Simons’ Serail: doeltreffend theatraal
De Nationale Opera bracht vrijdag Die Entführung aus dem Serail in première. Johan Simons kwam terug naar Amsterdam om zijn regie van 2008 iets aan te passen. De voorstelling, eigenlijk een Singspiel en geen opera, combineerde in de handen van Simons fraaie muziek met doeltreffend theater.
Het verschil kan nauwelijks groter zijn. Osmin beweegt zich bulderend over het podium, bars scheldend op alles wat niet voldoet aan zijn opvattingen en vooral op één van de gevangenen van zijn baas Bassa Selim, de knecht Pedrillo. Peter Rose zingt en speelt de rol van de harembewaker zonder een enkel vraagteken en is vanaf zijn opkomst een voelbare publiekslieveling.
Tegenover hem staat als andere uiterste Konstanze. Ze is na een kaping door zeerovers als slavin verkocht aan Bassa Selim. Die heeft geduld met zijn avances, maar plaatst Konstanze steeds meer voor een dilemma: blijft ze trouw aan haar oude geliefde Belmonte, die haar buiten de harem zoekt, of geeft ze zich over aan de grijpgrage handen van de Bassa? Haar stem zegt nee, maar luister naar die stem als haar ‘bezitter’ zijn hoofd diep in haar schoot drukt en haar coloraturen ijle hoogten bereiken.
Als Konstanze is Lenneke Ruiten een karaktervolle sopraan met een zeer eigen geluid. Moesten we het bij haar vorige DNO-productie (Hänsel und Gretel) alleen met haar stem doen, die vanuit een gesloten poppenpak tot ons kwam, deze keer straalt ze vocaal, in haar spel en in een jurk die haar zelf zeker ook zal bevallen: zwart met veel strass.
Twijfels en dilemma’s
De herneming van Die Entführung aus dem Serail volgt negen jaar na de eerste serie opvoeringen. De veranderde opvattingen en de woede in een deel van de westerse samenleving geven de productie, waarin de tegenstelling tussen West en Oost een groot thema is, een ander licht. Regisseur Johan Simons benadrukt in een inlegvel in het programma het belang van twijfel, verdraagzaamheid en redelijkheid.
De eerste versie heb ik niet gezien, dus een vergelijking is niet te maken. Wat ik zag, was een voorstelling waarin een doorgewinterde theaterregisseur zijn instrumentarium toepast op het genre opera – geholpen door het feit dat het om een Singspiel gaat met gesproken teksten – en daarmee indringend theater maakt van een kluchtig bedoeld stuk. Meer nog dan de benadering van het oriëntalistische karakter bevielen me de theatrale middelen die Simons inzette.
Simons’ regie is niet belerend of pamflettistisch, maar zet het licht op de twijfels en dilemma’s van de hoofdfiguren in de confrontatie met het exotische. De figuur van Konstanze is daar het beste voorbeeld van. Ze is voortdurend in tweestrijd en laat op het moment van de hereniging met haar verloofde Belmonte veelzeggend zijn hand los. Het andere liefdespaar, Pedrillo en Blonde, lijkt zorgelozer; zij nogal pragmatisch, hij niet erg snugger. Aan het eind, als hun bevrijding daar is, staan ze in een verkrampte omhelzing stil op het podium.
Tussen de twee stellen brengt Bassa Selim de oplossing in een met veel ‘Nein’ geschreeuwd einde. Het klinkt rauw, maar de tekst gaat over het genoegen om onrecht met weldaad te vergelden.
De spreekrol van Bassa Selim, door acteur Steven Van Watermeulen, krijgt in het laatste deel meer kracht dan eerder in de voorstelling. De getrainde (spreek)stemmen van de zangers winnen het geregeld van de acteursstem van Van Watermeulen, wiens Duits niet ideaal is.
Jong en lyrisch
Begeleid door een hoogst dynamisch Nederlands Kamerorkest onder leiding van Jérémie Rhorer werd er prima gezongen. Rhorer is een energieke dirigent, die zijn aandacht verdeelt tussen orkest en zangers. Hij hield een hoog tempo aan, waardoor er soms een enkel detail van het voortrazende voertuig viel.
Tenor Paul Appleby, die als Belmonte vanuit de zaal opkwam, zong met de beweeglijkheid die je bij Mozart hoopt te horen en klonk jong en lyrisch. Net zo jeugdig als Blonde, die door sopraan Siobhan Stagg met een scheut humor gezongen werd. Stagg won de prijs van de Internationale Mediajury tijdens het Belvedere-concours van 2014 en het enthousiasme dat ze toen opriep, was er nu weer.
Indringend
Zoals gezegd is de regie door Simons niet boodschapperig, maar wel mooi theatraal. Intelligente vondsten zijn er in het decor, dat soms echt is – al heeft het oriëntaalse de kitsch van een buurtrestaurant – en soms alleen bestaat uit een doek.
