René Jacobs maakt Freischütz compleet
Op 18 juni 1821 ging in Berlijn met groot succes in première Von Webers opera ‘Der Freischütz’. Het libretto was geschreven door Friedrich Kind. Maar het begin van zijn tekst zette Von Weber niet op muziek. Wat die proloog inhoudt, reconstrueerde René Jacobs twee honderd jaar later. Op de cd die onlangs uitkwam, klinkt het verrassende resultaat.
‘Weg er mee’, zei Caroline Brandt op blijkbaar zo’n gebiedende toon, dat haar echtgenoot Carl Maria von Weber de hele eerste scène met de heremiet uit het libretto schrapte. Die kluizenaar komt wèl helemaal aan het einde van ‘Der Freischütz’ als een onverwachte verschijning ten tonele om het onheil af te wenden over zowel Agathe als over haar geliefde Max. Een erg ongeloofwaardig slot, deze zogeheten ‘deus ex machina’, om een positief einde aan het verhaal te breien. Het ‘eind-goed-al-goed’ kwam vaker voor in opera en theater, want het publiek wilde met een prettig gevoel huiswaarts.
Librettist Kind was het gloeiend oneens met de beslissing van zijn componerende vriend. In de uitgave van zijn tekst handhaafde hij dat begin in de kluis, waar Agatha en haar nicht Ännchen regelmatig op bezoek komen om de heremiet etenswaren te brengen. Kind laat de opera beginnen met een gebed tot God: ‘Allerbarmen! Herr dort oben!’ De kluizenaar verzucht dat hij in een droom heeft gezien hoe de duivel zijn klauwen uitsteekt naar ‘einen unbefleckten Lamm’, en dat was Agathe. Ook haar toekomstige bruidegom Max is een prooi van de figuur die in de opera als Samiel een spreekrol heeft.
Witte rozen
In de volgende scène beschrijft Kind een dialoog tussen de kluizenaar en Agathe waarin hij zegt dat het proefschot hem niet bevalt. Hij vertelt haar van zijn visioen en schenkt haar ter bescherming een aantal witte rozen. Het zijn bijzondere bloemen, want zij komen van de plek waar Jezus werd gekruisigd, op Golgotha. ‘Het bloed van Christus zal je beschermen’, aldus de kluizenaar. Die rozen worden in Von Webers opera even genoemd door Ännchen in haar dialoog met Agathe in het tweede bedrijf. ‘Hij waarschuwde mij voor een groot gevaar’, zo reageert Agathe. Een verwijzing naar de proloog die Von Weber schrapte.
René Jacobs, befaamd van de vele opnames die hij leidde van vaak onbekende, door hem uitgegraven barokopera’s, zag er ook brood in om in het kader van het tweehonderdste gedenkjaar van de première van ‘Der Freischütz’ enig graafwerk te doen voor deze opera. Immers, Friedrich Kind had zelf gezegd: ‘Zonder proloog is mijn opera een standbeeld dat zijn hoofd mist’. Jacobs wilde dat hoofd terugplaatsen en zocht geschikte noten bij de teksten. Daarin is hij niet de eerste, want al in de negentiende eeuw werden pogingen ondernomen de opera aan te vullen.
Symmetrie hersteld
Jacobs gebruikte voor het eerste deel van de proloog een flink aantal maten uit het adagio van de ouverture en het hoofdthema uit de slotscène van de opera waarin de heremiet optreedt. Hij herstelt de symmetrie in het verhaal door de heremiet ook klinkend aan het begin te laten optreden. Met statige expressie vult de bas Christian Immler zijn gebed ‘Allerbarmen Gott’, gevolgd door een meer dramatische vertelling van de droom. Als Agatha bij hem komt, ontspint zich een gesproken dialoog uitmondend in het gezongen duet ‘Nimm hin des Freundes Gabe’. Jacobs gebruikte daar vernuftig de muziek uit het terzet met Kuno en Max in het eerste bedrijf.
In totaal voegt Jacobs zo’n zeven minuten muziek toe. Bovendien gaf hij aan Kuno, de vader van Agathe, de geschrapte ballade terug waarin Kuno vertelt hoe ooit de vorst van het Moravische gebied op jacht ging en een hert aantrof waar een naakte man op was vast gebonden. Voor ‘Herr Ottokar jagte durch Heis und durch Wald’ vond Jacobs de goed passende noten van een drinklied uit het Singspiel ‘Des Teufels Lustschloss’ van niemand minder dan Franz Schubert! Bariton Matthias Winckhler zingt het met gulle stem.
Perfecte Freischützer
Voor zijn opname bij Harmonia Mundi kon Jacobs samenwerken met het prachtig spelende Freiburger Barockorchester en de krachtige en klankrijke Zürcher Sing Akademie. ‘Victoria, victoria’ is meteen een schot in de roos. De Freiburger musici laten zich horen als perfecte Freischützer op instrumenten zoals in Von Webers tijd werden gebruikt. Heerlijk vitaal en doorzichtig in de strijkers klinkt de ouverture in afwisseling met de kleurrijke blazers, waarbij de fagot er bijzonder uitspringt.
In het cd-boekje met uitvoerige toelichtingen van hem zelf, zet Jacobs uiteen dat hij de opname het karakter van een hoorspel wilde meegeven. Daarom laat hij verscheidene keren Samiel (Max Urlacher) met fluisterstem de kwade bedoelingen inspreken die hij heeft met Kaspar, net als Max een succesvolle prijsschutter. Met slagwerkgeluiden en ook koorstemmen kleurt Jacobs het verhaal in, wat met name in de Wolfsschlucht-scène voor spannend klanktoneel zorgt. Hij heeft ook extra teksten ingevoegd afkomstig uit de oorspronkelijke vertelling.
