Joyce DiDonato is niet te stoppen
Aan de oever van het meer van Genève werd vorige week voor het eerst in de geschiedenis van het Grand Théâtre van de stad Rossini’s opera La Donna del Lago opgevoerd. De geweldige Joyce DiDonato zong de hoofdrol, met naast haar een prachtige cast.
Ik heb op deze website wel eens geschreven dat Luzern de mooiste plaats van Zwitserland is, zoals de Zwitsers zelf ook vaak zeggen. Maar na Genève en het prachtige Grand Théâtre te hebben gezien, moet ik mijn uitspraak herzien.
Luzern is wellicht de parel van het zogenoemde ‘Deutschschweiz’, maar Genève is de prinses van de confederatie. Doordat bijna 40 procent van de inwoners buitenlands is en hier vele internationale organisaties gevestigd zijn, is de Franse flair van de plaats gemengd met een fijne metropolitaanse touch. Dat vind je terug bij het edele, zeer ‘sophisticated’, champagne-nippende operapubliek.
Het is dan ook geen verrassing dat het seizoen van het Grand Théâtre blijk geeft van grote ambities, ambities om een belangrijke speler te zijn in de operawereld. Dat begint al met de sterren die gecontracteerd worden.
Joyce DiDonato trad er bijvoorbeeld al op in Maria Stuarda, Clemenza en Ariodante. Nu debuteert ze als sopraan met een vertolking van Elena, de protagonist in Rossini’s ‘melodrama serio’ La Donna del Lago.
Net als bij haar duidelijke en onovertroffen voorbeeld Cecilia Bartoli zijn geen van de superlatieven over DiDonato’s interpretatie overdreven. Ze is charmant, verrassend en technisch perfect. De warmte en ‘agilità’ in haar stem, haar gevoel voor muziek en flexibiliteit, van het slepende ‘canto spianato’ tot het schitterende gemak in de finale: het is allemaal te goed om waar te zijn.
De rol van Elena werd in 1819 in Napels gecreëerd door Isabella Colbran, die later Rossini’s vrouw werd. Ik kan me voorstellen dat als Rossini DiDonato had gehoord, dat hij direct verliefd op haar zou zijn geworden.
Maar de cast onder leiding van de elegante en altijd precieze dirigent Paolo Arrivabeni bevatte nog meer verrassingen. Zoals de contra-alt Mariselle Martinez, die met haar diepe, krachtige en toch lenige stem een eersteklas-vertolking gaf van de vurige geliefde Malcolm.
Ook de antagonist Rodrigo mag genoemd worden, gezongen door de tenor Gregory Kunde, een echte vocale bulldozer, met verpletterende hoge noten, precies zoals de ‘canto di sbalzo’ van zijn rol vereist.
De jongere belcanto-tenor Luciano Bothelo had als King James V misschien een minder volwassen instrument tot zijn beschikking, maar stijl en gevoel heeft hij, zodat ook hij het rijke applaus dat hij kreeg volop verdiende.
Het enige echte probleem was de enscenering van Christof Loy, een regisseur die aanbeden en vaak terecht geprezen wordt door de critici. Voor zijn Donna del Lago maakte hij een breekbaar concept.
De eerste akte was behoorlijk gedurfd. Loy zette Malcolm neer als een vrouw, zodat de opera onverwacht veranderde in een lesbisch stuk. Aan het einde van de akte lijkt het drama in feite te draaien rond het ‘uit de kast komen’ in een onderdrukkende samenleving – zeker een interessante benadering!
Maar Loy deed het libretto ook geweld aan. Hij verdraaide een deel van de derde scène en de complete vierde scène in de tweede akte door iets als een Cenerentola-finale te presenteren, waarin Elena plotseling blij was om met de koning te trouwen.
