AchtergrondBuitenlandFeaturedInterviews

Tenor Stefan Cifolelli leert van Gandhi

Op 15 februari herneemt Opera Ballet Vlaanderen de productie van Satyagraha van Philip Glass, die eerder in 2018 te zien was. In deze bijzondere opera, wordt een deel van het leven van Gandhi verteld aan de hand van teksten uit de Bhagavad Gita, die op symbolische wijze de handelingen beschrijven. De toch al buitengewone opera wordt op een ander niveau getild door de speciale regie van Sidi Larbi Cherkaoui, die als choreograaf een extra dimensie toevoegde. Franz Straatman zal later deze week verslag doen van de première. Ik ging naar Antwerpen om een van de zangers te ontmoeten. De van oorsprong Belgische tenor Stefan Cifolelli maakt in de stad waar hij opgroeide, als zoon van een Italiaanse vader, zijn huisdebuut in de rol van Mahatma Gandhi,

Stefan Cifolli en dansers van Opera Ballet Vlaanderen in een scene van Satyagraha. Foto:© Rahi Rezvani

Als jongeman kwam hij op een auditie van Una voce particolare, het Tv-programma dat Ernst Daniel Smid presenteerde, en waar ik deel van het productie team uitmaakte. Hij won de grote finale dat jaar in met een aria uit Werther van Massenet. Het was een heel bijzondere ontmoeting zoveel jaar later met Stefan, nu in een hoofdrol. Het gesprek was alsof we elkaar al heel erg lang kenden, wat feitelijk ook wel zo is. Ik laat Stefan nu gewoon aan het woord.

‘Ik heb van mijn hobby mijn beroep gemaakt. Toen ik meedeed aan Una Voce particolare was ik 16 jaar oud en had nog helemaal geen enkele formele opleiding gedaan. Ik wist alleen dat ik van zingen mijn beroep wilde maken. Of het nu in lichte muziek, musical of klassieke zang zou worden wist ik helemaal niet, maar ik besloot, als ik dan toch ging zingen, dan maar voor het hoogst bereikbare te gaan; opera!

Stefan Cifolelli in de Opera van Vlaanderen. Foto: © Place de l’Opera

Ik ging in Brussel aan het conservatorium studeren bij Marcel Vanaud en later ook bij Vittorio Terranova in Italië en toen, door een groot geluk, zelfs bij de grootste tenor van allemaal, Luciano Pavarotti. Die gaf les in Pesaro waar ik in het Rossini Festival zong en ik mocht les bij hem nemen. Het was echt een ongelofelijke ervaring.  Hij is een mythe, het is ‘ de waarheid’. Meer kan ik er bijna niet van zeggen. Het mooiste cadeau dat ik van hem heb gekregen is de toestemming om ‘zijn’ cadens in ‘Una furtiva lagrima’ uit L’elisir d’amore te mogen zingen. Als ik die aria zing is hij bij me en dat is een heel speciaal gevoel.

Inmiddels kan ik ook van mijn zang leven en dat moet ook wel want ik heb een gezin met twee kinderen. We wonen in Detmold en ik ben een freelance zanger. Ik heb een goede agent en ik ben heel erg tevreden met hoe het gaat.

Ik zing in Duitsland en heb recentelijk mijn eerste Hertog in Rigoletto gezongen in Koblenz. Ik voelde me bij mijn eerste Verdi als een vis in het water. Ik genoot gewoon van het feit dat ik een hele voorstelling in die prachtige opera kon staan, met al die hits!  Mij stem was er ook aan toe.

Na deze productie ga ik naar Düsseldorf om bij de Deutsche Opera am Rhein de rol van Victorin in Die Tote Stadt te zingen. (premiere 16 april). Dat is heel fijn omdat ik dan ook bij mijn gezin kan zijn. Nu ben ik zeven weken in Antwerpen. (lachend) Nee, ik logeer niet bij mijn ouders, maar heb mij eigen appartementje. Dat is beter. De hele familie komt natuurlijk wel naar de voorstelling. Mijn vrouw naar de première, mijn ouders en de rest van de familie naar andere voorstellingen.

Instuderen en repeteren

Voor de eerste keer dat ik de rol zong heb voor de eerdere producties in Basel en Berlijn, heb ik er een maand over gedaan om de muziek te leren en toen heb ik drie maanden aan het Sanskriet gewerkt met een expert,  maar toch waren de zeven weken repetitie hier in Antwerpen meer dan nodig. Niet vanwege de teksten of de regie of de choreografie, maar puur voor de noten, het tellen. De muziek (van Philip Glass) zit vol met herhalingen en je weet soms echt niet waar je bent.

