Trijn: een sympathiek gebeuren
Trijn een eigen opera voor Utrecht, dat is de trotse tekst op het omslag van het programmaboekje van de ‘community opera’ Trijn die op 12 juni zijn voorpremière beleefde. Het is een opdrachtwerk van Stichting Stadsopera Trijn bij gelegenheid van de viering dat Utrecht 900 jaar geleden stadsrechten werden verleend.
Trijn van Leemput is een historische figuur die leefde in Utrecht van 1530 tot 1607 en een belangrijke rol zou hebben gespeeld in een volksbeweging die eigenhandig de Vredenburcht heeft gesloopt. Een burcht in de stad geeft alleen maar ellende, de kanonnen staan op het volk gericht en de soldaten die er worden ingekwartierd zijn de bevolking slechts tot last. Ze willen geld en zitten achter onze vrouwen aan, zoiets.
Als het Spaanse garnizoen is vertrokken komen er Duitse huurlingen in de burcht, maar Trijn ervaart dat niet als een verbetering. Ze bewerkt haar man Johannes die lid is van de stadsraad dat men moet besluiten de burcht af te breken. Zo’n ding hoort niet in het centrum van de stad, beter een plein of een theater op die plek. Na veel vijven en zessen komt dat er van, niet dankzij de eindeloos delibererende mannen en evenmin dankzij de vrouwen die wel klagen dat ze alleen maar goed zijn om te baren, maar zich in het gevestigde rollenpatroon beter thuis voelen dan op de barricades. Pas als Trijn zelf het voortouw neemt, dan sloop ik die burcht wel in mijn eentje, en van haar man als bemoedigend gebaar een pikhouweel krijgt aangereikt, wordt de ban gebroken.
Trijn en die Vredenburcht hebben echt bestaan en het gebouw staat er al lang niet meer, meer historische zekerheid hebben we niet. Maar librettist Ruben van Gogh heeft zich daar niet door laten weerhouden een gedetailleerd verhaal te bedenken over hoe het allemaal zo kan zijn gekomen, met Trijn als Utrechtse volksheldin. Er staan niet voor niets twee standbeelden van haar in de stad.
Herhalingen
Trijn is een initiatief van het Klein OperaKoor en daarmee zijn de randvoorwaarden voor componist Bob Zimmermann direct al duidelijk. Het moest een stuk muziektheater worden met een flinke rol voor een amateurkoor aangevuld met een paar professionele solisten.
Zimmerman en van Gogh hebben geopteerd voor het format van een doorgecomponeerde opera en in mijn beleving hebben ze daarmee iets teveel hooi op de vork genomen. De brave voortkabbelende teksten werken ook niet erg mee, van Gogh wil het hele verhaal uitspellen in wat ouderwets aandoend Nederlands, om het geheel een authentiek tintje te geven. En om de melodie vooruit te brengen heeft Zimmerman nogal veel herhalingen nodig. Hij is niet de eerste die zich voor dit probleem gesteld zag natuurlijk, denk aan Osmins ‘ich hab’ auch Verstand’ in Mozarts Entführung aus dem Serail.
Achteraf denk ik dat men beter had kunnen besluiten er een musical van te maken, zoals lang geleden De Engel van Amsterdam, ook een volksheldin. Een kort intermezzo met pakkende gesproken teksten en vervolgens koor- of solozang waarin die tekst niet perse noodzakelijk is voor goed begrip van de voortgang, dat houdt de vaart erin. En daar ontbreekt het in Trijn nadrukkelijk aan. Het is een gelegenheidswerk dat zijn bestaansrecht louter ontleent aan Utrecht 900.
Koor en solisten
Het optreden van het koor, nadrukkelijk gescheiden in vrouwen en mannen, doet recht aan de wens van de initiatiefnemer, er moet vooral veel koorzang in het stuk voorkomen en niet al te moeilijke muziek graag. Ook de solisten blijven veelal hangen in het debiteren van hun wat moeizame teksten. Pas als Trijn en haar vriendin Maria het voortouw nemen klinkt het als een opera.
Karin Strobos als Trijn en Aylin Sezer als Maria doen hun niet geringe reputatie volledig eer aan. Prachtig zoals ze een duet zingen. Zimmerman heeft zich daarin duidelijk mogen uitleven. Tamar Niamut blijft hier als Trijns dochter wat bij achter. Haar zang is goed verzorgd maar de stem is wat klein vergeleken met die twee andere zangeressen.
Erik Slik krijgt al Trijns echtgenoot slechts een ondergeschikte rol toebedeeld en Marijn Zwitserlood mag als garnizoenscommandant Karel Stekelveer de kwade pier uithangen, aardig gedaan.
Strobos houdt op het toneel de zaak bijeen en dat is deze ervaren zangeres natuurlijk geheel toevertrouwd. Ook op momenten dat de handeling wat inzakt probeert ze het vuurtje gaande te houden.
Vlak voor de pauze is er nog een kort optreden van een ad hoc kinderkoortje, samengesteld uit een basisschoolklas. Elk van de vier voorstellingen zingen er andere kinderen en daarmee wordt het community aspect gewaarborgd. Kinderen goed te laten zingen in een koor is geen kleinigheid en met deze keuze krijgt men waar men om gevraagd heeft. Goed bedoeld natuurlijk.
Sympathiek gebeuren
Het getoonde enthousiasme op het toneel is groot en dat maakt Trijn tot een sympathiek gebeuren. Maar de verrassing van de avond zat hem in het orkest. Het befaamde Utrechts Studenten Concert, het oudste symfonie orkest van Nederland, deed zijn naam volledig eer aan en speelde Zimmermans partituur alsof het dagelijks werk was. En dat was allesbehalve het soort muziek dat je van een symfonie orkest verwacht.
Zimmerman vertelde desgevraagd dat hij voor de pauze muziek ten gehore wilde brengen die intuïtief een klein beetje zou aansluiten bij hoe het lang geleden had kunnen klinken. Nogal verrassend zet hij in met een enthousiast schetterend intro dat me direct deed denken aan de soundtrack bij een film over de Komsomol, de vroegere jeugdbeweging van de Sovjet Unie. Zimmerman heeft zijn sporen verdiend met het schrijven van filmmuziek en als arrangeur. Die Komsomol associatie krijgt zo direct een plaats en als arrangeur voor onder meer het Metropole orkest kan ook de prominentie van de blazers worden begrepen.
Na dat intro horen we een harmonie orkest ondersteund door een grote groep strijkers en de melodische lijnen deden me denken aan ‘Jan Klaassen was trompetter in het leger van de Prins’. Het orkest telt meer dan 80 musici met daarin 22 blazers, waaronder 11 koperblazers. En dat was nadrukkelijk te horen door het gehele stuk. Na de pauze als ‘the plot thickens’ laat Zimmerman wat meer tonale eigentijdse muziek horen met een overdonderend slot ten teken dat de muren van Vredenburcht zijn gevallen.
De regie was in handen van Jeroen Lopes Cardozo en de niet geringe taak om al die zangers en dat enorme orkest in goede banen te leiden kwam voor rekening van Roel Vogel.
Er volgen nog voorstellingen op 18 en 19 juni in Tivoli Vredenburg.