Maro, monodrama over Georgische heldin
Tijdens de laatste weken van voorbereiding van het Delft Chamber Music Festival vond Nino Gvetadze, pianist en artistiek directeur van he festival, tijd om te spreken over het monodrama Maro.
Op muziek en met animaties van Thomas Beijer, op een vertelling van Salome Benidze en in een enscenering van Klaus Bertisch, wordt het verhaal van een 19- jarig meisje in Georgië rond 1920 verteld. Maro Makashvili is een nationale held in Gerogië en hield een dagboek bij waarop deze nieuwe voorstelling gebaseerd is. In 1921 vertrok ze als vrijwilliger naar het front en werd verpleegster. Op haar tweede dag aan het front, terwijl ze een soldaat verpleegde, werden beide getroffen door bomscherven en overleden ze.
‘Maro is een deel van onze nationale historie. De gebeurtenissen van 100 jaar geleden deden me denken aan wat er nu aan de hand is. Ons land en eigenlijk de hele regio is in gevaar. Als vrouw, met mijn eigen ervaringen met oorlog in mijn eigen land (Georgië) in 2008, is Maro heel persoonlijk. Ze is heel bekend in Georgië. Haar karakter en persoonlijkheid en haar dagboek maken haar een symbool van vrijheid en onafhankelijkheid, een beetje een meisje als Anne Frank in Nederland.
Ze is geboren in een familie van schrijvers. Haar grootmoeder was een schrijver en dichter die heel erg gerespecteerd was, haar vader ook en ze had heel interessante vrienden. Ze was omringd door kunstenaars, dichters, musici, een cirkel van heel bijzondere mensen waarvan er velen, net als Maro, er niet goed vanaf gekomen zijn door de politieke situatie. Tijdens de Sovjettijd zijn sommigen gedeporteerd naar Siberië, anderen werden gevangengezet en werden nooit meer teruggezien. In de paar jaar dat Georgië onafhankelijk was schreef Maro haar dagboek. Het waren denk ik de gelukkigste jaren voor haar en haar vrienden en familie. En toen ging het allemaal fout.
Bruisend en sportief
Maro was een bruisend meisje, dat kan je duidelijk opmaken uit haar dagboek. Ze had een heel uitgesproken mening over alles. Over muziek, ze ging naar de opera en was verliefd op sommige zangers, ze schreef recensies. Ze was heel erg geïnteresseerd in landbouw en wilde landbout gaan studeren in Europa. Ze was heel actief in een soort gymklas en was heel sportief en sterk, maar tegelijkertijd heel vrouwelijk en kwetsbaar. Al die heel verschillende kanten van haar maken haar zo bijzonder en aantrekkelijk denk ik.
Ik kwam pas later in mijn leven in aanraking met haar geschiedenis. Ik ben nog in de Sovjettijd geboren dus deze geschiedenis was niet zo toegankelijk en openbaar, maar Georgië is altijd een beetje een rebels land geweest. We hebben altijd onze Christelijke tradities zoals Kerstmis en Pasen behouden die eigenlijk verboden waren. Mensen luisterden stiekem naar de radio uit het westen, luisterden naar jazz en we behielden onze ondergrondse connecties om te dingen te lezen en te leren wat er gaande was.
Maar het was pas na de onafhankelijkheid dat ik over Maro hoorde. Mensen begonnen toen over mensen en persoonlijkheden uit het verleden te schrijven en te vertellen, die daarvoor verborgen waren gehouden. Toen werd ook het Greorgion Museum of Occupation (het Museum van de Georgische bezetting) geopend, zodat we eindelijk onze geschiedenis konden zien en wat er in de twintigste eeuw gebeurd was; daarvoor was het verboden over die periode te spreken.
Dagboek
Het dagboek van Maro heb ik niet daadwerkelijk gezien. Het ligt in het Literatuurmuseum en niet in het Onafhankelijkheidsmuseum en ik woon natuurlijk hier in Nederland dus kan niet zo vaak naar Georgië.
