Dirigent James Levine (1943-2021) overleden
De Amerikaanse dirigent James Levine is op 9 maart overleden in Palm Springs, Californië. Hij werd 77 jaar. Levine was meer dan veertig jaar muziekdirecteur van de Metropolitan Opera. In maart 2018 werd hij ontslagen vanwege beschuldigingen van seksueel misbruik.
Hoewel hij chefposities bij het Ravinia Festival, de Münchner Philharmoniker en het Boston Symphony Orchestra vervulde, zal James Levine vooral herinnerd worden vanwege zijn decennialange inzet voor de Metropolitan Opera in New York.
Na zijn Met-debuut in juni 1971 (een invalbeurt in Tosca, met Franco Corelli en Grace Bumbry in de hoofdrollen) werd hij in 1976 muziekdirecteur, een job die hij tot 2016 behield (van 1986 tot 2004 onder de naam artistiek directeur). In 2016 werd hij tot emeritus muziekdirecteur gekroond.
Levine dirigeerde in totaal 2.552 voorstellingen bij de Met en had een ongekende invloed op de ontwikkeling en de groei van het Met-orkest en de programmering van de Met. Hij werkte mee aan de creatie van iconische operaproducties alsmede de wereldpremières van een groot aantal nieuwe opera’s. ‘Geen enkele artiest in de geschiedenis van de Met heeft zo’n diepgaande impact gehad als James Levine’, aldus algemeen directeur Peter Gelb.
Zijn goede naam en immense staat van dienst werden in 2017 in diskrediet gebracht toen vier mannen hem van seksueel misbruik beschuldigden. Het misbruik zou tussen de jaren zestig en de jaren tachtig hebben plaatsgevonden. De Metropolitan Opera schorste de maestro en stelde een extern onderzoek in. Toen dat onderzoek in maart 2018 afdoende bewijs voor de beschuldigingen vond, werd Levine ontslagen. De dirigent klaagde daarop de Met aan voor contractbreuk, een rechtszaak die met een schikking van 3,5 miljoen dollar beëindigd werd.
De meeste orkesten en gezelschappen waar Levine nog actief was, lieten na de misbruikzaak weten niet meer met hem te zullen samenwerken. Het festival Maggio Musical Fiorentino was niettemin van plan om Levine in januari dit jaar op het toneel te laten terugkeren. Door de coronacrisis werden die voorstellingen echter afgezegd.
Wonderkind
James Levine werd geboren in 1943 in Cincinnati. Naar eigen zeggen kon hij eerder zingen dan praten. Op jonge leeftijd speelde hij al op hoog niveau piano. Hij kwam uit een artistiek gezin. Zijn vader begeleidde als violist een dansorkest en zijn moeder was actrice. Toen Levine acht jaar oud was, hoorde hij voor het eerst de Met. Het gezelschap was aan het toeren in Indiana en voerde Die Fledermaus en Don Carlo op.
Twee jaar later maakte Levine zijn debuut als solist in Felix Mendelssohns tweede pianoconcert, tijdens een jeugdconcert van de Cincinnati Symphony Orchestra. In datzelfde jaar ging hij voor het eerst naar de Met in New York. Daar mocht het wonderkind zijn pianospel aan professors laten horen.
Een paar jaar later begon Levine met zijn muziekstudie en nam hij pianolessen in de Marlboro Music School, Vermont. Na de High School ging hij naar de Juilliard School of Music in New York City. Daar begon hij met een cursus dirigeren. Hij studeerde af in 1964. Na een jaar als leerling van George Szell mee te doen met het Cleveland Orchestra mocht hij als assistent-dirigent het orkest begeleiden.
In 1970 maakte hij zijn debuut als gastdirigent van het Philadelphia Orchestra, waarna een jaar later zijn debuut bij de Met volgde. Toen hij in 1973 tot chef-dirigent van de Met benoemd werd, ging het snel.
Naast zijn werk bij de Met was Levine muziekdirecteur van het Ravinia Festival (1973-1993), chef-dirigent van het Boston Symphony Orchestra (2004-2011) en chef-dirigent van de Münchner Philharmoniker (1999-2004). Van 1999 tot 2006 hield hij zich bezig met talentontwikkeling bij het Verbier Festival Orchestra.
Levine kampte in de laatste twintig jaar van zijn carrière met verschillende gezondheidsproblemen, waardoor hij op een gegeven moment alleen nog vanuit een stoel kon dirigeren. In 2011 en 2012 moest hij veel voorstellingen bij de Met aan zich voorbij laten gaan. Zijn gezondheid was de voornaamste reden om in 2016 een emerituspositie te aanvaarden.
Op 14 oktober 2017 dirigeerde Levine zijn laatste operavoorstelling bij de Met, Die Zauberflöte van Mozart met onder anderen Golda Schultz, Charles Castronovo en René Pape. In november en december dirigeerde hij nog vier uitvoeringen van Verdi’s requiem, de laatste op 2 december. Daarmee kwam zijn lange, imposante en invloedrijke loopbaan tot een einde.