Bariton Benjamin Appl: een rising star
Op 25 mei maakte Benjamin Appl zijn entree in de serie Rising Stars in de Kleine Zaal van het Concertgebouw in Amsterdam. Hij deed de naam van de serie recht en toonde zich, begeleid door James Baillieu, een veelbelovende bariton.
Benjamin Appl is één van de jonge musici die door de European Concert Hall Organisation is uitverkoren om een tournee te maken langs de belangrijkste Europese concertpodia. De bariton bracht een gevarieerd programma, startend met liederen van Hahn, gevolgd door liederen van Schubert op teksten van Goethe. Na de pauze zong Appl de Nederlandse première van het speciaal voor hem gecomponeerde stuk The Last Letter van de hand van de Amerikaanse componist Nico Muhly. Het recital eindigde met de cyclus Dichterliebe van Schumann.
Met ‘À Chloris’ als openingslied zette Appl hoog in. Dit lyrische en melodische stuk van Hahn is doordrenkt met verlangen naar liefde en vraagt om een vertolker die dat kan uitdragen. Appl zong het lied weliswaar met verve, maar toonde weinig inspiratie. En die weinig geanimeerde manier van zingen duurde voort tot aan het begin van de Schubert-liederen. Appl zingt zeer verstaanbaar, maar zou nog winst kunnen behalen in zijn uitspraak van het Frans.
Bij het lied ‘Promotheus’ van Schubert kreeg Appls vertolking meer diepte. Hij wist zich goed in te leven in het karakter Prometheus, die in een vurig lied zijn beklag doet bij de oppergod Zeus. Appl zong het lied met passie en mooie vocale accenten, zoals op de dramatische tekst: “Ich kenne nichts Ärmeres unter der Sonn als euch, Götter!”
Appl hield deze bevlogenheid vast gedurende de rest van het concert, ook tijdens de kalmere liederen. Met ‘Erlkönig’ als laatste lied voor de pauze oogstte hij een enthousiast applaus.
Voor de Nederlandse première van het werk van Muhly zong de bariton eerst nog ‘even’ het lied ‘Schöne Welt, wo bist du?’ Jammer van die plek in het programma, aangezien dit misschien wel het mooiste stuk van de avond was en Appl het teder, lyrisch en volledig in dienst van Schillers tekst bracht.
De overgang naar Muhly’s The Last Letter was een groot contrast. De cyclus bestaat uit vijf passages van liefdesbrieven uit de Eerste Wereldoorlog, waarvan de onderwerpen variëren van een verklaring van eeuwige liefde tot de aankondiging van het verlaten van manlief. Appl zong het hedendaagse werk met gemak, ondanks de lastige delen met veel tekst en veel tempo- en volumewisselingen. Een erg interessante, toegankelijke compositie.
De cyclus Dichterliebe van Schumann, op teksten van Heinrich Heine, besloot het recital. Schumanns werk bestaat vooral uit kortere liederen, met veel verwijzingen naar de lente. Veel van de liederen bevatten hoge delen, die aan de lichtheid van de lente doen denken. In enkele liederen kwamen die delen mooi tot hun recht, zoals in het prachtige ‘Hör’ ich das Liedchen klingen’, maar vaak bleken de hoge passages een uitdaging voor Appl te zijn. Hij verloor volume en werd te breekbaar.
Het laatste stuk van de cyclus, ‘Die alten, bösen Lieder’, vormde een mooi slot, waarbij James Baillieu met zijn afsluitende pianosolo de spanning goed wist vast te houden en naar een doodstille climax toewerkte.
Benjamin Appl weet hoe hij een avond met mooie liederen moet vullen, waarbij vooral in de Duitstalige werken zijn kracht bleek te schuilen. Al met al een mooi concert van een veelbelovende bariton, die kan groeien tot grote hoogten.
Rennik-Jan Neggers (22) is de nieuwste aanwinst in het corps van recensenten van Place de l’Opera. Neggers studeert cultuursociologie en heeft een grote passie voor opera en klassieke muziek.