Jonge zangers laten zich graag zien op concoursen, maar meestal is dat in plaatsen als Wenen, Barcelona en, recent nog, Den Bosch. Bas-bariton Fabian Homburg koos voor een heel ander avontuur. Hij nam deze maand deel aan The Opera Crown, een competitie in de Georgische hoofdstad Tbilisi. ‘Ik wil dingen uitproberen, ervaring opdoen, fouten maken.’

Fabian Homburg gaat zijn eigen weg. Hij studeerde zang in Maastricht en Amsterdam, maar besloot op een gegeven moment het conservatorium te verlaten. ‘Ik liep vast’, vertelt hij. ‘Ik verloor het plezier in zingen. Ik moest een andere manier vinden om mijn stem te ontwikkelen. Mijn docent Marcel Boone hielp me om een mooi pad uit te zetten van leren, uitproberen en nu stapje voor stapje naar buiten treden.’

Inmiddels heeft Fabian het plezier in zijn metier volop teruggevonden. Hij is net 26 geworden, gretig en leergierig. En tegelijk geduldig. ‘Ik zit in een soort tussenperiode’, zegt hij. ‘Dit is de tijd om dingen uit te proberen, ervaring op te doen, fouten te maken en daar natuurlijk weer van te leren.’

Google Maps

Als ik Fabian spreek, zit hij in een Airbnb midden in Tbilisi. ‘Er gaan vanaf Amsterdam maar twee vluchten per week naar Tbilisi, dus ik was hier al een paar dagen voordat de competitie begon’, vertelt hij. ‘Het is een mooie, oude stad. Ik zit op vijf minuten van de opera, waar de competitie plaatsvindt. Het ligt aan een grote, brede straat, met meerdere musea. Het doet een beetje Frans aan.’

‘Het is zeker spannend om hier te zijn’, vervolgt Fabian. ‘Als je in Frankrijk of Duitsland bent, voelt het nog steeds een beetje als thuis. Hier is dat helemaal niet zo. Het voelt heel anders. Ik kan goed in m’n eentje een stad verkennen. Ogen open en ervaren, is mijn uitgangspunt. Ik zet een puntje op Google Maps en wandel daarnaartoe. Wat me opvalt, is dat het een heel orthodox-christelijk land lijkt te zijn. En het lijkt niet het meest welvarende land te zijn, misschien ook door corona. Dat is wel vreemd: ik ben hier maar een week om kort wat te zingen en dan ga ik terug naar Nederland, waar alles weer zo anders.’

Finale

Fabian kwam op het spoor van The Opera Crown door de YAP Tracker, een online service die jonge zangers op de hoogte houdt van audities en competities. Het Georgische concours is behoorlijk nieuw; dit jaar vindt de tweede editie plaats. ‘Georgië heeft een rijke zangcultuur en dat kun je aan alles en iedereen merken’, zegt Fabian. ‘De auditie voor de eerste ronde ging digitaal. Ik moest mijn cv en twee opnames insturen. Ik koos voor aria’s van Figaro en Papageno. Vijftig zangers werden geselecteerd om naar Tbilisi te komen.’

In de eindronde in Tbilisi presenteerde Fabian zich met muziek van Wagner en Mozart. Het was niet genoeg om een plek in de finale te veroveren, maar erg treurig is de bas-bariton daar niet om. ‘In de finale staan zangers die al jaren rollen in Amerika zingen of bijvoorbeeld een plek in de studio van de Wiener Staatsoper hebben. Het geeft me een nog duidelijker beeld van de stappen die ik graag nog zou willen zetten.’

Glyndebourne

Voor Fabian staat seizoen 2021/2022 vooral in het teken van audities en competities als die in Tbilisi. Binnenkort heeft hij twee audities in Londen, eentje voor een speciale operamaster van de Guildhall School of Music, eentje om volgend jaar zomer in het koor van het Glyndebourne Festival mee te kunnen zingen. ‘Glyndebourne werkt met veel jonge zangers in het koor. Het zou een geweldige ervaring zijn. Bij Guildhall probeer ik binnen te komen om toch nog een jaar te kunnen studeren en daardoor weer een stap dichter bij mijn doel te komen.’

Maakt de coronacrisis het extra lastig om iets op te bouwen of ergens binnen te komen? ‘Het is überhaupt lastig om als jonge zanger je carrière te starten’, meent Fabian. ‘Je hebt naast een goede stem en techniek ook geluk nodig in de mensen die je tegenkomt. Maar corona is zeker een extra drempel. Ik zong regelmatig in het extra koor van De Nationale Opera. Daar is op dit moment voor mij veel minder werk. Er zijn wel weer producties, maar het koor is qua grootte vaak beperkt. De sector werkt in de breedte zeker nog niet op volle sterkte.’