Natuurlijk heb ik haar dagboek en over haar gelezen en toen ik dit jaars festival ging programmeren rond het thema’ mensen en verhalen’, was ik aan zoveel verschillende mogelijkheden aan het denken. We wilden een opdrachtwerk van Thomas Beijer vragen. Thomas is niet alleen een geweldige componist maar maakt ook hele mooie animaties en is zelf ook een schrijver. Ik was net op het internet over een nieuwe editie van het dagboek van Maro gestruikeld. Toen ik het opnieuw las was het meteen duidelijk. Ze is zo actueel en relevant en er zijn veel van dit soort jonge vrouwen waar we niet van weten omdat ze geen dagboeken hebben geschreven. Wij moeten ons bewust worden van dit soort jonge meisjes en niet allen meisjes maar jonge mensen, die vol zitten met dromen en idealen. Ik wil niet te veel op de politieke situaties in gaan, maar veel van de dromen van deze jonge mensen worden verstoord of helemaal niet verwezenlijkt.
Totstandkoming
‘Ik was al een tijd met deze voorstelling bezig in mijn hoofd. Al voor de oorlog in de Oekraïne begon had ik een voorgevoel over de hele regio waar het onrustig was. Ik was dit al aan het plannen in september vorig jaar, dus voor de oorlog in de Oekraïne begon. Iedereen leek verbaasd over wat er nu gebeurt, maar als je naar de geschiedenis van de regio en de eeuwenlange rol van Rusland kijkt, was het helemaal niet verassend wat er gebeurt.
Ik heb de eerdere oorlog in 2008 meegemaakt die slechts vijf dagen duurde. We hebben daarin een deel van ons land verloren waar we ook nu nog niet naar toe kunnen. Het is nu redelijk veilig maar de sfeer is heel vreemd.
We hadden een script nodig en de Georgische schrijver Salome Benidze werd mij aanbevolen omdat ze echt een specialist is in Maro en haar tijdgenoten én een heel goede schrijver is. Zij heeft een heel nieuw script geschreven op basis van het dagboek, maar het is een hele nieuwe tekst, dus ze gebruikt geen citaten uit het dagboek. Zelfs de gedichten in het drama zijn van Salome. Ik ben zo blij met het hele team, Thomas, Salome, Klaus en mijn inbreng. Iedereen was meteen aan boord.
Samenwerking
Er zijn allemaal multi getalenteerde mensen die aan dit project hebben gewerkt dus hoe ging dat?
‘We hebben het allemaal via Zoom en Skype gemaakt want Salome woont in Georgia, Thomas, Klaus reizen veel, maar het ging heel goed. We hadden eerst het script waarop Thomas zijn muziek heeft geschreven. Het stuk is in vijf delen.
Muziek
Thomas heeft geweldige muziek geschreven. Het is heel bijzonder. Hij is natuurlijk een Nederlandse componist en hij schrijft hedendaagse muziek, maar er zijn heel veel Georgische invloeden in het stuk. Er is bijvoorbeeld een Georgische oorlogsdans die hij als een intermezzo heeft geschreven, een Khorumi, en de harmonieën doen heel erg denken aan Georgische volkszang, die heel beroemd en eeuwen oud is. Als je echt luistert naar de muziek, die voor strijkkwartet, dus vier stemmen, de zangstem en piano is geschreven, word ik er echt herinnerd aan dat ik Georgisch ben en ik word herinnerd aan Georgische karakteristieken en de Georgische harmonieën.
Dan is er natuurlijk ook nog Klaus, die zoveel ervaring heeft als het gaat om opera en theater te realiseren en te ensceneren. Hij vond het denk ik heerlijk om dit stuk te ‘zetten’ want hij was helemaal vrij.
Natuurlijk wordt alles omlijst door het script, de animaties, de muziek, en we brainstormden over allerlei ideeën en ook over het voorkomen van sentimentaliteit. Natuurlijk zijn er een paar emotionele momenten, maar vanwege het positieve karakter van Maro zelf moest er ook humor en positiviteit zijn.’