De laatste scènes zijn indringend. Het einde betekent weliswaar goed nieuws voor de gevangenen, maar het schuurt, met name door de enscenering. De voorstelling eindigt op een kaal toneel, waar Simons een middel gebruikt dat per definitie in de opera vaak ontbreekt: het is geregeld helemaal stil. Geen muziek, geen zang. Alleen spel. En die stilte.
Die Entführung aus dem Serail is tot en met 26 januari te zien in Nationale Opera & Ballet in Amsterdam. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.
18Reacties
Dank François
Mooie recensie. Zeer herkenbaar. Had de voorstelling destijds wel gezien en in mijn herinnering was ik destijds maar matig enthousiast, doordat het soms wat slepend was. Er zit inu een goede vaart in de productie. De tweestrijd van Constanze, die juist in Mozarts muziek pregnant klinkt, is krachtig neergezet. Wat ik ook fijn vind, is dat de voorstelling uiteindelijk de nadruk legt op oermenselijke emoties en gedragingen en niet gereduceerd wordt tot een oppervlakkige hedendaagsheid.
“ENTFÜHRUNG” MET UITERST PIJNLIJKE MOMENTEN
http://operagazet.be/recensies/recensies-20162017/nl/amsterdam-die-entfuhrung-aus-dem-serail/
Dat er onder leiding van Jérémie Rhorer “prima werd gezongen” en dat tenor Paul Appleby “met de beweeglijkheid die je bij Mozart hoopt te horen” en “jong en lyrisch” zong, bewijst dat er een parallel universum bestaat.
Deze productie zit, wat mij betreft gelukkig, niet in het vriendenabonnement. Ik heb de voorstelling in 2008 meegemaakt, vond het een misbaksel-eerste-klas, begrijp niet waarom die een reprise krijgt en zal er daarom ook geen losse kaarten voor kopen, hoe goedkoop die wellicht ook zijn of worden. Ik heb nu 4 recensies van deze herneming gelezen, 2 op Nederlandse operasites, 1 op een Nederlandse muzieksite en 1 op een Belgische operasite en ik kan mij nauwelijks voorstellen, dat die recensenten het allemaal over één en dezelfde voorstelling hebben.
Lees ook Paul Korenhof: “dirigent Jérémy Rhorer zorgde voor een subtiel spel van vloeiend cantabile en genuanceerde pasteltinten van de diverse orkeststemmen”, “ongunstige akoestische invloed van het decor bemoeilijkte het samensmelten van zang en orkestspel”, zie Opusklassiek.nl.
Meneer De Haan, heeft u toevallig de links van die recensie-sites? Ik heb gezocht maar kan alleen Opus Klassiek vinden. Bij voorbaat dank.
Meneer Roetman, Paul Korenhof zei ook nog wat anders, namelijk dat Lenneke Ruiten niet altijd opgewassen bleek tegen de rol van Konstanze:
“In ‘Ach ich liebte’ leek haar resonans wederom te klein voor Het Muziektheater, ‘Traurigkeit’ voegde daar pijnlijke intonatieproblemen aan toe en ‘Martern aller Arten’ vraagt niet alleen om meer persoonlijkheid en meer vocale bravoure, maar ook om meer kern en volume. Toen zij in het slotdeel zelfs moeite kreeg om boven het orkest uit te komen, verwachtte ik al half en half dat zij zich na de pauze zou laten verontschuldigen.”
Meneer Korenhof is een grote autoriteit op operagebied en aan zijn technische oordeel over een stem twijfel ik niet.
Beste heer Anthony, dat zijn operanederland.nl en operagazet.be.
Dank u, meneer De Haan. Men is niet zeer te spreken over regisseur Simons.
Opera Nederland: “Daarnaast probeert Simons scenisch invullingen aan de coloraturen van Konstanze te geven door Bassa haar op die melismatische momenten onzedelijk te laten betasten. Het is niet zozeer passend of doelmatig als wel absurd en ridicuul.”
Opera Gazet: “Over die coloraturen nog even het volgende: het had regisseur Simons, die blijkens een interview in Het Parool erg had moeten wennen aan het “ge-ôhôhôhôh” in de opera, een leuk en fris idee geleken om de coloraturen van Konstanze te koppelen aan de seksuele handelingen die deze ‘Grab ‘em by the pussy’ Bassa Selim met haar uitspookte. Dat was misschien één keer een “aardige vondst”, maar de tweede keer zeer onleuk, en de derde keer irritant. Oom Johan die drie keer op een avond dezelfde mop vertelt.”
Als de rol van Bassa Selim een zangrol (ongetwijfeld voor bariton)
was geweest, zou een bejaarde José van Dam moeiteloos de ster van deze productie zijn geweest.
