Lezhneva betovert, hypnotiseert, ontroert
Tivoli Vredenburg had afgelopen zondag uitmuntende musici in huis. Het gerenommeerde barokorkest Venice Baroque Orchestra schitterde met de stersopraan Julia Lezhneva. Ze vulde de zaal met virtuoze muziek en aria’s van Händel, Porpora, Graun, Geminiani en Vivaldi.
Barokspecialist en klavecinist Andrea Marcon staat sinds 1997 aan het hoofd van een zeventienkoppig uitstekend barokorkest. Dit veelgeprezen orkest heeft met verschillende zangers samengewerkt zoals onder andere Angelica Kirschlager, Magdalena Kožená en Philippe Jaroussky. In dit rijtje volgt nu de Russische sopraan Julia Lezhneva.
Lezhneva lanceerde haar internationale carrière in 2010 toen ze Rossini’s ‘Fra il padre’ ten gehore bracht tijdens de Classical Brit Award in de Royal Albert Hall in London. Ze mocht samenwerken met topdirigenten als Marc Minkowski en Antonio Pappano.
In 2014 trad zij in Nederland op met countertenor Philippe Jaroussky in het Concertgebouw met het Stabat Mater van Pergolesi. Daar kreeg ik de kans haar te recenseren en scheef: ‘Deze ‘rising star’ is klein en komt heel bescheiden over, maar haar stemgeluid is volumineus en is geheel niet scherp.’ (…) Wat heeft deze jonge Russische vrouw een ongekend licht vibrato in haar stem.’ En ook anno 2022 is daar geen woord van gelogen.
Volledige stembeheersing
Met de strijdlustige ‘Ouverture’ uit de opera Giustino van Vivaldi begon deze memorabele concertmiddag. Meteen ervaarde je dat dit barokorkest geolied speelt en qua klank glad met elkaar samenvloeit.
Lezhneva kwam op en zong van de componist Porpora ‘Come nave in mezzo all”onde’ (‘Als een schip in het midden van de golven’). Een stormachtige aria met virtuoze coloratuurpassages. Heel losjes, met volledige stembeheersing, zong ze al deze versieringen; alsof ze er weinig moeite voor hoefde te doen. Haar charismatische uitstraling zegt: ‘ik heb er reuze plezier in’.
Het was in het jaar 2017 dat Lezhneva zich ging verdiepen in de muziekarchieven in het werk van de componist Carl Heinrich Graun. Enkele composities van deze Duitse barokcomponist zette ze uiteindelijk op een muziekalbum. ‘Senza dit te mio bene’, over toegewijde moederliefde. Haar fraaie hoge tonen voegde prachtig samen met die van het orkest. Haar klanken in het lage register vielen helaas wat weg. Dat kan aan de opstelling van het orkest geweest zijn of het mezzoforte van de muziek.
Later in de aria ‘Brilla nell’alma’ van Händel uit de heldenopera Allesandro werd dat goed gemaakt. Voortreffelijk weet ze in herhalingen deze aria met lang uitgesponnen decoraties te zingen. Overtuigend, met een uitstekende uitspraak, en telkens zonder geforceerde expressie.
Sprankelend
Na de pauze klonk ‘Concert voor strijkers RV 156’ van Vivaldi. Dat is zo’n prettig bondig driedelig stuk wat vaker opgenomen mag worden in een concertprogramma. Venice Baroque Orchestra bracht dit korte werk sprankelend en krachtig. Telkens met een uitgebalanceerd donker basso continuo. Het middendeel, met zijn lang uitgespeelde lijnen, werkte hypnotiserend.
Alle registers open
Vervolgens kwam Julia Lezhneva weer op, dit keer in een glinsterende witte jurk, met zo uit de verte te zien, kerstmotiefjes. Grappig. Ze zong de bekende aria, waar Cecilia Bartoli zo furore mee maakte: ‘Agitata da due venti’ uit de opera Griselda van Vivaldi. Deze aria vergt veel van de stembanden. Maar de sopraan kan dit. Ze trok alle registers open, virtuoos zong ze de coloraturen. Eerlijk, zonder valse emoties.
Als toegift bracht ze ‘haar’ bekende aria: ‘Lascia la spina cogli la rosa’ (‘Laat de doorn, pluk de roos’) van Händel. Lezhneva met haar engelachtige verschijning voerde ons teder mee en betoverende ons allemaal tot ontroering.
Verder lezen, luisteren en kijken
Hier de hele recensie van Rudolf Hunnik van het concert in 2014.