FeaturedOperarecensie

Een geheel nieuwe Mozart in Paradiso

Poppodium Paradiso beleefde gisteravond (11/2) een primeur: voor het eerst was er in het pand aan de Weteringschans een opera te horen. En niet zomaar een opera: een gloednieuw stuk van dichter Ilja Leonard Pfeijffer op muziek van Mozart. Heel verfrissend.

Paradiso in Amsterdam (foto: www.paradiso.nl).
Paradiso in Amsterdam (foto: www.paradiso.nl).

De Dichter, opera obscura in één acte. Zo heeft Ilja Leonard Pfeijfer zijn opera getiteld. Het stuk gaat over een dichter die helemaal opgaat in het verlangen naar zijn grote liefde, de sopraan, maar wegvlucht in ‘rijmwoorden en papier’ als ze eenmaal voor zijn neus staat. Hij kan de tastbare liefde niet aan.

Het contrast tussen de verheven, poëtische gedachten van de dichter en de down-to-earth-mentaliteit van de sopraan is prachtig weergegeven in de tekst van Pfeijffer. De dichter bedient zich dikwijls van een stortvloed aan poëzie, die heftig allitererend op een gegeven moment zo onbegrijpbaar wordt, dat het bijna geen tekst meer is, maar muziek, muziek van woorden.

De sopraan daarentegen gebruikt een nogal grof vocabulaire. Oftewel: een hoog gehalte vloeken en neuken. Naar mijn idee soms een beetje te (grof zijn is zo’n makkelijke manier om te scoren), maar het zet de alledaagsheid van de sopraan wel in schril contrast met het zweverige van de dichter.

Het is bijna alsof Pfeiffer op de achtergrond probeert te zeggen dat de kunstvorm opera het contact met de werkelijkheid en het leven van alledag verloren heeft en daardoor ten onder gaat. ‘Maar jij wou zonodig opera en theater van de smart, met allure van een drama, daarom valt dan ook het doek’, zingt de sopraan tegen de dichter.

Intiem

Als muziek heeft Pfeiffer diverse bekende fragmenten uit opera’s van Mozart gebruikt. Dat begint met de ouverture van Le nozze de Figaro en gaat verder met stukken als ‘Ah, fuggi, il traditor’ en ‘Voi che sapete’. De tekst past prima in het jasje van Mozarts melodieën.

De atmosfeer in Paradiso is totaal anders dan wat je normaal bij opera’s aantreft. Het publiek zit in caféopstelling, de solisten spelen het stuk tussen de mensen in en het ensemble zit vlakbij. Het is een fantastisch concept, want het geeft een intieme sfeer en je voelt je nauw betrokken bij de uitvoering van het stuk.

Hierdoor kun je bijvoorbeeld met volle teugen genieten van The Paradiso Orchestra, een ensemble waar jonge musici uit allerlei orkesten zich in verenigd hebben. Het speelt zo enthousiast en met zoveel verve, dat alleen het kijken naar hen al genoeg is voor veel vertier. En dan klinkt het ook nog eens allemaal sprankelend fris.

De solisten Mattijs van de Woerd (dichter) en Renate Arends (sopraan) leveren dapper werk door zo dichtbij het publiek hun vertolkingen te geven. Ga d’r maar aan staan.

Ik vind ze beide goed in hun rol zitten. Van de Woerd krijgt niet veel te zingen, de meeste solo’s gaan naar Arends. Zij zingt de aria’s keurig verzorgd, al had ze naar mijn idee vocaal meer contrast kunnen maken tussen het begin van de opera (waarin ze haar liefde voor de dichter uit en naar hem verlangt) en het einde (waarin ze genoeg heeft van de manier waarop hij ‘de boel verdramaat’).

Maar toch, al met al is het een heel origineel en onderhoudend werk. En dat op de eeuwenoude muziek van Mozart. Een bijzondere, verfrissende mengvorm die wat mij betreft vaker uitgeprobeerd mag worden. En dan zeker met begeleiding van The Paradiso Orchestra, want dat is echt genieten geblazen.

Het volgende concert van The Paradiso Orchestra is ‘Paradiso’s Only Night’ op 20 mei 2010. Zie voor meer informatie de website van Paradiso.

Vorig artikel

Youtube-portret: Casta Diva

Volgend artikel

Liceu presenteert seizoen vol sterren

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.