AchtergrondInterviews

Fotoreportage: Aylin Sezer in The Other

Geen liveproductie deze zomer, wel een operafilm. Opera Spanga neemt deze weken zijn vijfde operaspeelfilm The Other op, met Aylin Sezer in de rol van Cesaria. In onze serie beeldreportages vertelt de sopraan over het proces. ‘Als een shot erop zit, hoef je het nooit meer te doen. Dat was erg wennen.’

Kun je kort beschrijven hoe een opnamedag voor jou verloopt en wat er allemaal bij komt kijken voordat je een take kunt doen?
‘Ik sta om 6:15 uur op. Na het douchen en ontbijten doe ik wat oefeningen, yoga of qi gong, en neem ik de scènes door die we die dag gaan schieten. Dan spring ik op mijn vouwfiets en ben ik net voor 8.00 uur bij Opera Spanga en ga ik in mijn kostuum en make-up. We beginnen rond 8.30 met filmen. De repetities duren tot 13.00 uur. We hebben een lunchpauze van een halfuur en dan gaan we weer aan de slag tot 19.00 uur.

Voordat we met een shot beginnen, gaan we eerst met regisseur Corina van Eijk door de scène heen. We oefenen het een paar keer met de zangers. De cameraploeg bepaalt dan van waar en hoe ze het willen filmen en aan de hand daarvan wordt het licht bepaald. Daarna wordt ons haar, de make-up en het kostuum nog een keer gecheckt. En dan: actie! Shots duren vaak maar kort, maximaal een minuut of anderhalf. Die wordt dan meermaals herhaald totdat de juiste take erbij zit. Vaak wordt een scène ook vanaf andere camerastandpunten gefilmd. Je bent soms voor een opname van één minuut een uur bezig.’

Hoe is de samenwerking met je medehoofdrolspelers?
‘Het is altijd gezellig bij Spanga. We hebben veel plezier met z’n allen, maar weten ook wanneer er hard gewerkt moet worden. Een grote groep van de cast en crew verblijft in caravans op het terrein en een deel verblijft in appartementen/kamers in de omgeving. Daardoor voelt het soms als een schoolreis.’

Analyseer je de beelden van jezelf of kijk je liever niet?
‘Ik kijk niet naar de beelden, tenzij ik een scène van een andere hoek moet herhalen en dus alles op het exact hetzelfde moment moet acteren. Ik word zelfbewust als ik mezelf zie, want je kijkt toch anders naar jezelf. Opeens wordt ‘mooi en/of lelijk’ een issue, terwijl het verhaal het enige zou moeten zijn dat telt. Ik denk maar: als ik in een liveopera zing, zie ik mezelf ook niet en doe ik het ook op gevoel en op Corina’s aanwijzingen. Ik ben me er wel van bewust dat het acteren iets kleiner moet voor film; de camera staat erbovenop en er zijn geen mensen op de achterste rij die het ook moeten kunnen zien.’

Is dit een foto ‘in action’ of ‘in overleg’?
‘We moeten veel wachten: op het licht, op de camera’s en op Corina die kijkt of ze de take goed vindt en of het synchroon was met de geluidsopname (het geluid hebben we al in juli opgenomen). Dit is zo’n wachtmoment. De dag dat deze foto’s werden genomen, was het boven de 30 graden. Je ziet dat ik mijn rok omhoog heb gerold en slippers aan heb, omdat mijn onderlichaam niet op beeld hoefde. Ook collega David Visser is op blote voeten. Op de grond zie je ‘marks’, zodat we later weer op dezelfde plek kunnen zitten of staan.’

Welke scène is dit? Helpen de beelden op het scherm om je in een scène te verplaatsen?
‘In deze scène zien Cesaria en Durk voor het eerst Espinoza. Cesaria wil dat Durk haar meeneemt naar Friesland en net wanneer ze naar elkaar naderen, komt Espinoza, de vader van haar ongeboren baby, tevoorschijn. Durk en Cesaria hebben allebei aan zijn dood bijgedragen. Hoe en waarom Espinoza in de grot is, wordt in het midden gelaten. Mijn theorie is dat het een gezamenlijk schuldgevoel is van Cesaria en Durk, zodat ze Espinoza allebei ‘zien’.

Om heel eerlijk te zijn ben ik niet veel bezig met de plaatjes op de achtergrond. Dat is vooral aan Corina en de filmcrew, omdat het de scène en de camerarichting bepaalt.’

Hoe is de samenwerking met Corina van Eijk (links)? En hoezeer verschilt het regiewerk bij een film vergeleken met het regiewerk in een normale operaproductie?
‘Ik vind het altijd fijn om met Corina te werken. We vertrouwen elkaar en dat is bij een opname nog belangrijker dan bij het repeteren voor een livevoorstelling. Bij een normale operaproductie is de eerste doorloop altijd een moment waar veel dingen op hun plek vallen; je voelt voor het eerst de spanningsboog en kunt daarna beginnen aan het verfijnen van je karakter. Die kans krijg je niet bij het filmen van een opera. Je moet de regisseur vertrouwen en het doen zoals zij het wil en voor zich ziet. En als een shot erop zit, hoef je het nooit meer te doen. Vooral daar moest ik erg aan wennen, want een livevoorstelling ontwikkelt zichzelf tot en met de laatste noot van de laatste voorstelling en is elke keer anders.’

Vorig artikel

Grachtenfestival speelt mierzoete barokopera

Volgend artikel

Ritratto vervangt Innocence bij DNO

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.