Zo miste Blondchen iedere sprankeling, Belmonte de glans van Edgaras Montvidas van negen jaar geleden -robuust gezongen tonen klonken bovendien niet fraai- , Osmin (goed overigens) de impact van Kurt Rydl. En Lenneke Ruitens stem is gewoon meer dan een maatje te klein.
Na de klasse-Pedrillo was nu voor mij de dirigent de ster. Zijn opvallend mooie accenten en afwerkingen deden me regelmatig opkijken maar na verloop van tijd deed zich dat minder voor, zonder dat zijn lezing gladjes werd overigens. Hij en zijn orkest hadden veel en veel meer dan het slappe slotapplaus verdiend dat zij gisteren oogstten.
Simons wist dit keer in nog sterkers mate zijn zware stempel op de productie te drukken. Met zijn overduidelijke boodschap, onderhoudende, aardige en sterke vondsten en zonder die gesproken dialogen ongein. Ongein waaraan hij zichzelf overigens op pijnlijke wijze schuldig maakte met zijn coloratuurhandtastelijkheden. (Ik vind het altijd al gênant om te zien dat een tegenspeler bij een coloratuuruithaal van een sopraan een schrikreactie moet spelen.)
Bestaan er zo langzamerhand ook operarecensies die de zangers niet behandelen? In de Theaterkrant staan 5 alinea’s over de “psychische gelaagdheid” etc., en 1 nietszeggende regel over de solisten:
“Er wordt redelijk gezongen (onder meer door sopraan Lenneke Ruiten, Steven van Watermeulen en Peter Rose) en kwiek gemusiceerd.”
Blijkbaar zingt de spreekrol (!) van Van Watermeulen net zo “redelijk” als de sopraan van Ruiten….
Het Parool en NRC Handelsblad geven 4**** maar zijn behoorlijk kritisch. Gezien de inhoud van de recensies lijken mij 2** of 3*** meer op zijn plaats.
Ik zal deze herneming aan mij voorbij laten gaan. Ik was in 2008 al weinig onder de indruk van deze productie. Voor psychische gelaagdheid ga ik niet naar de opera maar het liefst naar Engelse toneeluitvoeringen. Gelukkig worden we door Pathé verwend met top uitvoeringen door The National Theatre, The Royal Shakespeare Company en The Kenneth Branagh Theatre Company.Anders dan de meeste Nederlandse acteurs weten Engelse acteurs te suggereren dat de personages een innerlijk leven hebben.Sorry. Dit gaat niet over opera.
http://cult.tpo.nl/column/zeg-goed-komt/
Sietske Bergsma geeft een repliek op het inlegvel, ‘een statement van de regisseur’ http://cult.tpo.nl/column/zeg-goed-komt/
Omdat reacties met een weblink gemodereerd worden door de redactie, en dat laat altijd even op zich wachten, kon ik niet weten dat amice Keegel deze treffende repliek ook reeds met u gedeeld had!
Mensen deze opera moeten we snel vergeten. Behalve de voortreffelijke Peter roos (baron von ochs roaenkavalier) buiten gewoon slechte voorstelling en niemand op zn plaats. J Simon nooit meer! Echt niet. Slechtste voorstelling van de afgelopen 3 seizoenen en ik heb ze bijna allemaal meerdere keren gezien. Heb mijn 3e kaartje voor deze voorstelling dan ook maar terug gegeven. Grote woorden van Simon over urgentie en wat krijgen we? Nog nooit vertoont! Zo Saai.
Nu Mark vindt het wel wat overdreven het was niet de beste uitvoering maar heb wel slechtere gezien de laatste jaren o.a Macbeth,Manon Lescaut, Salome .
Dus ben het niet helemaal met je eens zo erg was het nu ook weer niet. Stuur dat kaartje maar op.
Ik heb me zeer geërgerd aan de regie. In het verhaal blijft Bassa Selim een edele moslim, en die hebben hoge morele waarden; dan ga je niet aria’s lang aan Constanze/Lenneke zitten frunniken. Smakeloos.Het decor was meer iets voor een musicalvoorstelling op de middelbare school. Ik vond de voorstelling muzikaal goed, maar het orkest toch echt te luid: 10 eerste violen! Lenneke Ruiten zong fantastisch, Pedrillo en Blondchen waren van internationale klasse., de andere zangers niet meer dan matig tot gewoon goed. Een teleurstellende avond.
In mijn (nogal negatieve) reactie van maandag heb ik verzuimd te vermelden dat ik het decor adequaat en aangenaam vond. Niet iedereen zal mijn uitgesproken voorkeur voor functioneel, gestileerd, minimalistisch en inventief delen maar de verrassende klap aan het slot zal toch wel e.e.a. moeten verklaren, lijkt me.