Operarecensie

Reisopera brengt pakkende pocket-Onjegin

Pocketopera: het staat voor een kleinschalige, ingekorte versie van een werk, waarmee naar men verwacht een nieuw publiek bereikt kan worden. De Nederlandse Reisopera presenteerde vrijdag Jevgeni Onjegin in een pocketversie. Het resultaat was heel geslaagd.

Scène uit Jevgeni Onjegin. (© Annina Romita)

Laten we vooropstellen: voor puristen is het inkorten van een klassiek meesterwerk een gruwel. Maar als we dat terzijde schuiven, kan het werk van het regieteam onder leiding van Kai Anne Schumacher rustig op zijn merites worden beoordeeld. Iemand die het werk niet kent, zal geen discontinuïteit in het resultaat hebben opgemerkt. Sowieso worden er in operalibretti vaak onverwachte sprongen gemaakt.

Zelf ken ik de opera heel goed; ik heb diverse opnames tientallen keren beluisterd en het werk meerdere keren in het theater gezien. Nergens hebben de couperingen en vereenvoudigingen me echter gestoord. Alle scènes die de handeling voortstuwen kwamen uitgebreid aan bod en doordat er gespeeld werd zonder pauze, bleef de vaart erin.

Goed beschouwd ontbrak alleen de tekst die voor rekening komt van het hier afwezige koor. Muzikaal werd dit opgevangen door het uit acht musici bestaande orkestje. Maar de grandeur die uitgaat van de wijze waarop Tatjana als ‘Fürstin Gremina’ wordt verwelkomd op het bal, heb ik wel een beetje gemist. Maar als met deze lowbudgetbewerking een jonger publiek bereikt kan worden, heeft het mijn zegen.

Bevlieging

In mijn beleving wordt Tatjana’s gedrag gespiegeld door Onjegin, waardoor de handeling een cyclisch karakter krijgt. Zij wordt op slag verliefd op een hybride van een reeks gesublimeerde romanhelden, die plotseling in levenden lijve voor haar lijkt te staan. Onjegin heeft gelijk als hij het afdoet als een bevlieging. En ook als hij stelt niet geschikt te zijn voor een huwelijk.

Vincenzo Neri en Anna Emelianova in Jevgeni Onjegin. (© Annina Romita)

Het duel met Lenski zegt meer over Onjegin dan over zijn vriend. Lenski laat zich doden omdat hij teleurgesteld is in de liefde. Onjegin stemt toe in het duel omdat hij teleurgesteld is in het leven, de ondraaglijke verveling van een ‘idle gentleman’ op het platteland. Na een jaar of vijf rondzwerven over de wereld is dat alleen nog maar erger geworden, die verveling, de leegte in zijn bestaan.

Als hij Tatjana plotseling terugziet, in vol ornaat, als lid van de high society, wordt hij op slag verliefd. Wederom niet meer dan een bevlieging, het resultaat van de illusie dat zijn leven heel anders had kunnen lopen als hij haar indertijd niet had afgewezen. In de laatste scène ontmoetten ze elkaar kort in die gemeenschappelijke droomwereld, waarna hun wegen zich definitief scheiden.

Besneeuwde buitenwereld

Het toneelbeeld van de voorstelling werd bepaald door linksachter een klein paviljoen, waarin zo nu en dan videoprojecties werden getoond die een alternatief levenspad van de protagonisten moesten suggereren: wat als? Op het speelvlak namaaksneeuw en veel stapeltjes boeken, Tatjana’s wereldbeeld. Zelf liep ze met een grote bril op.

De besneeuwde buitenwereld was geplaatst in een wat ongelukkig gekozen context, die slecht spoorde met die boekenwereld. Een paar figuranten gekleed als landarbeiders warmden zich aan een oliedrum waarin afval werd verbrand. Ze waren ook nadrukkelijk aanwezig als de gasten op Tatjana’s verjaardag, die zo catastrofaal eindigt in de ruzie tussen Onjegin en Lenski. Dat treffen had naar mijn smaak te veel het karakter van een ordinaire vechtpartij.

