Stutzmann geeft vurig en intens recital
Na eerdere optredens in 2007 en 2011 verzorgden alt Nathalie Stutzmann en haar vaste pianiste Inger Södergren dinsdagavond opnieuw een gepassioneerd liedrecital in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Voor de pauze klonken Schubert en Wagner, na de pauze zong de Française in haar moedertaal.
Nathalie Stutzmann was ontwapenend in haar entree en maakte spontaan contact met het publiek. Ze opende de avond met ‘Fischerweise’ van Franz Schubert en betoverde met het donkere timbre van haar stem. Helaas was de Steinway-vleugel waarop Inger Södrgen haar moest begeleiden veel te volumineus van klank. Södergren gaf later op de avond blijk van fantasievolle en kleurrijke interpretaties, maar in de Schubert-liederen klonk haar spel hier en daar té ostinaat.
Stutzmann zong vurig en intens, zeer inlevend in de tekst en de muziek. Ze toonde veel gevoel voor de sfeer en de dramatiek die in de liederen besloten liggen. In haar lagere register zong ze comfortabel en naturel, maar in de hogere regionen klonk ze niet altijd even overtuigend. Haar dictie bleef echter in alle liederen matig, wat de verstaanbaarheid van de tekst uiteraard niet ten goede kwam.
Haar stemgebruik is zeer wendbaar, wat bijvoorbeeld goed tot zijn recht kwam in ‘Lachen und Weinen’ van Schubert. In ‘Du bist die Ruh’ bracht ze een mooie kleuring aan. In dit lied klonk de piano gelukkig meer dienstbaar, stiller en zachter. De onderstroom in ‘Die junge Nonne’ werd prachtig vertolkt en het rusteloze ‘Der Musensohn’ werd zeer ritmisch gezongen.
In de poëtische Wesendock-Lieder van Richard Wagner vonden Stutzmann en Södergen elkaar in een inniger toon. ‘Stehe still!’ bracht een klankstroom voort uit de piano waar geen einde aan leek te komen. Stutzmann gaf zich volledig en bracht samen met Södergren de contrasten in het lied expressief tot leven. Ook ‘Im Treibhaus’ klonk indrukwekkend, waarbij Södergren een prachtige klaagzang weergaf in haar akkoorden. Intiem samenspel klonk in het contemplatieve ‘Träume’.
Na de pauze was het opgewekte en dansante ‘Mandoline’ van Gabriel Fauré te horen, op een tekst van Paul Verlaine, alsook het romantische ‘Après un rêve’. Stutzmann bleek in haar element in dit repertoire, maar ook in de Franse teksten toonde ze weinig aandacht voor dictie.
Södergren speelde naarmate de avond vorderde steeds doorleefder en met grote verbeeldingskracht. Helaas werden de tere vlinders uit ‘Les papillons’ van Chausson bijna verpletterd door de klanken van het te volumineuze instrument. De aangrijpende tekst van ‘Les heures’ werd intens vertolkt, waarbij het duo een prachtige eenheid vormde.
Aan het einde van de avond klonken liederen van Debussy. Met open akkoorden in de pianopartij en het donkere, diepe timbre van Stutzmann was ‘Les cloches’ zeer expressief. En ‘La chevelure’ presenteerde het duo uiterst beeldend. De zangpartij is lastig, maar Stutzmann toonde zich een gepassioneerd verteller.
De avond werd besloten met Debussy’s ‘La mer est plus belle que les cathédrales’, opnieuw op een tekst van Paul Verlaine. Prachtig pianospel en een sprekende vertolking.
1 Reactie
Een recensie waar ik me helemaal ik kan vinden.Zonder de teksten mee te lezen had ik er weinig van verstaan maar wat een prachtige stem vooral in de laagte.Ze gaven wijselijk geen toegift want Inger Södergren zag er duidelijk ziek uit.Des te bewonderenswaardig dat ze het de hele avond heeft vol gehouden.