‘Opera is geen eilandgedoetje meer’
Het cliché wil dat opera een elitaire kunstvorm is en een vergrijsd publiek trekt. Daar valt best wat op af te dingen, maar feit is dat jonge bezoekers dun gezaaid zijn in het muziektheater. Inspanningen op het gebied van educatie zijn er genoeg, maar zet het zoden aan de dijk?
De verschillende operagezelschappen in Nederland doen er alles aan om opera zo toegankelijk mogelijk te maken. Opera moet niet enkel de sociale elite bereiken, maar ook een jonger, minder financieel draagkrachtig publiek.
Op het gebied van educatie zijn operagezelschappen dan ook zeer actief. De nieuwe doelgroepen die onbekend zijn met het fenomeen opera of er juist een oubollig beeld van hebben, moeten worden voorbereid. Veel tijd, energie en geld wordt er in allerlei educatieve projecten gestoken. Betalen deze inspanningen zich ook uit of wordt er geïnvesteerd in een bodemloze put?
,,Wat we doen, heeft absoluut zin”, zegt Jan de Boer, die al sinds 1972 actief is als educatief medewerker de Nationale Reisopera. De vraag of steeds meer jongeren te enthousiasmeren zijn voor opera, beantwoordt hij met een volmondig ja.
,,We organiseren tal van projecten voor basisschoolleerlingen, scholieren en studenten. Jongeren die nog nooit met opera in aanraking zijn gekomen, kunnen ongelooflijk genieten van een voorstelling. Als ik ze ademloos zie zitten in de zaal – soms wel drie uur lang, zonder pauze – en na afloop hun enthousiaste reacties hoor, dan ben ik daar best trots op.”
Het belang van educatie zit ‘m volgens De Boer niet in een stijgend aantal jonge operabezoekers. ,,We laten jongeren kennismaken met opera, omdat het in de eerste plaats een verrijking van hun eigen leven is. We gunnen ze een kijkje achter de schermen, omdat ze vaak onbekend zijn met de wereld die achter een productie schuilgaat. Als ze later nog eens op eigen initiatief een voorstelling van ons bezoeken, is dat natuurlijk mooi meegenomen. Maar dat is geen doel op zich.”
Opera, een elitaire kunstvorm voor welgestelde oudjes? Onzin, stelt De Boer. ,,Misschien dacht men dat tig jaar geleden nog. Nu is opera geen eilandgedoetje meer. Of je moet naar Wenen gaan, waar het publiek in gala verschijnt en zeshonderd euro betaalt voor een kaartje van de eerste categorie. Dat is echter een heel andere cultuur.”
Speerpunt
,,Educatie is echt een speerpunt van De Nederlandse Opera”, zegt Bart Hermans, medewerker van de Educatieve Dienst van Het Muziektheater. ,,We organiseren legio projecten en workshops rondom de DNO-producties. Onze insteek is puur educatief van aard, we laten jongeren al op jonge leeftijd snuffelen aan opera.”
Of hun inspanningen op lange termijn ook resulteren in een jonger operapubliek, weet Hermans niet. ,,Dat is in ieder geval nog nooit gemeten met een publieksonderzoek. In mijn beleving is het publiek tegenwoordig wel wat jonger, maar misschien heb ik als educatief medewerker een vertekend beeld.”
Hermans denkt niet dat vooroordelen jongeren ervan weerhouden om een opera te bezoeken. ,,Ik denk dat het eerder ligt aan de onbekendheid met muziektheater.”
De prijs van een kaartje hoeft ook geen struikelblok te zijn, meent hij. ,,Studenten kunnen altijd tegen een tarief van vijftien euro naar de opera. Het gaat dan om onverkochte stoelen, dus met een beetje geluk zitten ze op de eerste rang.”
Een succesvol initiatief dat Hermans niet onvermeld wil laten, is Operaflirt. ,,Ruim een jaar geleden heeft Lena Vizy, stagiaire bij de communicatieafdeling, dit idee ontwikkeld om een jonger publiek te trekken. Jongeren onder de dertig jaar die een Operaflirt bezoeken, krijgen vooraf een uitgebreide rondleiding en een kijkje achter de schermen, in de pauze staat er een hapje en drankje klaar en na afloop is er een meet and greet met de solisten. Zo probeert DNO opera op een net iets andere manier te brengen, wat de drempel kan verlagen.”
Hoge verwachtingen heeft de educatieve medewerker van Marga Wobma-Helmich, de nieuwe adjunct-directeur Educatie, Participatie en Programmering. ,,Haar komst komt de educatieve kant zeker ten goede. Ze is ambitieus, heeft een eigen visie en ontwikkelt momenteel een beleidsplan op het gebied van educatie en participatie. Dat zal in mei klaar zijn.”
Verloren
Mensen die voor hun 35ste nog nooit een opera bezochten, zullen daarna ook nooit meer een opera bezoeken. Althans, de kans daarop is vrijwil nihil. Dat blijkt uit onderzoek van Opera Europa, de overkoepelende organisatie voor Europese operahuizen.
