DNOA pakt uit met Postcard from Morocco
Studenten van de Dutch National Opera Academy zijn deze week te horen in de eenakter Postcard from Morocco van Dominick Argento op een libretto van John Donahue. Het werk stamt uit 1971 en klinkt uitgesproken eclectisch. Het is uitermate geschikt voor gevorderde studenten om hun kunnen in te etaleren, met een grote verscheidenheid aan stemtypes.
De handeling speelt zich af op een station waar een groep van zeven reizigers zit te wachten op een trein, zonder dat daar ergens aan wordt gerefereerd. ‘We zitten hier maar als vogeltjes op een tak’, zegt de ‘Foreign singer’ op een gegeven moment, waarna ze vogelgeluiden begint te imiteren. Dat onbestemde wachten gekoppeld aan de absurdistische teksten doet direct denken aan Godot.
Muzikaal is het geheel doordrenkt met klankbeelden van Britten, zij het dat hier wat meer vrouwen te horen zijn. Het begeleidende orkest bestaat uit piano, (bas)klarinet, saxofoon, trombone, viool, altviool, bas, slagwerk en klassiek gitaar. Bij vlagen klinkt het als een combo dat op het perron staat te spelen, met name als er swingend wordt uitgepakt.
Behalve ‘Becket meets Britten’ is er ook veel Bernstein in het stuk waarneembaar. Tijdens een groot muzikaal intermezzo komen onder meer Wagner, Mendelssohn en een vleugje Mahler langs. Verder gaan we van operetteromantiek naar melancholische herinneringen als ter sprake komt wat ‘The lady with a cakebox’ eigenlijk in die doos heeft zitten, kennelijk de herinnering aan iemand die gestorven is.
Poppenspeler
Elk personage heeft een stuk bagage bij zich waarvan de anderen willen weten wat erin zit. Er wordt over verteld, indringende vragen worden gesteld (‘staat u in het telefoonboek?’), maar er wordt niets geopend, wat het wederzijdse wantrouwen alleen nog maar meer voedt.
Eén van de wachtenden is een poppenspeler, waarvan door de auteurs wordt gesteld dat deze onopvallend de macht over de anderen probeert te krijgen – aan hun touwtjes trekken zogezegd. Dat is dermate onopvallend gedaan dat het door mij in elk geval niet is opgemerkt, hoewel ik erop bedacht was. Aan het einde loopt iedereen het perron af, hier naar een kennelijke immigratiecontrole. Alleen Mr. Owen blijft achter in de fantasiewereld die hij heeft gecreëerd over wegvaren in een boot naar ergens, wellicht een bloemenkelk.
Maria Warenberg
Net als Godot en Endgame is het stuk bij vlagen beklemmend, maar wordt de spanning al snel weer gebroken door een onverwachte bizarre wending, een gebaar, een korte opmerking, een observatie. Het blijft van begin tot eind boeien dankzij het gemakkelijk ogende spel en de uitstekende zang van de zeven masterstudenten.
De personages en hun stemtypes zijn: Mr. Owen (tenor), Lady with a Cake Box (sopraan), Foreign singer (mezzosopraan), Lady with a Hand Mirror (coloratuursopraan), Man with Old Luggage (lyrische tenor), Shoe salesman (bariton), Man with a Cornet Case/ Puppet Maker (bas). Alle rollen zijn dubbel bezet en de cast varieert derhalve over de vier voorstellingen.
Van de zangers die woensdagavond optraden was Maria Warenberg de enige die ik eerder in een productie had gezien, namelijk als een fraaie Stephano in Roméo et Juliette van Opera Zuid. Gekleed in een gouden glitterjurk mocht ze zich nu helemaal uitleven in de onbestemde taal van de Foreign singer, uitstekend gedaan.
Ook over de andere zes zangers was ik zonder uitzondering zeer te spreken. Ze maakten er een prachtige avond van. Het prachtig spelende orkestje onder leiding van Gary Matthewman en de uitgekiende kostumering van Jorine van Beek vormden een belangrijke factor in het succes.
Er volgen nog voorstellingen op 24, 26 en 27 maart. Zie voor meer informatie de website van de Dutch National Opera Academy.