Oliemans zingt wonderschone Brel en Bannink
Tafeltjes met glazen champagne hadden afgelopen woensdag niet misstaan in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. Er werd een zomerconcert gegeven met als titel Langs Brel en Bannink door bariton Thomas Oliemans en pianist Bert van den Brink. Dit concert had prima gepast in een nostalgische nachtclub waar een gelauwerde zanger diepzinnige liederen voordraagt en grappige anekdotes vertelt.
Thomas Oliemans is vooral bekend van zijn vertolkingen van operarollen bij onder meer De Nationale Opera en van zijn liedrecitals. Dit concert met lichte muziek van Harry Bannink (1929-1999) en chansonnier Jacques Brel (1929-1978) lijkt verwonderlijk. Maar de bekende bariton zong als tiener naast Schubertliederen ook graag nummers van Brel en Bannink. Bert van den Brink, klassiek geschoold pianist en ook thuis in de lichte muziek, gaf hem pianoles. Dat mondde uit in een jarenlange vriendschap en samenwerking.
Het concert Langs Brel en Bannink bestaat niet alleen uit de bekende liedjes van deze makers. Woensdag zong Oliemans van Brel bijvoorbeeld het nostalgische ‘L’ amour est mort’. Waar Brel zijn eigen liederen altijd vertolkte met hyperexpressie en overdreven dictie, bracht Oliemans de liederen met meer naturel. Met een Franse uitspraak die fenomenaal is.
Oliemans vertelde dat Bannink nauw samenwerkte met Annie M. G Schmidt en veel van haar teksten op muziek heeft gezet. Uit de musical Nu naar bed werd het nummer ‘Nooit een acht’ gebracht. Dit ironische lied gaat over een man met weinig zelfvertrouwen. Het prachtige lied werd breekbaar en ongekunsteld gezongen en het publiek reageerde enthousiast.
Bannink schreef ook veel muziek voor televisieprogramma’s zoals Sesamstraat en Het Klokhuis. ‘Stormvloedkering’, met tekst van Rob Chrispijn, is zo’n lied. Het is een serieus lied over een vader die vertelt dat zijn zoontje een auto-ongeluk kreeg. Dit plotselinge ongeluk illustreerde goed hoe niets zeker is in het leven, behalve dan de stormvloedkering. Misschien zong Oliemans dit beladen lied in de Kleine Zaal te snel of speelde Van den Brink iets te vrolijke noten, want er werd vreemd genoeg gelachen. Terwijl dat eigenlijk niet kon.
Van den Brink, die een visuele handicap heeft, werd telkens door de zanger toegefluisterd wat ze gingen spelen. Bij het lied ‘De oude Jacob’ nam hij een accordeon ter hand en meldde dat dit instrument ooit aan Harry Mooten toebehoorde. Deze accordeonist was bekend van het televisieprogramma De film van Ome Willem. Bij het refrein van dit lied zong het publiek zachtjes genoeglijk mee.
‘Mijn Opa’ uit Ja zuster, nee zuster werd wederom op accordeon begeleid. Van den Brink vertrouwde ons toe dat hij het liever op het orgel had willen spelen. Virtuoos liet hij een toccata-achtig, Bach-achtig orgelgeluid horen. Oliemans zong het heel geestig, met het volume en de frasering van een oratoriumaria.
Later op de avond speelde het muzikale duo meer bekende liedjes. Zo bracht Oliemans ‘La chanson des vieux amants’ met gepaste emotie, zonder opsmuk. Wonderschoon. De muziek had een eigenzinnig, jazzy geluid. Het werd een ode aan de liefde.
Er kwamen natuurlijk toegiften, waarbij het publiek ongegeneerd meezong. Bij het zo vaak vertolkte ‘Ne me quitte pas’ kroop Oliemans zelf achter de piano. Voluit zong hij dit melodramatische lied over een verloren liefde. Naast hem speelde Van den Brink op een klein accordeon. De muziek kreeg alle aandacht. Het lied werd fraai geïnterpreteerd, helemaal niet pathetisch, maar juist intiem.