Silvia Oostindie, werkzaam op de afdeling educatie van Opera Zuid, is hiervan op de hoogte. ,,Volgens het onderzoek ben je daarna dus voor de rest van je leven verloren”, lacht ze. ,,Zelf denk ik dat je ook op latere leeftijd opera kunt gaan waarderen.”
Wie de website van Opera Zuid bezoekt, leest onmiddellijk: ‘Laat je verleiden door Opera Zuid.’ Een slogan die aansluit op wat Silvia Oostindie als educatief medewerkster beoogt: jongeren winnen voor opera.
Opera Zuid onderneemt diverse initiatieven in die richting. Zo wordt er elk seizoen een sprookjesopera gemaakt die leerlingen van basisscholen kennis laat maken met de wereld van opera.
,,We geven ook workshops, waarbij we met een klein theatertje, wat rekwisieten, kostuums en dvd-beelden laten zien wat opera inhoudt. In het tweede deel van deze workshop gaan de kinderen zelf aan de slag met een creatieve opdracht. Ze mogen dan een kostuumpje, rekwisiet of maquette maken van de sprookjesopera.”
,,Het leuke van opera is dat het zoveel facetten kent”, zegt Oostindie. ,,Je hebt niet alleen het zingen, maar ook het decor, het orkest, de lichtinstallatie en de kostuums. Omdat het zo veelzijdig is, spreekt het veel kinderen aan. Sowieso staan kinderen nog heel onbevangen tegenover opera. Bij voorbaat hebben ze al zoiets van: ‘Kom maar op!’ of ‘Dit wordt leuk!’”
Jongeren van het voortgezet onderwijs zijn volgens Silvia Oostindie een stuk moeilijker te enthousiasmeren. ,,Zeker als leraren er niet voor warmlopen, wordt het een moeilijk verhaal. In vergelijking met kinderen heeft deze leeftijdscategorie een heel ander referentiekader. Vaak hebben ze het idee dat opera saai is en denken ze: dat is niks voor mij.”
Vooroordelen die Oostindie niet direct weet te plaatsen. ,,Opera kent veel facetten, dus saai hoeft het zeker niet te zijn. Producties van Opera Zuid zijn bovendien heel eigentijds. We werken met moderne ensceneringen en jonge, talentvolle musici.” Met jongeren op het podium spreek je ook sneller jongeren uit de zaal aan, denkt Silvia Oostindie.
Volgens haar is het moeilijk het effect te meten van de educatieve inspanningen van Opera Zuid. ,,Je hoopt zoveel mogelijk mensen warm te maken. Je moet er immers een keer van geproefd hebben. Maar als je naar een basisschool gaat, moet je niet voor ogen hebben dat je alle kinderen voor opera weet te winnen. Zijn het er twee, dan is het voor mij al succesvol.”
Behapbaar
‘Goh, ik dacht dat opera saai was.’ Het is een opmerking die Niek Idelenburg, verantwoordelijk voor muzikale leiding van Xynix Opera (XX), regelmatig hoort. Ouders of opa’s en oma’s die met hun (klein)kind een voorstelling van het jeugdoperahuis bezoeken, blijken vaak een ouderwets beeld van opera te hebben. Idelenburg: ,,Alsof de clichézanger die statisch een aria staat te zingen nog bestaat.”
XX heeft speciale aandacht voor de jeugd en het onderwijs en maakt producties die zijn gebaseerd op klassieke opera’s, op sprookjes of op mythen. ,,Onze voorstellingen zijn in het Nederlands, gemiddeld maar een uur lang en zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt voor kinderen. Opera wordt daardoor veel behapbaarder”, aldus Idelenburg.
De muzikaal leider van XX denkt dat een eerste ervaring met opera bepalend kan zijn. ,,Kinderen komen blank bij ons binnen. Opera? Het zal wel. Zo’n zeventig procent is überhaupt nog nooit in het theater geweest. Daarom bereiden we ze voor met lessen, vertellen we iets over opera en onze voorstellingen. Dat is een heel andere start dan een ouder iemand die ooit eens een negentiende-eeuwse voorstelling heeft bezocht. Die ene negatieve ervaring blijft vaak op het netvlies gebrand staan.”
,,Ik vergelijk het wel eens met het drinken van wijn. Als je nog nooit wijn hebt gedronken, moet je niet met een zware Bordeaux-wijn beginnen. Dat is veel te complex. Je moet eerst een licht wit wijntje proberen.”
Idelenburg vindt educatie in de operawereld van groot belang. ,,Niet voor niets zijn we al een aardig tijdje bezig met XX. Het is belangrijk dat kinderen een minder eenzijdig beeld krijgen van opera. Het is ook mooi om te zien dat je soms jaren later mensen tegenkomt die enthousiast zijn geraakt door een voorstelling van ons. Het beste voorbeeld daarvan is Judith van Wanrooij, nu een bekend soliste, die bij XX voor eerst kennismaakte met opera.”