Grootse beelden in Vlaamse Lohengrin
Het nieuwe seizoen van Opera Vlaanderen begon donderdag 20 september in Gent met pech: Thorsten Grümbel, gecast als König Heinrich, raakte kort voor de première van de nieuwe Lohengrin-productie zijn stem kwijt. De Duitse bas Wilhelm Schwinghammer kon inspringen en zong de rol aan de zijkant van het toneel, terwijl Grümbel acteerde en mimede. Een perfect duo.
Regisseur David Alden hield het doek gesloten tijdens het teer beginnende, langzaam aanzwellende en weer naar zilveren tonen terugkerende voorspel. Heerlijk, een regisseur die geen fratsen uithaalt, die het inweken van de geest in wat komen gaat niet verstoort. Het symfonieorkest van Opera Vlaanderen legde hart en ziel in Richard Wagners beeldkrachtige muziek, geleid door Alejo Peréz, die in prachtig vloeiende lijnen het romantische karakter van deze opera tot zijn recht deed komen.
Ook tijdens de inleidingen tot het tweede en derde bedrijf bleef het doek dicht. Het beroemde inleidende bruidskoor ‘Treulich geführt’ werd achter het doek gezongen. De dramatische functie van het voordoek ontplooide zich na de tweede scène in het laatste bedrijf, nadat Lohengrin de aanval van zijn opponent Friedrich von Telramund met een zwaardslag dodelijk afrondde. Het bloedrode doek zakte langzaam achter Lohengrin. Daar stond de held van Brabant, het zwaard voor zich, in volkomen stilte, ontluisterd, mislukt als graalridder.
Vocale kanjer
De apotheose waarin Lohengrin zijn identiteit onthult, kreeg een geweldige spanning mee, die zich ontlaadde in de intense zang waarmee tenor Zoran Todorovich ‘In fernem Land’ voordroeg. Hier kon hij de lyrische kant van zijn stem helemaal benutten; zijn sterke kant, zoals hij bij zijn terloopse entree al had laten horen in ‘Nun sei bedankt, mein lieber Schwan’. Dirigent Pérez geeft aan dit type voor de rol van Lohengrin de voorkeur, zo verklaart hij in het programmaboek, “iets wat niet gemakkelijk te vinden is, want nu en dan moet die lyrische tenor ook heroïsch kunnen zijn en tegen een zwaar orkest opkunnen”.
Die heroïek viel Todorovich aanvankelijk niet mee. Hij zette in fortissimopassages soms te veel druk op zijn stem om de dramatiek van het orkest te pareren, en intoneerde ietwat onzuiver. Maar hij overtuigde met rauwheid en kracht in zijn reactie op de aantijgingen van Friedrich von Telramund. Een geweldige scène, vooral door het felle optreden van Craig Colclough als Telramund, zijn roldebuut. Met zijn grote en gemakkelijk klinkende bas-bariton zong hij op hartstochtelijke wijze zijn haatrede ‘Den dort im Glanze ich vor mir sehe’, door de regie perfect gesitueerd op een spreekgestoelte in het midden van het speelvlak.
Colclough had zich daarvóór al doen kennen als een vocale kanjer in de woedeuitbarsting naar zijn vrouw Ortrud. Zij giet hem het gif in de oren om Lohengrin aan te klagen. Regisseur Alden had deze scène, beginnend met het donkere voorspel, in een duistere sfeer geplaatst. Het duurde even voordat de dikke stem van de Zweedse sopraan Iréne Theorin – gestoken in zwarte, dominant ogende kledij – loskwam in vlammende jaloezie en wraak in ‘Entweihte Götter’.
Spannend was de tegenstelling met de in het wit geklede Elsa toen beide vrouwen elkaar ontmoetten. Sopraan Liene Kinča uit Letland zong zowel haar visioen ‘In lichter Waffenscheine’ als haar opkomst ‘Euch Lüften’ met vervoerende zuiverheid. In de bruidskamerscène van het derde bedrijf legde zij – nu in een oogstrelende bruidsjapon – geraffineerd een ondertoon van stijgend wantrouwen over het verzwijgen van ‘de naam’.
Toch een zwaan
David Alden situeerde het eerste bedrijf in een burchtachtige ruimte, waar zijn ontwerper Paul Steinberg grote stenen en scheve wanden voor had ontworpen. Alden wilde een sfeer van oorlog en verwoesting suggereren, wat leidde tot massabewegingen van het koor, gekleed als opgejaagd volk en soldaten, met effect gezongen door het Koor Opera Vlaanderen en vanuit de bak met stralende koperblazers en laaiende strijkers ondersteund. Een krachtig zingende Vincenzo Neri als Heerrufer kondigde Heinrich aan, die in een soort priestergewaad met gouden kroon een statige entree maakte, zij het mimend, maar terzijde met gloedvolle stem aangevuld.
