Hondenhartje is voor iedereen
Vanavond (13 mei) gaat bij De Nationale Opera een nieuwe familievoorstelling in première. Hondenhartje, losjes gebaseerd op A Dog’s Heart, is een stoere opera voor iedereen vanaf 8 jaar. Marcel Sijm regisseert, Alexander de Jong speelt Eiso, één van de scheepsjongens. François van den Anker sprak met beiden.
“Nerveus”, antwoordt Marcel Sijm als de verslaggever naar zijn stemming informeert, een paar dagen voor de première van de opera Hondenhartje. In een video over de productie verklaarde de regisseur dat hij tegen saaiheid is. Dat heeft gevolgen: “Die zenuwen zijn mijn eigen schuld. Ik neig de laatste tijd naar een open manier van werken. Uit angst voor saaiheid verlang ik steeds meer van de zangers en laat tegelijkertijd meer ruimte voor hun inbreng. Maar daardoor heb ik het als regisseur minder in de hand.”
Marcel Sijm maakte twee jaar geleden voor De Nationale Opera (DNO) Reimsreisje, een familievoorstelling gebaseerd op de opera Il viaggio a Reims, die in dezelfde periode werd opgevoerd in Nationale Opera & Ballet. Reimsreisje was productioneel een nogal omvangrijke voorstelling, met opblaasbare kostuums, een singer-songwriter en enorme hoeveelheden water en zeepsop. “Er komt nog wel eens schuim uit de leidingen in de kelder van het gebouw”, meldt de veroorzaker daarvan. Zijn blik verraadt dat hij niet erg onder die gedachte lijdt.
“Ik wilde een mannenstuk maken”
Na het succes van Reimsreisje, dat door de omvang van de productie niet hernomen kon worden, kwam het verzoek van DNO voor een nieuwe familievoorstelling. “Met het schrijversduo waarmee we ook Reimsreisje maakten, Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes, ben ik het materiaal van A Dog’s Heart gaan bekijken. De muziek van Raskatov is echt voor volwassenen en het verhaal, een parodie op de Sovjet-Unie aan het begin van de vorige eeuw, was niet geschikt voor kinderen. In een gesprek met Bindervoet en Henkes over de voorstelling trokken we gezamenlijk de conclusie dat het niet zou lukken.”
“Maar toen kwam één van de schrijvers – we zaten al aan het bier – met het idee om eerder gemaakt materiaal te gebruiken. Het stripboek Wijdlopige, brede en waarachtige beschrijving van de ongelukkige reizen van het schip de Visstick en haar gezagvoerder Kapitein Iglo werd ooit bewerkt tot een libretto, maar het is nooit uitgevoerd. De schrijvers zeiden, meer als grap dan serieus: ‘We maken een nieuwe opera, die speelt op de boot van kapitein Iglo.’ Zo gingen we uit elkaar, maar op weg naar huis bleef ik lachen om dat idee om het verhaal van Boelgakov op een Hollandse zeevaarder te doen. Ik heb de schrijvers de volgende dag opgebeld en gezegd: dat gaan we doen.”
“Hondenhartje moest een commentaar worden, niet op de Sovjet-maatschappij, maar op de Hollandse volwassen mannenmaatschappij”, zegt de regisseur. “Ik wilde een mannenstuk maken voor kinderen, voor jochies, of voor meisjes die een beetje jochieachtig zijn.”
Sjarikov, de hond die mens wordt in A Dog’s Heart, werd zo Sjarikmans in Hondenhartje, “een jeugdopera die de wereld van de volwassenen wil becommentariëren in het besef dat ook de jeugd hier binnenkort deel van uitmaakt”, zo omschrijft DNO.
Een familievoorstelling, geschikt voor bezoekers vanaf 8 jaar, stelt bijzondere eisen. Marcel Sijm heeft de nodige ervaring in dat genre en weet wat er nodig is. “Volwassenen hebben conventies: ‘Wat deftig, we gaan naar de opera.’ Kinderen hebben dat niet. Je moet ze direct aanspreken, en dat vraag ik ook van de performers.”
“Je kunt niet even een aria op YouTube checken”
Voor de nieuwe productie kregen twee componisten alle ruimte, Oene van Geel en Florian Magnus Maier. “Er was niet zo heel veel tijd, vermoedelijk niet genoeg om iemand te vragen een complete opera te componeren”, zo verklaart Sijm die beslissing. “Ik wilde ook niet dat het té serieus zou worden, dat iemand driftig zijn pièce de résistance zou gaan zitten maken. Het moest speels en licht worden. Ik kende Oene en Florian van eerdere projecten en ze hebben ook weleens samen op een podium gestaan.”
Aanvankelijk was het plan dat elke componist muziek bij zijn eigen scènes zou componeren, maar tijdens het maken veranderde dat. “Ze zijn ook met elkaar gaan schrijven. Dan begon de één en maakte de ander het af. De partituur is niet eenvoudig, Oene maakte gecompliceerde ritmes en Florian complexe harmonieën. Het vraagt veel aandacht van de zangers en musici, die moeten echt multitasken.”
