Mijn Wagner: Der fliegende Holländer
In een serie kijkt Peter Franken terug op zijn favoriete voorstellingen van de tien opera’s uit de Wagnercanon die hij in het theater heeft gezien. In deel één van zijn Wagnerherinneringen: Der fliegende Holländer door de Nederlandse Reisopera.
Van Der fliegende Holländer heb ik elf verschillende producties in het theater gezien, de ene wat meer, de ander wat minder geslaagd. Tot die laatste categorie behoort zeker de productie van Martin Kušej voor De Nationale Opera. Betere herinneringen bewaar ik aan Barrie Kosky’s lezing voor het Aalto-Musiktheater in Essen en die van Petrika Ionesco voor de Opéra Royal de Wallonie in Luik.
Muzikaal staat vooral de Holländer die ik in 2015 in Bayreuth mocht beleven in mijn geheugen gegrift, met dank aan dirigent Axel Kober. Maar mijn keuze valt op de productie van de Nederlandse Reisopera uit 2018, niet in de laatste plaats vanwege het schitterende toneelbeeld. Ik schreef het volgende naar aanleiding van de première:
De Reisopera moet het doen met beperkte middelen, maar slaagt er steeds weer in dat prima te maskeren. Een goede vormgever kan hier natuurlijke wonderen doen en dat is Gary McCann wel toevertrouwd. Een grote stellage met meerdere niveaus weet zonder moeite de suggestie van een zeilschip op te wekken. Een open ruimte met een groot raam op het achtertoneel doet dienst als atelier en huiskamer van Daland.
Goedgekozen filmbeelden van Silbersalz Film zorgen voor een levende achtergrond. Woeste golven waar de Holländer over zijn ruige tochten verhaalt, een kalme zee als men met windstilte kampt. En mooi gefilmd ochtendgloren als Senta door het grote raam naar buiten staart in afwachting van haar vader en misschien ook wel die ene man, je weet wel. En dat terwijl Erik ondertussen zijn uiterste best doet om haar uit deze obsessieve dagdroom te wekken.
Regisseur Paul Carr ziet Senta als een verwend meisje dat weinig meer te doen heeft dan dagdromen. Ze is in de ban geraakt van het schilderij van de Holländer, misschien is ze zelfs wel verliefd geworden op deze legendarische figuur. Ja, dat kan zomaar gebeuren. Hoeveel jongens zijn er niet verliefd geworden op prinses Leia? Zo dus.
Zoals dat gaat bij een onbereikbare liefde, spelen al gauw fantasieën een rol waarin het liefdesobject wordt gered uit een benauwde situatie, bijvoorbeeld bewusteloos geraakt in een brandend pand. In geval van Senta: zich voor hem opofferen, zodat hij eindelijk zal kunnen sterven. Zodra haar vader haar aan deze schimmige verschijning, die al honderden jaren op zee rondzwalkt, heeft beloofd, aarzelt ze geen moment. Dit is haar kans op de vervulling van haar dagdromen, haar gefantaseerde liefdesmoment. En vader blijft die man maar aanprijzen, totdat hij eindelijk tot de conclusie komt dat die twee hem niet meer nodig hebben: ‘Sollt ich hier lästig sein?’ What was your first clue, Daland?
Carr heeft in zijn productie alleen de Holländer een historisch kostuum gegeven, compleet met chimney hat. De overige spelers zijn uitgedost conform een algemene stijl medio twintigste eeuw. In plaats van een spinnerij is gekozen voor een bruidsjurkenatelier, waarbij de modinettes wat draaiende passen maken met hun paspoppen als het spinlied wordt gezongen. Senta loopt rond in een bruidsjurk zodra haar langverwachte bruiloft aanstaande is.
Darren Jeffery wist te overtuigen als de gekwelde titelheld. Zijn grote monoloog ‘Die Frist ist um’ klonk welluidend, al had hij wat moeite met de kelderdiepe noten. Gaandeweg ontwikkelde Jeffery zich tot een voortreffelijke Holländer, die vooral tegen het einde grote indruk wist te maken toen hij zich aan Senta bekendmaakte. ‘Verneem van mij aan welk een gruwelijk lot je bent ontsnapt.’
Zij wil daar niet van weten, heeft zich aan hem gecommitteerd en is vastbesloten zijn reddende engel te zijn. Groots tegenspel van Aile Asszonyi in de rol van Senta. Ze gaf een prima vertolking van ‘de ballade’ en wierp zich geheel in overeenstemming met de monomane fascinatie van haar personage in het navolgende gebeuren. Hoewel hier en daar wat schril op spannende momenten, wist ze de moeilijkste passages tot een goed einde te brengen en haar slotuitroep was zonder meer hartverscheurend.
Deze Senta springt niet in zee om zich bij de Holländer te voegen, maar doorsteekt zich met een dolk. De achter haar staande Holländer omarmt haar en sterft met haar. Dit verstilde slotbeeld wist mij voor het eerst te ontroeren, in al die vele Holländers die ik tot dan toe in het theater had gezien.