BinnenkortBuitenlandFeaturedOperarecensieRecensies

Dans domineert zang in Sonnambula in Luik

La Sonnambula van Vincenzo Bellini uit 1831 zag ik een kwart eeuw geleden in de Opéra Comique in Parijs. Een gastvoorstelling van La Monnaie bracht het werk in 2005 concertant in Het Concertgebouw met Sumi Jo in de titelrol. Gelukkig is deze charmante opera nu te zien in de Opéra Royal de Wallonie Liège en daar beleefde de nieuwe productie van filmregisseur Jaco van Dormael en choreografe Michèle Anne De Mey op 20 januari zijn première. Vanwege het inclemente weer begon de voorstelling een half uur te laat om de vele laatkomers die de sneeuwstorm hadden getrotseerd toch te kunnen toelaten. Niettemin bleven er veel plaatsen onbezet, erg ongebruikelijk natuurlijk bij de première van zo’n zelden uitgevoerd werk.

op de voorgrond midden, Jessica Pratt als Amina in La Sonnambula in Luik. Foto:© J Berger

Er gebeurt niet zo heel veel in deze opera, echt belcanto zullen sommigen wellicht denken. Een flinterdun verhaaltje en vooral heel veel vocale acrobatiek. Dat klopt wel, in dat opzicht wijkt La Sonnambula sterk af van Norma met zijn dramatische handeling. Ook het orkest heeft hier weinig in te brengen. Hun bijdrage blijft grotendeels beperkt tot voortkabbelende begeleiding. Alles staat of valt met de zangers en het is aan de regie om ze niet helemaal aan hun lot over te laten.

La Sonnambula gaat over de vondeling Amina die het lieverdje van een Zwitsers dorp is. De jonge landeigenaar Elvino heeft zich niet laten afschrikken door Amina’s onbekende afkomst en haar ten huwelijk gevraagd. Dit tot chagrijn van zijn vroegere verloofde Lisa, de waardin van de herberg. Opkomst een onbekende man, de jaren eerder verdwenen graaf die al snel herkend wordt. Hij is aanvankelijk incognito en besluit een nachtje in Lisa’s herberg door te brengen, in afwachting van verdere ontwikkelingen. Zodra Lisa echter te horen krijgt dat ze de graaf in huis heeft, komt ze hem op zijn kamer bezoeken.

De slaapwandelscène in LA Sonnambula. Foto: ©OWL J. Berger

De graaf is nogal een charmeur en dat heeft Amina ook al ondervonden toen hij zijn intrede deed. Elvino werd direct erg jaloers en ze kregen er zowaar een beetje ruzie over. Nu is de beurt aan Lisa die in haar tête à tête met de graaf wordt gestoord door een slaapwandelende Amina die zich in het bed van de graaf neervlijt en pas de volgende ochtend wakker wordt. Drama alom, Elvino maakt het uit en staat op het punt met Lisa te trouwen als de graaf komt vertellen dat Amina onschuldig is en aan het slaapwandelen was. Niemand gelooft hem tot het arme kind over een dakrand aan komt schuifelen. En dan komt alles toch weer goed met Elvino.

Het ensemble van La sonnambula in Luik. Foto:©OLW J.Berger

Als je deze opera librettogetrouw wilt brengen, kom je bij een bergdorp terecht met spelers in klederdracht. Tijdens de eindeloze solo’s van Amina en in mindere mate Elvino hebben die lui niets te doen. Voor een regisserende choreografe ligt de oplossing natuurlijk voor de hand: we voegen dansers toe aan de handeling. Daarin gaat De Mey erg ver, de vergelijking met Ariadne auf Naxos dringt zich op. Daar worden twee totaal verschillende voorstelling in elkaar geschoven: Zerbinetta wervelt om Ariadne heen, een groter contrast is niet denkbaar. In deze Sonnambula wordt een complete dansvoorstelling gepresenteerd met een semi geënsceneerde opera op het voortoneel.

Centraal op het toneel bevindt zich een enorme dansvloer, feitelijk een strak bespannen trampoline. Negen dansers zijn er voortdurend in de weer. Elk personage heeft een dansende dubbel en Amina’s pleegmoeder Teresa en Lisa hebben er zelfs twee. Er wordt buitengewoon goed gedanst en tussendoor worden de nodige staaltjes acrobatiek ten beste gegeven. Maar het gaat vooral om inventief spel waarbij door middel van zorgvuldig ingestudeerde subtiele bewegingen een intieme personenregie wordt nagebootst. Men beweegt zich liggend op de vloer, opzij schuivend en elkaar omstrengelend, van alles. Het wordt van bovenaf gefilmd en onder een hoek van 90 graden geprojecteerd waardoor de horizontale bewegingen worden geverticaliseerd.

