Zo armzalig als het jaar 2020 voor de podiumkunsten was, zo vruchtbaar was het jaar voor opnames. Het ene na het andere nieuwe album komt uit. Sopraan Mari Eriksmoen nam onder leiding van de Nederlandse maestro Jan Willem de Vriend haar eerste solo-cd met opera-aria’s op.

De Noorse sopraan Mari Eriksmoen heeft de afgelopen jaren beslist haar sporen in de operawereld verdiend. Het publiek in Amsterdam kon haar talent tijdens optredens in het Concertgebouw en een hoofdrol in Die Zauberflöte bij De Nationale Opera (2018) bewonderen.

De zangeres greep het coronajaar 2020 aan om haar eerste soloalbum met opera-aria’s op te nemen. Haar muzikale partner vond ze in eigen land: het Stavanger Symphony Orchestra. Als repertoire koos Eriksmoen voor operawerken van Händel en Mozart, met als overlap tussen de twee grootmeesters een paar arrangementen van Händel-werken die Mozart in opdracht van baron Gottfried van Swieten maakte (zoals de Messiah). Het is een goede mix van bekend en minder bekend, al is het niet bijzonder verrassend. Aangenaam klassiek.

Eriksmoen heeft één van de meest heldere, jeugdige sopraangeluiden die ik ken. Dat is tegelijk een zwakte; voor dramatische aria’s als die uit Mitridate en Idomeneo heb je meer vlees op de stem nodig. Händel ligt haar het beste. Schier gewichtloos glijdt ze over de barokke melodielijnen. Haar versieringen zijn onberispelijk. Haar Italiaanse dictie is piekfijn, in het Duits is ze minder goed te verstaan.

Het orkest uit Stavanger werkt al sinds 1990 aan zijn skills in het oudemuziekrepertoire onder speciaal daarvoor aangestelde chefs. De Nederlandse maestro Jan Willem de Vriend, sinds 2020 dirigent-in-residence, zet die traditie gloedvol voort. Het orkest klinkt warm en vol en de musici spelen met aanstekelijke energie.