Witwe gaat lekker ‘lustig’ van start
Als er iets is dat de Roemeense Nationale Opera Timisoara goed begrepen heeft van Die Lustige Witwe, is het wel dat het ‘lustig’ moet zijn. Want dat was het gisteren (13/1) tijdens de openingsvoorstelling van een tournee. Het deed je de minder fraaie zang en niet altijd boeiende regie vergeten.
Franz Lehárs Die Lustige Witwe (De Vrolijke Weduwe) gaat over Hanna Glawari, een weduwe die van haar man miljoenen heeft geërfd. De ambassadeur in Parijs, Mirko Zeta, wil koste wat kost voorkomen dat een of andere Fransman er met Hanna vandoor gaat tijdens haar verblijf in de Franse hoofdstad, want dan verliest zijn vaderland – Pontevedro – miljoenen.
Graaf Danilo krijgt daarom de opdracht met haar te trouwen. Hij kent Hanna echter van vroeger, toen hij met haar wilde trouwen, maar dat niet kon omdat zijn adellijke familie dat verbood. Dat verleden weerhoudt hem ervan nu toenadering tot Hanna te zoeken. Maar uiteindelijk zwichten beide voor elkaar.
Het is met dit verhaal dat de Roemeense Nationale Opera Timisoara weer een jaar van tournees door Nederland opent. En ik moet zeggen: Die Lustige Witwe is één van de geslaagdere producties die ik van het Roemeense operahuis heb gezien. Huisregisseur Mario de Carlo is er met een knappe personenregie in geslaagd de liefde tussen Hanna en Danilo heel echt en boeiend neer te zetten.
Het is als een romantische komedie. Met hier en daar stevig de nadruk op komedie, want de regisseur heeft de nodige grappen en grollen in zijn enscenering gestopt.
Jammer vind ik dat de eerste akte aan de saaie kant is. Het toneel komt niet tot leven. Waar het orkest onder leiding van George Victor Dumanescu heerlijk deinende en mierzoete melodieën produceert, kan het spel op het toneel daar lange tijd niet in meekomen. Er gebeurt te weinig. Het is een aaneenschakeling van personages die opkomen, hun ding doen, en weer afgaan.
In de tweede en vooral de derde akte komt daar verbetering in. Niet in het minst dankzij het uitbundige ballet dat Liana Iancu heeft bedacht en dat sprankelend uitgevoerd wordt door dansers van het operahuis.
Carmen Gurban springt eruit als de weduwe Hanna
De cast verschilt in kwaliteit, al geldt voor iedereen dat er met zichtbaar (en dus aanstekelijk) plezier wordt geacteerd, waarbij de leuke bediende Njegus (Octavian Vlaicu) een glansrolletje heeft.
De vertolking van Hanna springt er wat mij betreft duidelijk uit. Carmen Gurban zingt haar partij met rijke klank en veel gevoel voor de schwung van Lehárs muziek. Ze zet zich geloofwaardig neer als een niet bepaald rouwende, door velen begeerde weduwe.
Baron Zeta (Peter Hercz) en zijn vrouw Valencienne (Crina Vezendan) zijn eveneens geloofwaardig in hun rol, maar zij laten vocaal minder van zich spreken. Zo is Vezendan tamelijk zwak in het normaal erg swingende en grappige ‘Ja, wir sind es die Grisetten’. Bijna niet te horen zelfs.
De vrij robuuste, sterk vibrerende stem van bariton Dorin Mara vind ik niet heel passend voor de rol van Danilo. Het mist aantrekkingskracht, onweerstaanbaarheid. Niettemin laat hij nu en dan mooie strofen horen en tegen het einde van de voorstelling wordt hij beter. Zo mag zijn warme zang in het beroemde duet ‘Lippen schweigen’ er zeker zijn.
Ondanks de kritische noten is de luchtige en gezellige sfeer van het werk van Lehár voortdurend zichtbaar en voelbaar. En dat is toch wat het meeste telt als de witwe lustig heet.
Die Lustige Witwe is tot en met 7 februari nog negentien keer te zien in diverse theaters in het land. Zie voor meer informatie de website van Ruud de Graaf.