Ertussendoor liep een man met een viool, die zo nu en dan ook wat tekst had. Hier had ik een rol als Stehgeiger verwacht, maar het bleef vooral bij edelfiguratie. De muziek kwam uit het orkestje, de rondwandelende violist voegde daar weinig aan toe; een gemiste kans. Opvallende samenstelling van dit groepje musici overigens, met twee celli en een contrabas tegenover slechts één viool. Natuurlijk ontbrak de in dit werk zo belangrijke klarinet niet.

Potentieel lijfstuk

Vocaal viel er veel te genieten. Rafal Pawnuk gaf een fraaie vertolking van zijn aria in de laatste akte, waarin hij de liefde van een oude man voor zijn jonge bruid bezingt. Liefde is van alle leeftijden. Dat is de trigger die Onjegins verliefdheid doet ontvlammen.

Andere bijrollen waren er voor Annelies Lamm als Larina en Ingrid van Ree als Filipjevna. Die twee vertolken als het ware het ‘what if’-thema van de productie, met name als ze zingen dat “van boven veelal gewenning wordt verstrekt in plaats van geluk”. En we hoeven er niet aan te twijfelen dat op termijn dat ook het lot van Larina’s dochters zou zijn geweest.

Leonie van Rheden was voortreffelijk gecast in de mezzorol van Tatjana’s leeghoofdige zusje Olga, die zich even losmaakt uit de voorspelbaarheid (en gewenning) van haar al eeuwigdurende relatie met Lenski en dat met het verlies van haar verloofde moet bekopen. Mooie rol, uitstekend gezongen.

Tenor Yaroslav Abaimov zong eerder Ferrando bij de Reisopera en heeft naast het Russische repertoire vooral Almavia in Il barbiere di Siviglia op zijn cv. Hij zette acterend een ongeremde, hartstochtelijk verliefde jongeman neer en wist dat volledig te matchen met zijn zang. Hooguit hier en daar wat aan de luide kant, maar zeer meeslepend. Ik had met zijn personage te doen en dat zegt genoeg.

Een figurerende violist droeg bij aan het spel. (© Annina Romita)

Ook bariton Vincenzo Neri produceerde bij wijlen een wat groot volume. Odeon in Zwolle is een kleine zaal en de geluidssterkte had daar wel wat meer op aangepast mogen worden.

De Duits-Italiaanse Neri is ensemblelid van het Staatstheater Braunschweig en maakte nu als gast bij de Reisopera zijn roldebuut als Onjegin. De regie zette hem bij aanvang iets te nadrukkelijk neer als ‘player’, maar bij nader inzien bleek dat toch wel goed inpasbaar in het licht aangezette ‘low life’-karakter van latere scènes. Zijn Onjegin hoefde niet op veel sympathie te rekenen; mooi geacteerd, en vooral zeer goed gezongen.

Ten slotte Tatjana, tot leven gebracht door de Russische sopraan Anna Emelyanova. Zij heeft een uitgesproken meisjesachtig voorkomen, wat haar zeer geschikt maakt om in de eerste akte door te gaan voor een verliefde tiener. Emelyanova woont al geruime tijd in Maastricht en zong eerder voor Opera Zuid Musetta, Susanna en Elsbeth (Fantasio). Ook was ze als Musetta te beleven in de pocketversie van La bohème bij de Reisopera.

Haar Tatjana was om door een ringetje te halen: loepzuiver, krachtig, zeer zeker in de moeilijke passages en mooi van klank. Haar toparia, de briefscène, werd zonder meer uitstekend gebracht. Sowieso is dat natuurlijk voor Russische sopranen een potentieel lijfstuk en zodoende een mooi carrière moment om daarin een roldebuut te maken in een professionele productie. Het wachten is nu op Nastasja in Oorlog en Vrede, daar lijkt Emelyanova mij geknipt voor.

Er volgen nog acht voorstelling in verschillende theaters. Van harte aanbevolen.

Zie voor meer informatie de website van de Nederlandse Reisopera.

Vorig artikel

Opera in de media: week 45 van 2019

Volgend artikel

Wälsungenpaar schittert in Die Walküre

De auteur

Peter Franken

Peter Franken