YouTube-portret: Antonio Salieri
Schrijf je bijna veertig opera’s, word je vooral herinnerd vanwege een film, ruim 150 jaar na je dood gemaakt. Antonio Salieri’s rol in de muziekgeschiedenis is ondergewaardeerd. Opera Nijetrijne zet zijn oeuvre binnenkort weer in de spotlights. Vooruitlopend daarop een portret in beeld. Met dank aan YouTube.
Antonio Salieri werd in 1750 geboren in Legnago. Zijn muzikale talent werd al vroeg ontdekt. Hij werd naar Venetië gestuurd om zich verder te ontwikkelen. Daar werd hij ontdekt door de Weense hofcomponist Florian Leopold Gassmann, die hem op zijn zestiende meenam naar Wenen en zijn leermeester werd.
In Wenen leerde Salieri tal van sleutelfiguren kennen. Niet alleen werd hij geïntroduceerd bij keizer Josef II, hij kwam ook in contact met de fameuze librettist Pietro Metastasio en componist Christoph Willibald Gluck. Met Gluck raakte hij goed bevriend. De opera’s van de Duitse componist waren voor hem een voorbeeld om na te volgen.
Salieri’s eerste opera, het komische werk Le donne letterate, ging in 1770 in première in het Burgtheater; de start van een glansrijke carrière. Een jaar later componeerde Salieri zijn eerste grote opera, Armida, en drie jaar later werd hij, slechts 24 jaar oud, benoemd in de functie van hofcomponist voor de Italiaanse opera. Hij volgde daarmee zijn leermeester Gassmann op, die overleden was.
Toen keizer Josef II vier jaar later het Weense muziekwezen reorganiseerde en meer Duitse werken eiste, kwam Salieri enigszins in de kou te staan. Hij werd echter gered toen hij in 1778 de inaugurele opera voor de Scala in Milaan mocht componeren, nadat kompaan Gluck het aanbod had afgeslagen. Voor deze bijzondere gelegenheid componeerde hij Europa riconosciuta.
In 2004 heropende de Scala zijn deuren na een grondige renovatie met hetzelfde werk van Salieri. Hieronder een fragment, met Desirée Rancatore en Giuseppe Sabbatini.
Sopraan Diana Damrau was eveneens van de partij in Milaan en greep een paar jaar later terug op het repertoire bij het maken van haar cd Arie di Bravura. Hieronder een fragment van de opnamesessie waarin Salieri op de lessenaars stond:
Salieri breidde zijn bezoek aan de Scala uit met een tour door Italië, maar keerde in 1780 weer terug naar Wenen. Bij terugkomst schreef hij onder meer zijn eerste Duitse werk: Der Rauchfangkehrer, een ‘musikalisches Lustspiel’. Hieronder de ouverture.
Hoewel Wenen vanaf dat moment zijn thuishonk was, bleef Salieri zich internationaal profileren. Zo vroeg Gluck hem in 1783/1784 om een operaklus in Parijs van hem over te nemen. Daaruit werd het Franse werk Les Danaïdes geboren, een groots succes. Op YouTube staat een volledige opname van het werk, met onder anderen Judith van Wanroij als Hypermnestre.
Eveneens voor Parijs componeerde Salieri de vijfakter Tarare, op een tekst van Pierre Beaumarchais. Ook dat werk was een hit bij publiek en critici en werd een jaar later in het Italiaans vertaald door Lorenzo Da Ponte om in Wenen uitgevoerd te worden. De Italiaanse variant, Axur, re d’Ormus, was Salieri’s grootste succes, naar verluidt populairder bij het Weense publiek dan Mozarts Don Giovanni.
Hieronder twee fragmenten uit de Franse versie van het werk, Tarare.
Salieri werd in 1788 benoemd tot hofkapelmeester in Wenen, een positie die hij maar liefst 36 jaar vervulde. Tegen het einde van de achttiende eeuw bereikten zijn status en zijn invloed het hoogtepunt. Allerlei musici van naam kwamen bij hem studeren, onder wie Beethoven, Schubert, Liszt, Hummel, Meyerbeer en Spohr.
In 1804 beëindigde Salieri met het Singspiel Die Neger zijn carrière als operacomponist. Hij componeerde echter nog veel religieuze muziek en bleef ook werken van collega’s dirigeren, zoals Die Schöpfung van Haydn en twee pianoconcerten van Beethoven.
Salieri schreef vanaf 1804 onder meer twee requiems. Hieronder een opname van het eerste requiem, uit 1804.
De relatie tussen Salieri en Mozart is in de loop van de geschiedenis enorm opgeblazen, gevoed door de meest wilde geruchten, en door kunstenaars als Poesjkin en Rimsky-Korsakov, die daar respectievelijk een toneelstuk en een opera op baseerden. Het hield de gemoederen tot ver in de twintigste eeuw bezig, toen Peter Shaffer er een nieuw toneelstuk aan wijdde, Amadeus, en Milos Forman daar een film van maakte.
De film doet niet echt recht aan Salieri’s talent en wekt in scènes als onderstaande de indruk dat er sprake was van grote jaloezie tussen beiden, iets wat niet met feiten gestaafd kan worden. Amuserend is het wel.