In zijn streven naar grootse beelden plaatste Alden vervolgens een enorm bruidsbed op het toneel, met daarboven de iconische schildering van Lohengrins aankomst die August von Henckel maakte voor Schloss Neuschwanstein. Zo kwam de zwaan toch in beeld in deze zwaanloze enscenering.
Voor de schildering stond de Lohengrin van Zoran Todorovich, in stralend wit uniform. Met toenemende hartstocht trachtte hij zijn liefdesrelatie te redden, totdat Telramund in een verrassende opkomst zijn aanslag pleegde en werd neergeslagen. Het doek zakte en daar stond de verslagen held.
Lohengrin is nog tot en met 28 september te zien in Gent en beleeft van 7 tot en met 23 oktober zes voorstellingen in Antwerpen. Zie voor meer informatie de website van Opera Vlaanderen.
5Reacties
En gisterenavond verving Barbara Haveman op het laatste moment de zieke Liene Kinča. Dat had ik graag gehoord! Was iemand daar toevallig bij?
Ik ga zondag. Wie weet dan?!
Dat zou mooi zijn, Stefan! Ik hoor Haveman erg graag in Wagner. In Rouen was ze een paar jaar geleden een fantastische Elsa. Later dit seizoen volgt haar eerste Sieglinde.
Interessant, ik wist zelfs niet dat ze ook Wagner zong.
Maar ik had gisteren zondag dan toch Liene Kinca en ondanks een paar mindere kritieken van landgenoten, vond ik haar toch mooi klinken en kwam ze ook geloofwaardig uit als het onschuldige meisje. Nou ja, meisje…
Het contrast kan niet groter zijn met Irene Theorin. Deze lijkt soms wat te schreeuwen, maar is ook in staat te nuanceren (haar scene met Elsa in II) en is toch wel een indrukwekkende Ortrud (aanroeping goden!).
Craig Colclough heeft de ietwat ruwe stem die bij de rol past.
Vincenzo Neri is een hele goede en opvallend ruwe Heerrufer-oorlogsinvalide. Thorsten Grümbel zong weer zelf en was een aanvaardbare König Heinrich.
Zoran Todorovich lag me minder. Ik vond zijn timbre niet erg aangenaam klinken. Hij zingt ook nogal ongenuanceerd en heeft een paar moeilijke momenten naast momenten dat hij wel goed klinkt…
Alejo Perez (na reeds een prachtige ‘Pelleas et Melisande’ vorig seizoen) begon al dadelijk met een wondermooie prelude en de rest was evenzo… Werkelijk fantastische koren wat voor enkele formidable klinkende ensembles zorgde.
Subiet nog iets over de enscenering…
Inderdaad een door oorlog verwoest land en evenals in de Olivier Py-enscenering (eind vorig seizoen in de Munt) denken we natuurlijk onmiddelijk aan het Duitsland na WOII. In III evoceren de rode vanen met zwanen soortgelijke vanen met hakenkruisen. En de soldaten situeren zich tussen Duitse soldaten uit WOII (helmen!) en gepanserde middeleeuwse krijgers…
Op het einde vallen die vanen trouwens naar beneden, de jonge Gottfried komt er van onderuit gekropen en heft het zwaard als nieuwe heerser op. De geschiedenis gaat zich herhalen…
De combinatie van -hier weliswaar scheve- bakstenen gebouwen met de kostuums van de koorleden (arbeiders, amtenaren) deed me soms enigszins aan de Gotterdammerung van Chereau denken…
De personen- en vooral de koorregie was wel veel beweeglijker (soms een beetje te?) dan in de hierboven vermelde Py-Munt-produktie.
Een paar andere bijzonderheden waren:
In I komt Elsa uit een luik gekropen, wordt oa door de Heerrufer nogal ruw aangepakt, wordt bijna gefusilleerd en wordt net op tijd gered door de verschijning van Lohengrin (mooie lichteffekten die aan zwanevleugels doen denken)
En dat Lohengrin zonder zwaard aan het duel begint en zomaar dat van Telramund kan afnemen. Iets wat hij in III nog eens herhaald als Telramund plots door de muur (!) van de slaapkamer komt binnenvallen. Telramund heeft gelijk, als dat geen magie is!
Maar dus globaal een indrukwekkende produktie met inderdaad grootse beelden en muzikaal meer dan bevredigend!