Mark Omvlee: ‘Kan ik hier mijn brood mee verdienen?’
Het is ruim zeven maanden sinds corona alles veranderde. De podiumkunsten vielen gedwongen stil, de muziek ging alleen nog online en de makers moesten zich beraden op hun bestaan. In deze serie vragen we operazangers naar hun lessons learned. Tenor Mark Omvlee: ‘Ik maak me wel zorgen wat en wie er overblijven.’
Zangers die hovenieren, violisten voor de klas, artiesten als klusjesmannen: de optie van omscholing lijkt in de culturele sector steeds reëler te worden, zeker nu de theaters en de concertzalen weer hebben moeten inbinden. Tenor Mark Omvlee heeft zijn eigen verhaal. Hij begon vijftien jaar geleden al een ’tweede carrière’, naast het zingen.
‘Kort na mijn afstuderen begon ik met nasynchronisatie, in de volksmond het inspreken van tekenfilms’, vertelt de tenor. ‘Ik ben de vaste stem van Mickey Mouse. Verder heb ik bijvoorbeeld Miss Piggy ingezongen en meegewerkt aan de Ninja Turtles. Ik zit nu net in de trein naar Hilversum om weer wat in te spreken. Wat? Dat hoor ik altijd pas als ik er ben.’
Een jaar of tien geleden, toen Omvlee qua zang een erg mager seizoen beleefde, begon hij ook vertalingen voor tekenfilms te maken. ‘Dat doe ik inmiddels meer dan het inspreken’, zegt hij. ‘Als je in het buitenland zit om Monostatos te zingen, heb je naast het repeteren veel tijd over. Dan werk ik aan die vertalingen.’
Omvlee heeft op deze manier nooit alleen van het zingen moeten leven. ‘Mensen zeggen nu: wat een mazzel dat je dat erbij doet. Maar hoewel het mazzel was hoe ik erin gerold ben, is het inmiddels geen mazzel meer. Ik heb het bewust gebruikt; niet alleen voor de leuk, maar ook voor de extra centjes. Van ‘leuk om erbij te doen’ is het uitgegroeid tot een serieuze bijbaan. Want met zingen haal je je pensioen niet, op een enkeling na. Er zit een houdbaarheidsdatum op.’
Boterham
Mark Omvlee had al aan het begin van zijn carrière twijfels over zijn zangersbestaan. ‘Ik dacht: is dit alles? Ik liep tegen grenzen aan, ook vocaal. Toen heb ik heel bewust gezegd: als het binnen twee jaar nergens toe leidt, ga ik iets heel anders doen. Ik heb in die tijd gefocust op les nemen en mijn techniek ontwikkelen. Een heel seizoen heb ik geen passies gezongen; voor een hoop zangers een smak uit hun begroting, maar ik had er inkomsten naast. Het heeft geholpen, want nu zing ik rollen in het buitenland en ben ik bij bijvoorbeeld De Nationale Opera (DNO) en de Nederlandse Reisopera te gast.’
Ondanks successen op binnen- en buitenlandse tonelen heeft Omvlee een nuchtere kijk op het zangersvak behouden. ‘Ik vind dat je als mens eerlijk naar jezelf moet kijken: kan ik hier een boterham mee verdienen? En blijven verdienen? Balletdansers zijn al tijdens hun carrière bezig met hun ‘pensioen’: wat gaan ze dan doen? Bij zangers leeft die vraag minder.’
‘Het zangersvak is nu eenmaal een onzeker bestaan. De kans dat je tot je pensioen kunt blijven zingen, is niet groot. Ik weet zelf ook niet hoeveel ik na mijn vijftigste nog kan doen, en op welk niveau en voor hoeveel geld. Ga ik na mijn vijftigste echt nog een veertigste Matthäus zingen?’
Omvlee denkt dat de coronacrisis de kwetsbaarheid van zijn vak volledig heeft blootgelegd. ‘Ik kan me heel goed vinden in wat Deirdre Angenent in een interview met jullie zei: nu wordt bevestigd wat we eigenlijk al wisten, namelijk dat dit een heel kwetsbaar beroep is.’
Omvallen
De uitbraak van corona had ook op de agenda van Omvlee een grote impact. ‘In feite is alles weggevallen’, zegt hij. ‘Op de dag van de generale repetitie van Bruid te koop! bij de Reisopera werd de lockdown afgekondigd. Ik was al sinds februari met die productie bezig en had behalve een concertje nog geen andere optredens gedaan in 2020. De Reisopera probeerde vrij snel de tournee naar het najaar te verplaatsen. Ik moest daarvoor andere dingen afzeggen. Uiteindelijk ging die najaarstournee ook niet door.’