Naïf
Maro besloot als 19-jarige als vrijwilliger naar het front te gaan toen de Sovjets Georgië binnenvielen in 1921. Ze werd verpleegster en werd twee dagen na aankomst aan het front door bomscherven getroffen en overleed. In haar dagboek en brieven leek ze zich nauwelijks echt bewust van het gevaar van de oorlog. In haar laatste brief aan haar vader vroeg ze om wat noten en zoetigheid en zei dat alles goed zou komen. De vijand was ver weg. Er was iets naïefs in haar beleving van alles.
‘Ik heb ook veel gelezen over de oorlog zelf, ook over de strategieën en waar de troepen waren en dat soort dingen. Ik denk dat zelfs de generaals die goed opgeleid waren, niet geweten hebben waar ze tegen op moesten vechten. Het Sovjetleger dat opmarcheerde was zó groot en Georgië is zo’n klein land met weinig mensen, dat ze nooit een kans hebben gehad. Ik bewonder het enthousiasme van Maro en haar geloof in het goede.’
Het monodrama
Het stuk is opgedeeld in 5 delen, de tekst is Georgisch. Een introductie en een epiloog en daartussen in gezongen delen.
‘In de introductie horen we over de liefde voor haar vaderland die ze van haar vader had meegekregen. In het tweede zien we haar karakter, hoe Maro haar rechten als jonge vrouw verdedigde, over onafhankelijk zijn, over haar wensen niet te worden zoals de maatschappij van haar verwachtte; een echtgenote met kinderen. Je kunt lezen dat ze juist zou willen werken en ook dat als ze zou trouwen, ze haar eigen werk wilde hebben en niet afhankelijk van haar man zou moeten zijn. In die eerste twee delen wordt haar karakter ontvouwen.
Dan komt die Khorumi, de oorlogsdans als muzikaal intermezzo en dan overlijdt ze in het vierde deel, maar ik wil daar niet te veel over verklappen. Het is meer een beeld, een idee dat ze er niet meer is. In het vijfde deel, de epiloog, zingt ze over de huidige situatie, de tijd van nu. Het vormt dan een soort boog voor het hele stuk.
Taal en stem
Georgisch was de meest natuurlijke keuze voor de taal van het stuk. Maro had helemaal niets met de Engelse cultuur, dus Engels was geen optie. Ze had eigenlijk veel meer met de Franse cultuur maar ze was Georgisch en Salome is Georgisch. Nederlands zou ook geen goede keuze geweest zijn.
Het hele stuk horen we de ‘stem’ van Maro. Zij vertelt alles zelf, gezongen door mezzo-sopraan Nana Dzidziguri. Thomas maakt ook animaties en zullen wat documentaire beelden over Maro en haar tijd te zien zijn.’
Erkenning
Maro heeft inmiddels wereldwijd erkenning gekregen door de VN, een kamer in het Georgische Parlement een nationale postzegel en een plek in de Georgische geschiedenis. Dit nieuwe werk zal verder bijdragen aan kennis over een heel inspirerende jonge vrouw die honderd jaar geleden een bijzondere visie in haar dagboek deelde. Ze wilde graag naar Europa komen en via deze voorstelling is ze er in ieder geval in het leven na haar dood toch gekomen.
‘De kleindochter van Maro’s zuster komt naar Nederland om naar de voorstellingen te komen en zij is heel blij dat we dit stuk over Maro gemaakt hebben. Maro is ook ook iets persoonlijks van mij.’
Helaas zijn er voorlopig maar twee uitvoeringen van Maro op 5 august, tijdens het Delft Chamber Music Festival met mezzo-sopraan Nana Dzidziguri, Nino Gvetadze zelf op piano en het Meccore String Quartet.
De eerste voorstelling en dus de wereldpremière, is om 19.00 uur en de tweede om 21.00 uur in Lijm & Cultuur, aan de Rotterdamseweg 272 in Delft.
Verder kijken en lezen
Hier een eerste kennismaking met Maro in een video van het Delft Chamber Music Festival