Recensies

The Bassarids van Henze uit op blu-ray

Tijdens de Salzburger Festspiele van 2018 stond een nieuwe productie van Hans Werner Henzes The Bassarids op het programma. Een grootschalige voorstelling, geënsceneerd door Krysztof Warlikowski. De opname is kortgeleden door Arthaus op blu-ray uitgebracht.

The Bassarids van Hans Werner Henze ging in 1966 in Salzburg in première en was in 2018 voor het eerst weer tijdens de Festspiele te zien. Waar indertijd een Duitse vertaling werd gebruikt, ging het werk nu in het Engels; de taal waarin W.H. Auden en Chester Kallman hun libretto begin jaren zestig schreven.

Het libretto volgt het toneelstuk De Bacchanten van Euripides vrijwel op de voet. Van contemporaine politiek-maatschappelijke kritiek kan dus geen sprake zijn. Wel is mogelijk dat de auteurs en de componist zich tot het thema Dionysos aangetrokken voelden in de nasleep van de turbulente jaren dertig en veertig. Dat vraagt om enige verduidelijking.

De figuur Dionysos is lastig te duiden. Enerzijds heeft hij, als de god van de wijn, een gemoedelijke, carnavaleske uitstraling. Ook staat hij voor dramatische expressie en andere theatervormen. Anderzijds toont zijn vaste entourage – een groep vrouwen die Maenaden worden genoemd (ook wel Bacchanten) – waartoe de mens in een dionysische roes in staat kan zijn: moord en doodslag in zijn meest gruwelijke vormen. Dat maakt deze godenzoon, geboren uit de relatie van Zeus en Semele, tot een problematische godheid.

Daarom is het ook zo moeilijk om een oordeel te vellen over het gedrag van de personages in Henzes opera. Enerzijds is er de versmade god die niet in eigen land wordt geëerd, maar in het nabije oosten wel succes heeft. Thuis in Thebe heeft men zo zijn twijfels over Semele en haar relatie met de oppergod. Anderzijds staat er in de stad wel een heiligdom dat aan haar als moeder van Zeus’ kind is gewijd. De nieuw aangetreden koning Penteus wil dat echter liever gelijk sluiten. En dan gaat het gerucht dat Dionysos met zijn Bacchanten zich in de nabijgelegen heuvels ophoudt.

Van de zoon van een belangrijke god gaat een zekere fascinatie uit. Denk aan de Egyptische Horus en de Perzische Mithras. Ook Jezus past volgens velen in dat rijtje aardse goden waaromheen zich gemakkelijk een cultus kan vormen. Zo komt Dionysos met zijn in het buitenland verworven reputatie naar zijn geboorteplaats om wraak te nemen op allen die zijn afstamming van Zeus ontkennen.

De lokroep van Dionysos is sterk;
niemand kan er weerstand aan bieden

Dionysos kan zijn volgelingen in een roes brengen die het beste te vergelijken is met overmatig drugsgebruik. Elke remming verdwijnt, de betrokkene slaat volledig los en kan zich eenmaal ‘terug op aarde’ niets herinneren van wat er is gebeurd. Zo ook bij Agave, die met het hoofd van de door haar eigenhandig gedode zoon Penteus naar haar vader Cadmus toekomt om hem trots de ‘leeuwenkop’ te tonen die ze met blote handen van dat beest heeft gescheurd. Als een kat die met een vogel in zijn bek je huis binnenkomt om zijn prooi te tonen.

De lokroep van Dionysos is sterk; niemand kan er weerstand aan bieden behalve de oude Cadmos. Ook de zeer apollinische koning Penteus niet, of misschien juist hij niet, omdat in zijn bestaan geen ruimte is voor tenminste een beetje ongeremdheid. Hij laat zich door de profeet van Dionysos verleiden in vrouwenkleren naar de Bacchanten te gaan, opdat zij hem niet zullen herkennen. Op die manier kan hij alles gadeslaan wat daar gebeurt. Die profeet is uiteraard de god zelf, een personage gedreven door de wens zijn moeder te wreken door moord en verderf te zaaien in Thebe.

