Extra steun cultuursector vooral naar instellingen
Minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap lichtte woensdag in een brief aan de Tweede Kamer toe hoe de 300 miljoen extra steun aan de cultuursector wordt verdeeld. Uitgangspunt is dat de instellingen verder kunnen, met de nadrukkelijke aanbeveling dat ze zzp’ers opdrachten verschaffen. Voor zangers en blazers is de brief slecht nieuws.
‘Cultuurmakers missen hun publiek en het publiek mist de beleving’, stelt de minister in haar brief aan de Kamer. Ze las het ook uit de post die ze ontving uit de wereld van de cultuur. Of de meest recente berg post nog een rol speelde bij het opstellen van de brief is niet zeker. Afgelopen dinsdag bezorgde violiste Lonneke van Stralen honderden hartenkreten van musici op de fiets op het Binnenhof.
De 300 miljoen euro die de minister beschikbaar stelt, is bedoeld om instellingen, makers en ondernemers in de culturele en creatieve sector door de komende maanden heen te helpen en ze in staat te stellen te investeren voor het volgende seizoen. Daarbij verwacht de minister dat de instellingen de aanvullende ondersteuning inzetten om makers door te betalen en opdrachten te verlenen aan makers en instellingen. Onder meer Kunsten ’92, de Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten en de Vereniging van Nederlandse Orkesten hebben kunnen meepraten over het pakket.
Voor de zeventig instellingen die deel uitmaken van de culturele basisinfrastructuur (BIS), waaronder De Nationale Opera, Opera Zuid en de Nederlandse Reisopera, wordt 113 miljoen euro uitgetrokken. Zij ontvangen de aanvulling om de continuïteit te waarborgen en om een doorstart te maken. De minister verwacht dat de instellingen zzp’ers, flexwerkers/artiesten, vrije producenten en jonge makers opdrachten geven en aan het werk houden. Ook het Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor, die niet onder de BIS vallen, ontvangen aanvullende subsidie. De beschikkingen zullen in juni worden verstuurd.
De BIS-instellingen horen op 4 juni, volgens de reguliere procedure, het advies van de Raad voor Cultuur voor de periode 2021-2024. Die adviezen worden gebaseerd op de oude situatie. De instellingen krijgen daarnaast de kans om op korte termijn plannen aan te leveren aan de hand van de nieuwe situatie. Daarover volgt op 1 oktober duidelijkheid.
Nieuw is de Cultuur Opstart Lening. Er is 30 miljoen euro beschikbaar voor ondernemingen in de culturele en creatieve sector die onvoldoende gebruik kunnen maken van de generieke maatregelen. De verwachting is dat er tussen 150 en 400 leningen kunnen worden verstrekt, afhankelijk van de vraag. Leners betalen 1 procent rente over de lening.
De minister hoopt ook werk voor veel zzp’ers te genereren door middel van extra steun aan de zes rijkscultuurfondsen, waaronder het Fonds Podiumkunsten. Zij krijgen 40 miljoen euro voor instellingen en festivals die meerjarig door hen ondersteund worden (veelal het midden- en kleinbedrijf van de cultuur) en nog eens 11,8 miljoen om bestaande regelingen voor makers te intensiveren. De minister veronderstelt dat veel cultuurmakers en creatieven zo aan de slag kunnen.
Generieke maatregelen
Naast de speciaal voor de cultuur vrijgemaakte ondersteuningsgelden zijn er de generieke maatregelen. Voor de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (TOZO) komen volgens inschatting van de minister ongeveer 92.000 mensen in aanmerking. Hoeveel van de ongeveer 160.000 zzp’ers in de cultuursector van de regeling gebruikgemaakt hebben, is nog niet te zeggen.
Culturele ondernemers kunnen gebruikmaken van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW) om hun personeel te kunnen blijven betalen. Van de ruim 100.000 aanvragen kwamen er bijna 1.700 uit de cultuur.
In het kader van de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS) is aan 14.194 instellingen in de culturele en creatieve sector een bedrag van 4.000 euro toegekend. In totaal gaat het om 56,78 miljoen euro, vermeldt de brief.
Sinds 20 mei zijn de generieke maatregelen grotendeels verlengd, maar er zijn nieuwe voorwaarden bijgekomen, zoals de partnertoets. Bovenop de NOW kunnen ondernemers een belastingvrije tegemoetkoming in hun vaste lasten krijgen van maximaal 20.000 euro. Op verzoek van enkele Kamerleden wordt er ruimte gemaakt om grote podia en evenementen die langere tijd last zullen houden van de coronamaatregelen te helpen bij het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen.
Vanaf 1 juni
Per 1 juni mogen culturele instellingen hun deuren weer openen, mits ze de regels van het RIVM in acht nemen: eerst 30 bezoekers per zaal en na 1 juli – onder voorbehoud – 100 mensen per zaal. Er moet altijd gereserveerd worden, met een intake moeten mensen met klachten worden opgespoord en de anderhalve meter afstand is leidend.
In de brief van de minister wordt expliciet gesproken over musici en zangers. Die mogen repeteren met inachtneming van de anderhalve meter afstand. In afwachting van een onderzoek naar de besmettingsrisico’s van zingen en blazen is het echter vooralsnog niet toegestaan om ‘samen met anderen te zingen of te blazen’. Het lijkt dan te gaan om koren, vocale ensembles en orkesten. Of optredens van individuele zangers, zoals liedrecitals, hier ook onder vallen, is niet duidelijk.
Reacties
Annemarie Harmsen, directeur van de Kunstenbond, reageerde teleurgesteld op de brief van minister Van Engelshoven. Ze maakt bezwaar tegen de aandacht voor instellingen ten opzichte van de zzp’ers, die 70 procent van de cultuursector uitmaken.
Zangeres Elise van Es liet op Twitter weten verdrietig te worden van het feit dat de minister het voorlopige verbod om met anderen te zingen vooral jammer vindt voor ‘de amateurkunstbeoefening’. ‘Ik heb een vak!’ zegt ze in haar tweet. ‘Ik mag maandenlang niet werken en goede ondersteuning blijft uit.’
Collega Marcel van Dieren is evenmin te spreken over de maatregelen. Hij richt zich op Twitter rechtstreeks tot de minister: ‘U drijft mij en mijn collega-musici tot grote onzekerheid en wanhoop!’
De regel voor zangers en blazers noopt het podium Splendor ertoe om de vocale muziek en de blaasmuziek te schrappen uit het programma voor 1 juni, de dag dat het muziekhuis in Amsterdam voor het eerst weer concerten gaat geven.