefluik’ van het absolute kwaad. Schitterend.

Marijn Zwitserlood imponeerde als de Luidspreker: onvoorstelbaar hoeveel kleuren de bariton tot zijn beschikking heeft!

Erik Slik ontroerde als de Harlekijn, die het allemaal gezien heeft en alleen nog naar de dood verlangt. De Dood weigert hem echter mee te nemen, omdat hij het zelf ook niet meer ziet zitten. Ooit hadden oorlogen nog enige betekenis: “Das waren Kriege, wo man die prächtigsten Kleider trug, um mich zu ehren!”, maar nu de Keizer er een fabrieksproduct van wil maken, gaat hij in staking. Want sterven aan de lopende band, daar doet hij niet aan mee.

Het personage van de Dood als filosoof, denker en vredesactivist kreeg van Nanco de Vries een waarlijk fraaie gestalte. Bij zijn grote aria moest ik aan de sterfscène van Boris Godoenov denken. Het is onvoorstelbaar dat we de bas zo weinig in Nederland te horen krijgen.

Wiard Witholt was een jonge Keizer. In zijn vertolking was hij meer een door stoute overmoed gedreven domme gans dan een kwade genius. “De oorlog is nu uit: maar welke oorlog? De laatste of alle oorlogen?” zingt hij voordat hij vrijwillig met de Dood meegaat.

Daarna klinkt nog het koraal ‘Komm Tod [..] Lehr uns das heiligste Gebot: du sollst den grossen Namen Tod nicht eitel beschwören’, alleen is er geen doek om te vallen.

Der Kaiser von Atlantis, een samenwerking met de Nederlandse Reisopera, is de komende tijd nog viermaal te zien. Zie voor meer informatie de website van het M31 Foundation. Benieuwd naar meer achtergronden bij deze opera? Lees het artikel ‘Achtergrond: Ullmanns Kaiser von Atlantis’.

Vorig artikel

Opolais soleert bij Concertgebouworkest

Volgend artikel

ZaterdagMatinee brengt Bellini's Straniera

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

2Reacties

  1. Hans van Verseveld
    6 mei 2016 at 12:16

    Ooit in 1975 zag ik Der Kaiser von Atlantis in naar ik mij herinner Theater Belkevue en toen al zong Roberta Alexander een prachtige rol zoals ze nu ruim 40 jaar later in de Metropolitan in New York nog steeds een bewijs kevert van haar grote kunstenaarschap in Strauss Elektra als fünfte Magd.
    De hernieuwde kennismaking met Ullmanns grandioze drama afgelopen woensdagavond was wederom een dramatische ervaring. Ik ben het helemaal met mevrouw Jaworski eens dat de voorstelling een onuitwisbare indruk achterlaat. Er zijn nog voorstellingen en ik beveel het dringend aan om te gaan kijken en luisteren.

  2. Leen Roetman
    6 mei 2016 at 18:36

    Wat een belangwekkende voorstelling en wat jammer dat er niet meer voorstellingen zijn en wat meer bij mij in de buurt. Dit had wel even het hoofdartikel mogen zijn. Dat Sally Matthews Happy in Amsterdam is, vind ik niet zo relevant.