Voortreffelijke cast met gloedvolle Max(imilian)
De opname blinkt vooral uit in de voordracht van de solisten.
Sopraan Polina Pasztircsak maakt in haar debuut als Agathe een voortreffelijke indruk met haar acht minuten durende scène rond het ‘Leise, leise’. Kateryna Kasper is de vrolijk gestemde Ännchen die haar arietta speels zingt, door Jacobs en het orkest licht en verend begeleid. Zij zingt met veel vertoon haar romance, omspeeld door een stevig klinkende altviool.
Max is toebedeeld aan tenor Schmitt met de toepasselijke voornaam Maximiliaan. Zijn aria’s in het vierde tafereel van het eerste bedrijf klinken gloedvol. Zijn schuttersmaat Kaspar krijgt van de bas Dimitry Ivashehenko een mooie duivelse ondertoon.
Dat ‘Der Freischütz’ nu als complete opera kan worden genoten, is een belangrijke verdienste van deze opname. Maar ik moet Caroline Brandt, alias mevrouw Von Weber gelijk geven dat de opera met de knal van het schot en het openingskoor ‘Victoria’ een veel spannender begin heeft. De proloog biedt een paar sentimentele scènes die theatraal niet zouden werken.
Jubileum Freischütz als operafilm
Het jubileumjaar 2021 leverde nog een verrassing op: de gefilmde uitvoering van ‘Der Freischütz’ in de zaal waar de première in 1821 plaatsvond. Toen werd op 18 juni het nieuwe, door Karl Friedrich Schinkel ontworpen Schauspielhaus am Gendarmenmarkt met de spiksplinternieuwe opera geopend.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het theater verwoest. In de Oost-Berlijnse DDR-tijd kwam achter de herstelde classicistische gevel een met goud gedecoreerde concertzaal tot stand: het Konzerthaus am Gendarmenmarkt. Voor de jubileum-Freischütz werd de parterre omgebouwd tot speelvlak voor een groots ogende enscenering van de hand van Carlus Padrissa, een van de regisseurs in het Catalaanse collectief La Fura del Baus.
Spectaculair begin
In de nog steeds bij Arte Concert te bekijken en beluisteren vastlegging brengen dirigent Christoph Eschenbach en regisseur Padrissa de opera zoals die in 1821 werd uitgevoerd. Padrissa benut slim het verhaal over vorst Ottokar die tijdens de jacht een hert ziet waar een naakte man op is vastgebonden. Dat was destijds een straf voor degene die illegaal jaagde en daarbij gepakt werd. Ottokar vraagt wie van zijn medejagers het hert wil neerschieten zonder de gestrafte man te raken. Een van zijn medejagers, Kuno, de voorvader van Kuno uit de opera (de vader van Agathe) schiet raak zonder de man te verwonden. Regisseur Padrissa toont dat tijdens de ouverture: een hert plus een man hangen in de ruimte van het Konzerthaus. Als de ouverture afgelopen is, klinkt het proefschot dat Kilian afvuurt, en valt het hert omlaag. Een spectaculair ogend begin.
De concertzaal werd met enorme doorzichtige doeken omgetoverd tot een mistig woud waarin de scènes zich afspelen. De enscenering is zeer gestileerd door middel van uniforme zetstukken die bij het verplaatsen nogal wankel in evenwicht zijn. De jagers gaan gekleed in bruinige pakken en dragen gestileerde rugzakken. Vanaf haar eerste opkomst is Agathe in het wit gekleed.
De befaamde Jeanine De Bique acteert met een verfijnde uitdrukking op haar gezicht en legt ook veel tederheid in haar vertolking van de verontruste Agathe. Haar nicht Ännchen wordt met verve in stem en uitbeelding vertolkt door Anne Prohaska. Regisseur Padrissa laat haar in het lied over de mooie jongen lekker ronddansen met Kilian die een oogje op haar heeft.
Benjamin Bruns
Voor de rol van Max werd geëngageerd tenor Benjamin Bruns die dezelfde partij zingt in de thans lopende Freischütz-productie van De Nationale Opera. De verschillen qua uitbeelding in beide opvoeringen zijn zo groot dat ik moeite had om bij DNO deze zanger te herkennen.
Christof Frischesser is zijn tegenspeler als Kaspar, met overtuigend kwaadaardig timbre vertolkt, aangejaagd door de kwade geest Samiel die verscheidene keren in beeld komt. De scène in het wolfsravijn oogt en oort angstaanjagend. Uiteraard verschijnt aan het eind van de opera de heremiet. Ook hier stileerde regisseur Padrissa diens opkomst door de krachtig zingende bas Tijl Faveijts als een Jezus aan het kruis in de ruimte te hangen.
Dirigent Eschenbach leidt met afgewogen gebaren het uitstekende Konzerthausorchester dat vanaf het concertpodium de scènes in de zaal begeleidt. Ondanks de ruimtelijke opstelling blijven solisten en orkest goed bij elkaar. Het Rundfunkchor Berlin, ingestudeerd door Michael Alber, zingt de koren van jagers en dorpelingen met bruisende stemmen. Zowel muzikaal als scènisch een blijvend spannende en interessante verfilming van de jubileum Freischütz.
Verder lezen, luisteren en kijken
Franz Straatman schreef een genuanceerde recensie over de productie van De Nationale Opera.
Der Freischütz bij De Nationale Opera en het Holland Festival, is nog te zien op 18, 21 en 25 juni in De Nationale Opera&Ballet in Amsterdam.
De gehele film van Der Freischütz is hier te zien. (U moet even doorscrollen naar ‘Full video’)