Stefan Cifolli in een scene van Satyagraha. Foto:© Rahi Rezvani

Het vereist een enorme concentratie. Je kunt eigenlijk niet stoppen met tellen, want als je dat doet ben je verloren. Maar je moet ook meer doen dan alleen tellen. De bewegingen, de dans, het meditatieve van het werk, maken het heel intens en moeilijk. Je moet je eigenlijk een klein beetje distantiëren van een diepe interpretatie. Het zingen in het Sanskriet van eigenlijk abstracte teksten, die niet direct bij de handeling horen, maken het samen met de choreografie, die daar weer een andere laag bij aanbrengt een echte hersenkwelling. Maar het is een toffe ervaring. Ik kan, nu ik dit gedaan heb, denk ik alles aan.

Grensverleggende choreografie.

Muzikaal, maar ook qua bewegingen heb ik de grenzen bereikt van wat mogelijk is denk ik. (Sidi) Larbi (Cherkaoui,) heeft samen met ons die grenzen opgezocht. Hoever kan je als zanger gaan in je bewegingen en tochzo goed mogelijk blijven zingen? Voor een zanger is het niet ideaal om door dansers op de kop gehouden te worden en dan als molenwieken rond te draaien, Je weet echt niet meer waar je ademsteun is, waar je diafragma zit.

Stefan Cifolli en dansers van Opera Ballet Vlaanderen in een scene van Satyagraha. Foto:© Rahi Rezvani

Alles ging echter volledig in overleg. Wat niet ging, ging niet, maar je kunt veel meer dan je denkt.  Ook voor de dansers is het heel zwaar. Zij zijn op zich gewend om alles te tellen, elke pas, elke beweging doen ze tellend, maar hier zijn die herhalingen ook heel erg moeilijk voor ze. Het ws ook best moeilijk voor hen om niet dansers, maar zangers op te tillen, te liften. Ik heb wel blauwe plekken op mijn armen waar ik steeds gedragen en rondgedraaid wordt, maar verder valt het wel mee.  Het ergste is dat je kunt vallen…..

Abstractie

Alles is heel gedetailleerd, ook de heel symbolische handbewegingen. De hele opera, met de teksten de dans, de bewegingen en de muziek, maken het een universeel kustwerk. Door de dans voegt Larbi nog een abstractieniveau toe aan een werk, dat door de combinatie van de teksten in het Sanskriet uit de  Bhagavad Gita, die op zich al op een abstract niveau het verhaal van de opera, het verhaal van Gandhi in Zuid-Afrika, vertellen. Het is geen één op één opera met een verhaal dat letterlijk en visueel verteld wordt. De dans voegt daar nog een laag aan toe en dan wordt het werk echt letterlijk de realisatie van muziek en dans als de universele taal.

Stefan Cifolli en dansers van Opera Ballet Vlaanderen in een scene van Satyagraha. Foto:© Rahi Rezvani

Als ik iets geleerd heb van Gandhi, dan is het waarschijnlijk dat ik alles met openheid tegemoet moet treden.  Zonder vooroordelen openstaan voor alles. Anders had ik deze rol ook niet aangenomen! Ik zing nu alles dat op mijn weg komt en bij mijn stem past. Ik ben nog steeds een licht lyrische tenor en nog relatief jong dus ik doe nog kalm aan met Verdi en Puccini.’

Helaas zorgde de treinvertraging tussen Amsterdam en Antwerpen ervoor dat onze tijd om te praten met dertig minuten werd ingekort. Stefan zit voor elke voorstelling of in dit geval een generale repetitie, anderhalf uur lang in de make up, om als Gandhi op het podium te verschijnen. Maar ik ben ervan overtuigd, ook na het zien van de indrukwekkende repetitie, dat dit niet de laatste keer zal zijn dat we de getalenteerde tenor aan het werk zullen zien en dus ook wel een andere keer weer voor een interview kunnen strikken.

Voorstellingen

Satyagraha gaat op 15 februari in première in de Opera van Antwerpen. De serie is uitverkocht, maar ik raad u aan er alles aan te toen deze voorstelling te zien.  Net als de Vermeer tentoonstelling in het Rijksmuseum mag u dit meesterwerk niet missen!

 

Verder lezen, luisteren en kijken

Stefan Cifolelli was 16 jaar oud toen hij ‘Pourquoi me réveiller’ uit Wether zong in Una voce Particolare.

Hier de trailer van Satyagraha.

Ook in 2018 beschreef Franz Straatman deze productie van Satyagraha.

In 2018 schreef Peter Franken over La donna del Lago met Stefan Cifolelli in een bijrol.

Vorig artikel

Muziek en ballet mengen niet in Requiem

Volgend artikel

Verbluffende Satyagraha in Antwerpen

De auteur

Bo van der Meulen

Bo van der Meulen