De dood van een vaatwasser
De avond vol muzikale puzzels die je verbeelding als luisteraar prikkelen en je kennis van muziek van barok tot bebop laten opfrissen: zo kun je het concert van het Amstel Quartet en Marcel Beekman wel noemen. Het programma in de Amsterdamse Waalse Kerk eerder deze maand, was verre van alledaags en combineerde met gemak (net als de musici zelf) twee op zichzelf al eigenaardige werken: Facing Death van Louis Andriessen en de mini-opera De betoverde vaatwasser van Reza Namavar. Geen combinatie die je op een doordeweeks affiche van een willekeurige concertzaal aantreft, maar wel een die bij het nieuwsgierige en avontuurlijk ingestelde publiek op veel waardering kan rekenen.
Zoals te verwachten viel, kwam het meeste publiek voor Namavars ‘absurdistische mini-opera’, maar de trefzekere, sterke en verassende opening met Facing Death zette de stemming meteen op scherp en eiste de volledige aandacht van iedereen op. Deze complexe, heftig en virtuoze saxofoonversie van het oorspronkelijke strijkkwartet uit 1990, kent een vliegende start, gevolgd door oneindig lange muzikale lijnen, met slechts af en toe een paar seconden rust. Op deze momenten lijken de instrumenten tot een gezamenlijke overeenkomst in unisono te komen om daarna meteen opnieuw alle kanten ‘uit te vliegen’.
Charlie Parker
Ondanks de confronterende titel wordt de laatste ontmoeting met de dood steeds uitgesteld. Door steeds opnieuw te starten in plaats van er een punt achter te zetten, verandert het stuk in een kat-en-muis-spel. De kenners van bebop zouden de citaten uit Charlie Parker en zijn Ornithology kunnen herkennen, maar ook zonder degelijke kennis van Parkers werk is het interessant om de weg in deze lange muzikale puzzel proberen te vinden. De uitkomende stemmen en solo’s (waaronder die van het nieuwe ensemble lid Vitaly Vatulya) bieden enig houvast in deze halsbrekende improvisatiestroom van klanken, die letterlijk om een lange adem vraagt van zowel de vier saxofonisten evenals van hun luisteraars.
Lang uitgezakt op de bank blijven zitten om na Andriessens marathon op adem te komen was echter niet de bedoeling. Bij de ‘absurdistische opera’ van Reza Namavar viel je van de ene verbazing in de andere. Om te beginnen vond de componist zijn inspiratie bij zowel de instructie van een vaatwasser als in de muziek van Antonio Vivaldi. De Vaatwasser als onderwerp van een opera kan natuurlijk voor menig sarcastische opmerkingen zorgen, maar zoals Namavar het tijdens zijn toelichting terecht opmerkte, ook kleine dingen verdienen onze aandacht.
Drama
Een huishoudelijk apparaat dat naar behoren werkt, is ideaal in de keuken, maar verder niet bijzonder interessant want ze heeft weinig dramatisch potentieel. Pas als het eenmaal küren begint te vertonen en stuk dreigt te gaan, komen zijn ware identiteit en karaktereigenschappen naar voren. Met als gevolg de lijdensweg van zijn eigenaar. Hoop op een wonder, wanhopige zoektocht naar allerlaatste reddingsmiddelen, ongeloof, verdriet, afscheid van het vertrouwde en geliefde apparaat – al deze emoties komen net zo veel in de keuken voor als op het operatoneel. Je kunt Namavar geen ongelijk geven: de vaatwasser kan voor net zo veel spanningen, emotionele uitbarstingen en dramatische ontwikkelingen zorgen als elk ander operasujet.