Een Matthäus-Passion bij het Noord Nederlands Orkest, een ZaterdagMatinee, Rusalka bij DNO: alles was van de baan. Bovendien moesten de studio’s in Hilversum ook een tijd dicht, waardoor Omvlee’s inspreekwerk eveneens geraakt werd. ‘Ik heb van een paar gezelschappen compensaties gekregen en daar ben ik dankbaar voor, maar het blijft een mager jaar. Gelukkig doe ik sinds een tijdje ook luisterboeken en die zijn ongelofelijk gegroeid door corona.’
Omvlee heeft voor 2020 geen verwachtingen meer en houdt zijn hart vast hoe het in 2021 zal gaan. ‘Als alles goed gaat, zing ik in januari Monostatos in Die Zauberflöte in Dijon. Maar kun je tegen die tijd weer reizen? En zullen operahuizen nog wel solisten uit het buitenland willen halen? Ik kan me voorstellen dat huizen meer naar hun ‘eigen’ mensen zullen kijken. Niet uit protectionisme, maar uit praktische overwegingen. In een straal van 200 kilometer om Dijon is natuurlijk prima een andere Monostatos te vinden.’
‘De eerste helft van 2021 is verder niet dik bezet’, zegt Omvlee. ”En ik verwacht niet dat er wat bijkomt. Ik verwacht in elk geval geen passies volgend jaar. Bij amateurverenigingen vindt een kaalslag plaats, hoor ik van dirigenten. Veel staat op omvallen. Dit jaar werden de Matthäus-uitvoeringen al afgezegd en voor volgend jaar durven ze nog niets in te plannen. Dan heb je dus anderhalf seizoen niets gedaan. En bij een Matthäus staan toch zes solisten hun brood te verdienen.’
‘Ook al gaat de boel vanaf januari weer langzaam van het slot, we zijn er nog niet uit’, vervolgt Omvlee. ‘De nasleep zal langer duren dan de lockdown zelf. Ik maak me wel zorgen wat en wie er overblijven. Ik maak me zorgen om collega’s en om de plekken waar we nog kunnen zingen. Grote producties zoals die van de Reisopera: wanneer kán dat weer? En hoe gaat het met de kweekvijvers voor jonge zangers? DNO, de Reisopera en Opera Zuid zullen niet zo snel omvallen, maar als daaronder niet veel overblijft, waar moeten al die studenten die volgend jaar afstuderen dan naartoe?’
Corvee
Aan coronaproof alternatieven heeft Omvlee op dit moment niet zo veel behoefte. ‘Het aanbod dat er nu is, vind ik sneu. Niet in de zin van kneuzig, maar het is zo pijnlijk. Met driehonderd mensen in het Concertgebouw: dat is toch treurig? Begrijp me niet verkeerd: ik vind het lovenswaardig wat er gedaan wordt, maar het is triest dat we onze kunstvorm niet meer zo kunnen uitvoeren zoals we het deden. Ik wil gewoon mijn vak uitoefenen zoals het hoort: groot, met veel mensen. Als dat niet kan, ga ik liever een tijdje wat anders doen.’
Omvlee realiseert zich dat dat verwend klinkt. ‘Maar je maakt toch mét het publiek een voorstelling? Wat nu gedaan wordt, blijft gemankeerd. Ook qua regie: als je het coronaproof maakt, is de spontaniteit er toch af? Er is niks zo erg als dat kunst corvee wordt: je doet het omdat je ervoor betaald wordt. Maar nogmaals, dat klinkt waarschijnlijk heel erg verwend, dat snap ik ook wel.’
Omvlee waagde zich overigens wel aan één spontaan, coronaproof alternatief. Hij voerde recent Winterreise van Schubert uit, drie keer voor dertig mensen in de Grote Kerk van Monnickendam. ‘Het idee ontstond door mijn contact met Wim Dijkstra, met wie ik al jaren opera’s opvoer in Leiden en Haarlem. We belden om te klagen over wat er allemaal weggevallen was en besloten om elkaar bezig te houden. Hij stelde Die schöne Müllerin voor, maar dat vond ik niks. Toen zei ik: laten we Winterreise doen.’
‘Ik zou Winterreise anders nooit gezongen hebben, het is niet mijn originele Stil‘, vervolgt Omvlee. ‘Maar ik heb er een hoop van geleerd. Het smaakt zeker naar meer!’
Lees meer over Mark Omvlee op zijn persoonlijke website.