Dans en projectie in La sonnambula in Luik. Foto:©OWL J.Berger

Een achtergrond projectie suggereert dat men bijvoorbeeld op een bergkam loopt maar soms zweeft men gewoon in de ruimte. Hiermee wordt plaatsvervangende angst voor de diepte bij het zien van een slaapwandelende persoon op een dakrand gesuggereerd. Veterane Johanne Saunier danste de rol van Teresa. Ze zal als choreografie assistent ongetwijfeld de rol van ‘concertmeester’ op zich hebben genomen, een fenomeen deze prachtige vrouw.

Hoewel het aandeel van de dans perfect was verzorgd, fraaie choreografie en uitstekende uitvoering, leidde het sterk af van de gelijktijdig uitgevoerde opera op het smalle voortoneel. Het koor zat daarbij op krukjes aan weerszijden van de trampoline. De solisten zaten links en rechts vooraan op krukjes, veelal wachtend tot ze moesten zingen. De persoonlijke interactie bleef minimaal, als in een concertversie. De kostumering van Fernand Ruiz was volks eigentijds, op het sjofele af.

De bijrol van de afgewezen verloofde Lisa werd prachtig ten gehore gebracht door sopraan Marina Monzó die daarmee Amina naar de kroon stak. Monzó heeft ook de Koningin van de Nacht op haar repertoire staan en dat was goed te horen in haar grote aria ‘Lasciami de lieti auguri a voi son grata’.

Marina Monzó als Lisa in La Sonnambula. Foto:©OWL J. Berger

Haar bewonderaar Alessio kwam voor rekening van bariton Ugo Rabec, mooi timbre maar weinig volume. Hij was alleen te horen als iedereen verder stil was. De rol van Teresa werd adequaat vertolkt door mezzo Julie Bailly. De welluidende bas Marko Mimica verzorgde een mooi optreden als de plots teruggekeerde graaf. Hij meent in Amina een meisje te herkennen dat hij lang geleden had gekend. Het zou maar zo kunnen dat dit weeskind zijn dochter is.

Het ensemble van La Sonnambula in Luik. Foto:©OWL J. Berger

René Barbera zong Elvino met overgave, beetje over the top maar heel effectief. Hij kon de hoogte goed aan zonder al te luid te zingen. Het blijft natuurlijk een bordpapieren personage die Elvino, hier nog versterkt door het ontbreken van elke mogelijkheid acterend iets meer van die rol te maken. Prima tenor, maar voor het Franse repertoire lijkt hij me minder geschikt.

René Barbera als Elvino. Foto: ©OWL J. Berger

Sopraan Jessica Pratt droeg het vocale deel van de voorstelling. Ze heeft natuurlijk sowieso het meeste te zingen maar wist ook iets moois van haar Amina te maken. Fraai uitgevoerde coloraturen, mooie volle klank in de hoogte en gemakkelijk schakelend tussen de registers.

Jessica Pratt als Amina met leden van het koor en link zitten Julie Bailly (Teresa) en Ugo Rabc (Alessio) La Sonnambula. Foto:©OWL J. Berger

De bijdrage van het koor klonk goed verzorgd. De nieuwe muzikaal directeur van de Royal Opéra de Wallonie Liège, Giampaolo Bisanti, gaf prima leiding aan het orkest van de Waalse Opera.Het decor is ontworpen door Vincent Lemaire, Nicolas Olivier verzorgde het licht en de videobeelden werden gemaakt door Giacointo Caponio.

Er volgen nog vier voorstellingen op 24, 26 en 28 januari in Luik.

Verder lezen, luisteren en kijken

Hier de trailer met beelden van de trampoline in La Sonnambula

La Sonnambula wordt zelden scenisch uitgevoerd, maar in 2010 zag Allesandro Anghinoni de productie in St Gallen,met Jane Archibald en Lawrence Brownlee.

Een video van La Sonnambula met Sumi Jo uit 1994 

Natuurlijk heeft Maria Callas een onvergetelijke Amina gezongen die een zwevende, haast onwezenlijke kwaliteit in de rol weet te leggen. Hier een audio opname uit 1957.

 

Vorig artikel

Reisopera levert solide pure Zauberflöte

Volgend artikel

Mijn operaweek van New York tot Den Haag

De auteur

Peter Franken

Peter Franken