Vroege Verdi’s: Attila uit Milaan
In een achtdelige serie besteedt Peter Franken aandacht aan evenzovele minder bekende opera’s van Giuseppe Verdi uit de periode 1839-1849. In de zesde aflevering: Attila, opgenomen in het Teatro alla Scala in 1991.
Attila ging op 17 maart 1846 in première in La Fenice (Venetië) en was aanvankelijk redelijk succesvol. Nadien werden uitvoeringen ervan schaars, totdat Samuel Ramey zich de titelrol toegeëigende. De opname uit de Scala die op dvd is uitgebracht laat zien hoezeer hij geniet van het vertolken van de ‘barbaar aller barbaren’ Attila de Hun.
Het libretto van Solera en Piave volgt op hoofdlijnen de geschiedenis rond het jaar 450 CE. Attila is door een leger onder de Romeinse veldheer Ezio bij Châlons verslagen en heeft zich teruggetrokken tot in Noord-Italië om een aanval op Rome te wagen. In de aanloop daartoe heeft hij de Romeinse havenstad Aquileia geplunderd en verwoest. Daarbij is de plaatselijke machthebber gedood en is diens dochter Odabella samen met nog een paar strijdbare vrouwen in de handen van de Hunnen gevallen.
Odabella weet zo veel indruk op Attila te maken dat hij haar zijn zwaard geeft. Zij wil zich een plaats in het Hunnenkamp verwerven als een vertrouweling van Attila, zodat ze hem op een geschikt moment met zijn eigen zwaard kan doden. Haar dood gewaande verloofde Foresto, die in het kamp opduikt, wil er niets van weten en verwijt haar afvalligheid. Maar als ze hem vertelt dat ze de Bijbelse Judith wil emuleren, gaat hij overstag.
In een nevenintrige probeert Ezio een deal met Attila te sluiten: hij krijgt Italië en Attila de rest van het Romeinse Rijk. De Hunnenkoning wijst dit verontwaardigd van de hand, verraad is aan hem niet besteed. Het personage Ezio is gebaseerd op de veldheer Aetius, die jarenlang de sterke man achter de troon van keizer Valentianus was.
Attila krijgt een angstdroom, waarin de enorme schim van een oude man hem maant om Rome te mijden. Italië is het land van de goden, daar moet hij wegblijven. Als vervolgens paus Leo hem komt bezoeken met eenzelfde boodschap, wordt Attila geheel en al van zijn stuk gebracht door de gelijkenis van deze heilige man met de schim die hij heeft ontwaard. Dit is in zoverre in overeenstemming met de historie dat Attila inderdaad na een ontmoeting met de paus van een veldtocht tegen Rome heeft afgezien.
Na de nodige verwikkelingen slaagt Odabella erin om haar wraak te volvoeren door Attila met zijn eigen zwaard te doden. In werkelijkheid trok Attila zich terug in de richting van Hongarije, waar hij plotseling overleed als gevolg van een gesprongen halsslagader. Naar verluidt gebeurde dit tijdens de huwelijksnacht met een nieuwe bruid, Ildico. Zo is hij dus misschien toch in het harnas gestorven.
Übermacho
Het toneelbeeld in de productie van Jerome Savary wordt bepaald door twee overmaatse spanten links en rechts, wat zou kunnen duiden op het ruim van een schip. In werkelijkheid is het gewoon de begrenzing van de plaats van handeling: het kamp van Attila, de plek waar Venetië zal worden gesticht nu Aquileia is verwoest en een Romeins legerkamp. De Romeinen zijn herkenbaar gekleed, gewoon zoals ze meestal worden getoond. De Hunnen ogen alsof ze uit een folkloristische voorstelling in Turkmenistan zijn weggelopen.
Samuel Ramey gaat gekleed in een lange jas, die zijn borst ontbloot laat. Hij oogt als een übermacho en speelt dat imago geheel uit. Zijn zang is navenant; een zware bas die alles van het toneel probeert te blazen, zeer intimiderend en schitterend gezongen. Het publiek draagt hem terecht op handen.
Odabella komt voor rekening van Cheryl Studer, die toen in haar wonder years verkeerde. Het is één van haar mooiste rollen, vind ik. Haar heerlijke stemgeluid past heel goed bij deze partij. In de hoogte gaat het overigens beter dan in de laagte. Zeker in de proloog heeft ze noten te zingen die meer voor een alt bestemd lijken te zijn en dan verliest ze wat volume. Ik heb alle cd’s verzameld waarop ze in die periode te horen was en dit was een prettig weerzien met een grote favoriet van vroeger.
Topcast
De sopraan staat hier tussen drie mannen, net als in Ernani overigens. Behalve de bas Attila is er de bariton Ezio, een mooie rol van Giorgio Zancanaro, en de tenor Foresto. Deze wordt overtuigend vertolkt door de Bulgaarse tenor Kaludi Kaludov. Hij heeft een grote stem en een prettig timbre. Als Kaludov een duet zingt met zijn geliefde, klinken hij en Studer heel mooi samen in de unisono passages.
De muzikale leiding is in handen van Riccardo Muti. Met zijn koor en orkest maakt hij er een mooie voorstelling van. Kan nauwelijks anders natuurlijk, met zo’n topcast op het toneel.
Na Attila volgden Macbeth en I Masnadieri. De eerste versie van Macbeth ging op 14 maart 1847 in première in Florence. Verdi werkte deze opera twintig jaar later om en op 21 april 1865 vierde dit werk een tweede première, nu in Parijs, en daarmee verdient het feitelijk een plek tussen La forza del destino en Don Carlos. Mijn recensie van een voorstelling bij de Royal Opera verscheen eerder op Place de l’Opera.
Van I Masnadieri recenseerde ik een voorstelling bij het Aalto-Musiktheater in Essen. Het werk ging op 22 juli 1847 in première in Londen en was speciaal voor Engeland geschreven.