Het repertoire van Antonio Salieri blijft helaas een bescheiden plek innemen bij concertzalen en operahuizen. Opera Nijetrijne brengt vanaf 15 augustus een Nederlandse vertaling van Il mondo alla rovescia uit 1795, geschreven voor het Weense Burgtheater, maar andere Salieri-opera’s worden komende seizoenen, afgaand op Operabase.com, niet opgevoerd. Jammer, want de muziek is heerlijk. Luister maar naar Cecilia Bartoli in onderstaand fragment uit een documentaire over de maestro:
https://www.youtube.com/watch?v=jH-B7hKNGaQ
7Reacties
De film van Milos Forman is in feite hét schoolvoorbeeld van postume reputatievernietiging. En Salieri’s nalatenschap heeft daar nog steeds van te lijden. Zeker in 1791 lagen de zaken toch wat anders: Salieri koos als kapelmeester Mozarts Missa in C voor het opluisteren van de kroningsplechtigheden in Praag (vandaar de bijnaam Kroenungsmesse) en overlaadde Mozart na het bijwonen van Die Zauberfloete met complimenten.
Ben toevallig net ‘Amadeus’ terug aan ’t bekijken op BluRay en ondanks dat het op zich toch een hele mooie film betreft (vind ik toch) geeft het inderdaad een totaal verkeerd beeld van de persoon in kwestie – zulke dingen zouden eigenlijk duidelijk in de begingeneriek van zulk een film moeten vermeld worden want vele mensen kennen de geschiedenis enkel uit filmen…
Overigens, ondanks mijn bewondering voor Gerard Mortier moet ik zeggen dat hij destijds ook enkele idiote opmerkingen gemaakt heeft over Salieri…
Een aanrader voor iedereen die wil weten hoe het nu werkelijk zat tussen Mozart en Salieri is het boek Mozart at the Gateway to His Fortune van Christoph Wolff, een eye-opener uit 2012 (Londen/New York).
Staat u mij een iets ander perspectief toe.
Amadeus is een film, een verhaal op basis van een mythe. Het is geen documentaire. Wat mij betreft is het zelfs een geniale film. Ijzersterk gespeeld. Disclaimers hoeven en horen daar toch niet bij?
En Salieri mag Milos Forman en F. Murray Abraham postuum op zijn blote knieën danken dat hij zo prominent in de film voorkomt. Zonder “Amadeus” hadden veel minder mensen ooit van hem gehoord en een aantal van hen ook niet van de werkelijke rol die hij speelde in het Weense muziekleven. De tip van Maarten-Jan Dongelmans deel ik graag, Mozart at the Gateway to His Fortune is inderdaad zeer de moeite waard.
@Jan de Jong: U hebt natuurlijk gelijk: Amadeus is een (prachtige) film en geen documentaire. Maar in deze film worden de feiten zo ‘realistisch’ weergegeven (er komen trouwens details in die, hoe gek ook, WEL echt gebeurd zijn, zoals de keizer die zegt “teveel noten” en Mozart die het ballet zonder muziek laat opvoeren…) dat heel wat mensen, die niet dieper op het onderwerp ingaan (dwz er bv boeken over lezen), later bij het horen van de naam Salieri waarschijnlijk de reflex hebben “o ja, de man die uit nijd verantwoordelijk was voor de dood van Mozart”. U zult zeggen, dat is hun zaak… tja misschien wel…
Zo waren ook heel wat mensen (oa mijn ouders) na het zien van ‘Quo Vadis’ ervan overtuigd dat Nero Rome in brand gestoken heeft (wat niet zo is) en na het zien van ‘Spartacus'(versie Kirk Douglas) dat Spartacus gekruisigd werd (wat ook niet zo is).
Daarom ben ik er voorstander van voor de begingeneriek te melden, wat historisch (althans volgens de bronnen) ‘waar’ is en wat verzonnen. Maar goed, dat kan voor veel mensen absurd overkomen…
Maar Amadeus heeft inderdaad bijgedragen tot de bekendmaking van de figuur van Salieri, afhankelijk van de verdere interesse van de kijker dus helaas niet altijd in de juiste zin…
Sir Peter Shaffer (1926-2016) schreef het zeer succesvolle toneelstuk waarop Milos Forman zijn film baseerde. Shaffer liet zich inspireren door Poesjkin’s Motsart i Sal’yeri waarop Rimsky-Korsakov op zijn beurt zijn opera baseerde. Shaffer noch Forman hadden de pretentie om het leven van Mozart waarheidsgetrouw weer te geven. In het toneelstuk en de film zien we Mozart door de ogen van Salieri. Om van een opera te genieten moeten we de conventies van het genre aanvaarden en dat geldt ook voor toneel en film.
Dat doe ik zeker ook en dat doen alle liefhebbers, maar het filmgenre trekt een breder publiek aan van vaak minder gespecialiseerde mensen en om deze te behoeden tegen blijvende misverstanden, kunnen ze beter ingelicht worden. Maar ik val in herhaling…