Hoe absurdistisch ook, de compositie zit heel knap in elkaar. Al bij de instrumentale Intro wordt het duidelijk dat er iets heel goed mis is met de vaatwasser van Tonny Tonijn. Als noodlijdende klok voorspeelt de onheilspellende muziek de ondergang van het apparaat. De muzikale herhalingen vormen een duidelijke verwijzing naar een programma van een draaiende vaatwasser, die uit zichzelf steeds opnieuw start. Tonny’s hoop om de oplossing in de handleiding te vinden, loopt op teleurstelling uit. Deze is namelijk onleesbaar geworden nadat het boekje op de speelplaats van het kinderdagverblijf De Oorvijygh terecht is gekomen. De ingetogen aria van Tonny wordt gevolgd door het mooie Adagio Lamento, dat alles in zich heeft om een nieuw Dido’s Lament te worden.
Waanzinaria
In de indrukwekkende Aria van juf Manuela probeert de overbelaste onderwijzeres zich staande te houden op de speelplaats. Als bezetene blijft ze de namen van de kinderen te roepen om de orde enigszins te handhaven (“Cindy doorlopen! Cindy mond dicht, Leroy hou op! Delano! Nee! Ophouden! De juf is moe!”). Het is hilarisch en verontrustend tegelijkertijd, en muzikaal net zo doeltreffend als Donizetti’s waanzinaria. Aansluitend laat Tonny in de kakafonie aan woorden en klanken van haar Recitativo de oneindige mogelijkheden van woorden- en cijfercombinaties uit de handleiding zien, met de tragische conclusie dat deze onleesbaar is geworden. In de daaropvolgende treuraria begint Tonny uiteindelijk te beseffen dat ‘het apparaat nu overbodig is”. Het lyrische Recitativo met de buitenaardse elektronische klanken bereidt de luisteraar voor op het onvermijdelijke, terwijl de energieke Finale de vermoedens bevestigt: de vaatmachine is betoverd.
In Marcel Beekman vindt Namavar een uitstekende verteller (zijn bijdrage aan de mini-opera wordt ook als ‘stem’ aangeduid) die van dit aangrijpende verhaal een waar spektakel maakt. In recitatieven en aria’s neemt hij steeds de andere rol op zich. Naast Tonny Tonijn en juf Manuela is hij ook de handleiding en de vaatmachine zelf. Niks mini, niks ingetogen: problemen met de vaatwasser vragen om echte passie, echte drama’s en echte keuzes. Vaatwasser of niet, Beekman is hier de verteller, de getuigende testo, de Evangelist en lijdende Dido in één.
Barokopera
De opera volgt in grote lijnen de gebruikelijke perikelen van een barokopera, met alle bijhorende muzikale conventies. De vaatmachine gaat net zo lang kapot als een stervend personage op het toneel dat in de laatste da capo aria nog even zijn lot betreurt. Donkere en tragische recitatieven, met het gewichtig vallende oordeel (‘de handleiding is onleesbaar’) en treuraria’s, vol vertwijfeling en leed, zetten alles op alles om de compassie van de luisteraar op te roepen. Ook coloraturen komen van pas om de nodige spanning (in de woorden van de componist ‘de hysterie’) op te wekken en het afwasmiddel in alle mogelijke lettergrepen en klanken jubelend te bezingen. Het uithoudingsvermogen en de stembeheersing van de zanger is in een woord indrukwekkend, net als het perfecte samenspel (vooral bij de timing van coloraturen) van en met de saxofonisten.
De Betoverde Vaatwasser, die tijdens de lockdown uit de radio-podcast tot een mini-opera is gegroeid, is alles wat je van een ‘absurdistische’ compositie kan verwachten. Het is humoristisch, sarcastisch en onderhoudend, maar vervalt niet in een karikatuur op een barokopera en is in muzikaal opzicht verrassend en verrijkend.
Verder kijken, lezen en luisteren
Korte video van De Betoverde vaatwasser.
De gehele opera De betoverde vaatwasser is op youtube in 4 delen te beluisteren.
Facing Death van Louis Andriessen door het Quasar saxofoon kwartet.
In 2020 sprak François van den Anker met Marcel Beekman.