Misschien dat de regisseur probeerde nog meer onderbewuste processen die zich in Elena afspeelden te laten zien, maar het was een experiment dat niet overtuigde. Het verstoorde juist het geweldige luisterplezier van de triomfantelijke en hyperbolische ‘fioriture’ van het rondo van Elena, een stuk dat zeker herinnerd mag worden als een briljante pagina in de operahistorie van Genève’s eerste voorstelling van La Donna del Lago.
Er zijn nog voorstellingen op 14 en 17 mei. Zie de website van het Grand Théâtre de Genève.
7Reacties
On the first night, Loy and his team were booed off the stage. It didn’t stop them smiling and drinking champagne afterwards. And I’m sure they will be asked back… actually, he is doing Lustige Witwe with Annette Dasch and other things next season on Geneve.
Ik was zondag zelf in Genève, en kan me grotendeels in de commentaar van Alessandro. Toch twee bedenkingen. Hoewel ik ook in het eerste bedrijf dacht dat er een lesbisch tintje in de regie zat, ben ik er gaandeweg van overtuigd geraakt dat Malcolm een soort “alter ego” van Elena was. Want waarom zou ze anders op het laatste trouwen met Giacomo ? Dit gezegd zijnde was de regie inderdaad vreselijk – net als de andere dingen (Roberto Devereux, Lucrezia Borgia en Louise)die ik van Loy zag. Overigens, er waren in mijn ogen zoveel raakpunten met de louise in Düsseldorf dat ik Loy er bijna zou verdenken van zichzelf te kopiëren – maar dat deed Rossini zelf natuurlijk ook. Ten tweede stoorde ik me toch echt wel aan Luciano Botelho. Ik dacht dat tijdens de Rossini-renaissance aan het einde van de vorige eeuw toch duidelijk aangetoond was dat een rol die geschreven werd voor Giovanni David absoluut niet gezongen kan worden door een tenorino die bovendien zo genepen klinkt in de hoogte dat je er kippenvel van krijgt. Hij kon inderdaad wel alle coloraturen zingen en heeft stijlgevoel, maar dat volstaat m.i. niet.
Yes Hugo, Botelho is not amazing. But the boy is on the right way. About alter ego: there is an interview with C. Loy on “scènes” magazine, where he tries to explain how Elena actually loves the king from the beginning… I found the lesbian version more interesting.
Hoogst ongebruikelijk, maar zeer de moeite waard is het verslag van Joyce DiDonato zélf over de totstandkoning en première van Rossini’s La Donna del Lago, die in Genève in première ging. De totstandkoming, het harde werken en de loyaliteit ten opzichte van de gehele cast en de regisseur Christoph Loy in het bijzonder geven een beeld achter de schermen van hoogstgetalenteerde kunstenaars.
Haar verslag is te lezen op haar eigen webside yankeediva.blogspot.com
Multi-getalenteerd, deze pracht mezzo.
Hi Alessandro, for me it was obvious from the beginning that Elena fell in love with Giacomo as she hid him behind the curtain when his companions were looking for him, as to keep him for her self. About Botelho, he might be on the right track, but I think that’s just not good enough for a theatre that askes up to 200 euro for a seat…
Dear Hugo – this is right! 200 € for Botelho would be really tooo much! But for Joyce&Mariselle I think this is nearly OK. Do you know that the “circle of the supporters/sponsors” has prince and princess Aga Kahn & many other “happy fews” among the members? I do’t know if they look on th price of the ticket. Or if theyy ever bought one! 🙂 But this is another topic…
I will try to go to Paris in June and hear the Donna with Florez DiDonato Barcellona… this will not be cheap, too!
Never mind the singers: a staging like this is never ever worth 200 Euros. (Not even 20.) And if you just want to enjoy the stars, grab a recording (it’ll be on the radio sometime soon). As for the wonderful Malcom: you can hear her at the Komische Oper in Berlin, for 8 Euro. (A somewhat more atmospheric producion, in this case of Händels ORLANDO, but also not the staging-hit-of-the-season.) Still…. that mezzo steals the show from everyone. And at 8 Euros, you cannot complain. 🙂