Wellicht dat hier met potlood een parallel is geschetst met het gemak waarmee in de jaren dertig en veertig grote mensenmassa’s ertoe gebracht konden worden elke ratio uit te bannen en klakkeloos gehoor te geven aan de lokroep van een charismatisch leider, een twintigste-eeuwse godheid. Met alle gevolgen van dien.

Ongelooflijk hoeveel uithoudingsvermogen
die vrouw aan de dag legt

Het toneel van de Felsenreitschule in Salzburg is vrij ondiep, maar wel erg breed. Małgorzata Szczęśniak heeft daarom een decor ontworpen bestaande uit meerdere kleine vertrekken naast elkaar, waarin zich delen van de handeling zonder tussentijdse wisselingen kunnen voltrekken. Verder wordt gebruikgemaakt van relevante videobeelden om één en ander aan te vullen. De kostumering is vooral eigentijds, met hier en daar wat exotische trekjes. Koor en dansers maken integraal deel uit van de handeling, zodat de toeschouwers in de zaal vermoedelijk ogen tekortkwamen. Op dit punt is een videokijker in het voordeel.

Het werk wordt ongecoupeerd gespeeld. Zelfs het intermezzo in de derde akte, waarin Penteus door een magische spiegel te zien krijgt hoe zijn moeder en zijn tante Autonoe strijden om de Kapitein als sekspartner, ontbreekt niet. Enerzijds is dat een showstopper van een kwartier, anderzijds toont het de koning als voyeur, het eerste teken van afkalving van zijn apollinische pantser. Toepasselijk is Henzes muziek hier heel anders (licht en speels, zoals gebruikelijk in een stukje tussen de schuifdeuren) dan in de rest van de opera, waarin hij het orkest soms oorverdovend tekeer laat gaan.

In plaats van het tonen van een groep vrouwen die in een roes verkeren, wat in de regel niet verder komt dan wat onbeholpen pseudo-erotiek, laat Warlikowski in de scène op de berg Cytheron een naakte danseres volledig door het lint gaan. Rosalba Torres Guerrero heeft jaren gedanst bij Anne Teresa de Keersmaeker en beweegt zich als een waanzinnige in de stijl die we kennen uit deze troupe. Ongelooflijk hoeveel uithoudingsvermogen die vrouw aan de dag legt en wat ze allemaal met dat tengere lijf kan doen. Een uitstekende keuze. Hier wordt getoond wat men zich kan voorstellen bij iemand in een dionysische roes.

De titelrol wordt vertolkt door tenor Sean Panikkar, goed gezongen en sterk geacteerd. Het is moeilijk enige empathie voor zijn Dionysos op te brengen en dat is een compliment. Zijn directe tegenstrever Penteus komt voor rekening van bariton Russell Braun, vocaal goed, maar verder een tikje eendimensionaal.

De twee zussen van Semele – Agave en Autonoe – zijn in handen van respectievelijk Tanja Ariane Baumgartner en Vera Lotte Böcker. Goed verzorgd optreden, met name van Baumgartner, die sowieso meer de aandacht trekt als de moeder van Penteus.

Willard White is te zien in de belangrijke bijrol van koning Cadmus, natuurlijk in een rolstoel. Zijn raadgever Tiresias wordt adequaat vertolkt door Nikolai Schukoff. De overige rollen zijn eveneens naar behoren bezet.

De Wiener Philharmoniker en het Staatsopernchor staan onder leiding van maestro Kent Nagano, die er een prachtige voorstelling van weet te maken. Een aanrader deze opname, ook al betreft het een werk met problematische inhoud.

Vorig artikel

Seizoen De Doelen 2020/2021

Volgend artikel

Zomer op tournee met Tranen van Maria

De auteur

Peter Franken

Peter Franken