Bas-bariton Alexander de Jong kende de muziek van Oene van Geel van een eerder project, een gelegenheidsvoorstelling in het Stedelijk Museum bij de tentoonstelling van Jean Tinguely. “Toen ik de partituur voor Hondenhartje voor het eerst kreeg, wist ik wat ik kon verwachten, en dat het niet makkelijk zou zijn om in te studeren. Het is echt hard oefenen, op gekke maatsoorten en niet de meest voor de hand liggende ritmes en harmonieën. Nieuwe muziek kost wat meer tijd, je kunt niet even een aria op YouTube checken. Maar ik vind het, naast klassiek repertoire, erg leuk om te doen.”
De Jong zit bij DNO in een jongtalenttraject, waarbij hij begeleid wordt en de kans krijgt in kleine en grote producties te staan, zoals onlangs in The New Prince en komend seizoen in Gianni Schicchi en Les contes d’Hoffmann. In Hondenhartje is hij Eiso. “Ik maak als scheepsjongen deel uit van de bemanning. Mitch Raemaekers, die Arie zingt, en ik zijn de jongsten. Mitch is de stagiair, hij staat onderaan de hiërarchie en is het pispaaltje. Ik sta daar net boven, maar ben ook een jonkie die pas komt kijken. Ze vinden Eiso allemaal een hielenlikkertje.”
“We zinken, we bevriezen, we gaan overal doorheen”
Regisseur Marcel Sijm schetst in het kort wat er gebeurt in Hondenhartje. “Het verhaal gaat onder meer over de verhoudingen op het schip, waar de captain de baas is. Die staat elke morgen op en deelt dan zijn intellectuele gedachtegoed met zijn bemanning. Hij is een moderne kapitein.”
“De captain schiet vogels uit de lucht en één daarvan valt op de scheepshond. Die moet geopereerd worden, maar er blijkt geen dokter in de zaal te zijn. Aan boord is er wel één, Slau. Die is eigenlijk geen dokter, maar een dichter. ‘Alleen in mijn gedichten kan ik wonen!’ zingt Slau. Waarop wordt gereageerd met: ‘Aan boord wordt hier niet gedicht, alleen als er een gat in de scheepsromp zit.’”
Geen schuim op het podium deze keer, maar er is aan theatrale effecten genoeg te beleven. “Natuurlijk zit er een storm in. Als we zinken, speelt het scheepsorkest heel omineuze zinkmuziek voor vier hoorns. We bevriezen, we gaan overal doorheen. En er is een plofkippenballet, om maar wat te noemen.”
“Anders krijgen ze het gevoel dat ze tv-kijken”
Alexander de Jong kreeg op de eerste repetitie te horen: we gaan geen kinderopera maken. “Ik dacht: dat is toch waar we hier voor zijn? Maar Marcel bedoelde dat we iets gingen doen wat kinderen cool en stoer vinden, maar niet kinderachtig. Dat is het zeker niet geworden. We nemen kinderen serieus zonder belerend te willen zijn. Marcel hamert er erg op dat we echt contact maken en ze betrekken en rechtstreeks aanspreken. Anders krijgen ze het gevoel dat ze tv-kijken.”
De cast die Marcel Sijm regisseert, bestaat uit gevestigde namen uit de operawereld, onder wie Martijn Cornet, Marc Pantus, Jeroen de Vaal en Gable Roelofsen, die de hond Sjarikmans speelt. “Het zijn drukke mannen, met allemaal een mening en veel humor”, zegt Sijm. “Daarnaast hebben we een paar jonge talenten als Mitch en Alexander. Dat zijn echte ’troopers’. Ze staan achter iedereen, komen altijd op tijd, zijn goed voorbereid.”
Alexander de Jong reageert met bescheidenheid: “Ik sta tussen heel ervaren zangers, waar veel van valt te leren. In zo’n productie doe je veel dingen die je niet op het conservatorium maar wel in de praktijk leert. Natuurlijk was ik in het begin onder de indruk, maar ieders aandeel in de voorstelling is even groot, dus ik kan volwaardig meedoen met de rest. Je kunt iets als dit niet half doen, dus ik zorg dat ik goed voorbereid ben.”
“Zorg dat iedereen die weggaat denkt: ik wil viool spelen”
Marcel Sijm heeft plezier in het werken aan het verhaal en aan de voorstelling, die komende week zowel exclusief voor schoolgroepen als in een open aanbod gespeeld wordt. “Het allerbelangrijkste voor mij in Hondenhartje is dat muziektheater in zichzelf een heerlijke vorm is om in je leven te hebben en ervan te houden. Ik ben opgegroeid in Noord-Holland, in een wereld van revues en operetteverenigingen. In muziektheater kun je je uitleven. Het is leuk om naar te kijken en er komt een hoop vakmanschap bij. Dat is voor mij de kern. Ik hoef die kids niets te leren, ik wil dat ze van muziek leren houden en van theater.”
“Ik heb tegen de violist gezegd: ‘Er is maar één doel waarmee je in deze productie het podium opgaat: zorgen dat iedereen die weggaat van de viool houdt en denkt: ik wil viool spelen.’ Dat geef ik ook mee aan alle andere musici en zangers. De absurditeit, de fantasie, de creativiteit, dát moeten we overbrengen.”
Hondenhartje gaat op zaterdag 13 mei in première en is in de dagen erna nog enkele malen te zien. Zie voor meer informatie de website van De Nationale Opera.
Hieronder twee clips over Hondenhartje: