Bastarda II: creatief knippen en plakken
In de laatste scene van de tweede avond van Bastarda werd sopraan Francesca Sassu op het toneel afgeschminkt. Daar stond zij, donderdagavond 23 maart, helder belicht op het podium van de Muntschouwburg, in een witte onderjurk. Zij was koningin Elizabeth niet meer, maar de sopraan-actrice die een paar scènes eerder wel de totale aftakeling speelde en zong van de eens glorieuze Virgin-Queen in een productie over haar leven. Dat is opgebouwd aan de hand van scènes uit de vier opera’s die Gaetano Donizetti aan de Britse royals uit de zestiende eeuw wijdde.
Sassu nodigde, in gesproken Engels, het publiek uit te gaan staan: ‘Ladies and Gentlemen please rise, the Queen of England’. Massaal kwam men omhoog uit de schouwburgzitjes om als het ware de gestorven Elizabeth te eren, luisterend naar de aria die Sassu wonderschoon voordroeg: ‘Ah! Se un giorno da questa ritorte il tuo braccio salvarmi dovea’( Ach! Zoals op een dag jouw hand mij uit mijn boeien zou bevrijden).
Prachtige afsluiting van Bastarda II. Echter, die aria is helemaal niet van Elizabeth! Het is de ontboezeming van Maria Stuart in de slotscène van Donizetti’s Maria Stuarda vlak voor zij terechtgesteld zal worden. Vlak daar voor, tijdens het afschminken, zong het koor het ontroerende ‘Chi può verderla a ciglio asciutto in tanto affanno, in tanto lutto’(Wie houdt de ogen droog , als hij haar ziet in zo’n ontreddering, in zo’n strijd). Afkomstig uit Donizetti’s Anna Bolena, waar de ongelukkige echtgenote van Hendrik VIII wacht op háár executie.
In die hele laatste scène, aangegeven als de epiloog, breidde scriptschrijver, tevens regisseur Olivier Fredj, dankzij creatief knippen en plakken, een mooie afsluiting aan elkaar. Zijn creativiteit om de ondergang van Elizabeth uit te beelden, zette Fredj op knappe wijze in door grote stukken uit Anna Bolena te koppelen aan fragmenten uit Donizetti’s Roberto Devereux. In Episode 13 van Bastarda II ontdeed Francesca Sassu zich van haar pruik, plukte de mouwen van haar groots kostuum en zakte uiteindelijk door het midden van haar hoepelrok. Een indrukwekkende uitbeelding van haar sterven.
Gevangen in draadstaal
Alsof het rekwisieten waren, werden de kledingstukken afgevoerd, en zagen we Elizabeth als een soort gevangene in het draadstaal van haar hoepel zitten, totaal ontredderd. Ze keek verwilderd naar haar ouders, zingend ‘Si taciturna e mest amai non vidi assemblea’(Zo stil en triest zag ik jullie nooit). Waarop moeder Anna (sopraan Salome Jicia) zich troostend over de kooi boog en zij samen zongen: ‘Al dolce guidami castel natio’ (Voer mij naar het geliefd kasteel waar ik werd geboren). Het was deze tekst die Anna aan het begin van Bastarda I ook zong bij Elizabeth, wanneer zij als klein kind zit te spelen en Anna haar met dit ‘slaapliedje’ tot rust brengt.
Het voert te ver om nog meer voorbeelden te geven van het vernuft waarmee Fredj met allerlei teksten aan het schuiven is geweest om het leven van Elizabeth rond te breien. Een mooi staaltje vond ik de scène waarin Roberto Devereux (tenor Sergey Romanovski) samen met Roberto Dudley, de graaf van Leicester (tenor Enea Scala) het afscheidslied van Devereux zongen: ‘Ora in terra, o sventurata, più sperar non déi pietà.’ (Hier op aarde, ongelukkige, kun je niet meer hopen op genade.) Mooie samenvoeging van twee Roberto’s die elkaar nooit ontmoetten, maar wel allebei minnaars waren van Elizabeth, maar haar ook ontrouw waren met andere liefdes. In mijn recensie over Bastarda I meldde ik dat het Roberto Dudley de kop kostte, maar dat is niet juist; hij stierf, weliswaar verbannen, een natuurlijke dood. Devereux echter werd onthoofd. Geweldig zoals die twee tenoren unisono en stoer hun afscheid bezongen.
Kans voor Sassu
Het thema van Bastarda II luidt ‘….tot de dood ons scheidt’. Gelukkig was er geen inleidend geklets van de drie vertellers zoals in Bastarda I, maar zette de avond in met he poppenspel van het kind Elizabeth – wat zij ook deed in Bastarda I. Nu speelde zij hoe een prins een mooie prinses mint, maar dat buitenechtelijk doet. En vervolgens weer een nieuwe prinses aan de haak slaat. Het kind Elizabeth is het slachtoffer. Op die frustratie is de hele cyclus Bastarda I en II gebaseerd. De jonge actrice Nehir Hasret speelt het opgroeiende kind werkelijk virtuoos in rap Engels. Zij begeleidt en becommentarieert de zingende koningin Elizabeth, met intense expressie gezongen door Francesca Sassu. Een nog opkomende ster die als tweede bezetting ingedeeld staat, maar door ziekte van Myrtò Papatanasiù de officiële premières zong.
Tot de dood ons scheidt. Tijdens het leven van Elizabeth vielen er veel doden, in de strijd van de protestanten tegen de katholieken, mar ook in het privé-leven. De vermaardste is de veroordeling en terechtstelling van Mary Stuart. Door Donizetti uitgebeeld in zijn Maria Stuarda. Daaruit werd een flink deel van benut, inclusief een herhaling van de aria ‘Figlia impura’. Lenneke Ruiten zong en acteerde indrukwekkend haar afscheid in een adembenemend spannende regie.
Afschuwelijk hakblok
Het voltallige koor in zwarte kostuums bewoog – zingend over het afschuwelijk hakblok dat haar te wachten staat – , in langzame stoet over het toneel met Ruiten in een wit gewaad er tussen in. ‘Deh! Non piangete’ (Neen, niet wenen) klonk het uit haar mond. Zij daalde uiteindelijk af naar de zaal, waar in het midden een mini toneel was vrijgehouden. In haar witte kleding, mooi belicht zong Ruiten te midden van het publiek haar laatste uitingen: ‘Tolta al dolore’(Bevrijd van smart). Om kippenvel van te krijgen. Wat mij betreft wordt Fredj uitgenodigd om de hele Maria Stuarda zo spannend te regisseren, met Ruiten in de titelrol.
Een ander slachtoffer is Roberto Devereux. Hij is een militaire held, en als minnaar zeer gezien door Elizabeth. Hij heeft echter ook een verhouding met ene Sara (Raffaella Lupinacci). Uit de complete opera zijn dan ook flinke fragmenten opgenomen om de ondergang van Devereux in kaart te brengen. Tenor Sergey Romanovsky zette zijn vol klinkende, soepele stem in om een karaktervolle Devereux neer te zetten. Hij zal worden onthoofd, maar Elizabeth krijgt te laat spijt van haar veroordeling. Bij De Nationale Opera in Amsterdam krijgen we komend seizoen de complete ‘Roberto Devereux’ te horen en zien.
Caleidoscopisch
Alles bij elkaar bieden Bastarda I en II een caleidoscopisch overzicht met uit alle vier opera’s geplukte scènes. Alhoewel beslist interessant als project, verlangde ik menigmaal naar de complete opera’s. In Amsterdam hebben we Anna Bolena al genoten; Devereux komt er aan, en daarna staat Maria Stuarda op de rol. Benieuwd wie daar de titelrol zal invullen.
Drie vertellers houden de inhoud van beide Bastarda’s volgbaar. Het zijn figuren uit de opera’s, die behalve spreekteksten ook enkele nummers mogen zingen. De zanger Smeton krijgt door countertenor David Hansen direct na het begin gestalte in een scène uit ‘Anna Bolena’: ‘E sgombro il loco’(Het is hier verlaten). De andere sprekers zijn Cecil (Gavan Ring) en Nottingham (Bruno Taddia).
Het operakoor (ingestudeeerd door Giulio Magnanini) speelde een wat grotere en zingend gloedvolle rol in Bastarda II. Onder leiding van Francesco Lanzillotta klonk het Munt-orkest net als in Bastarda I flets. Bij forte passages klonk het orkest hard, zonder enige diepgang in de expressie.
Verder lezen, luisteren en kijken
De recensie van Franz Straatman van Bastarda I
Het interview net Lenneke Ruiten of haar rol in Bastarda
Regisseur Olivier Fredje over Bastarda
Een kennismaking met Francesca Sassu in de rol van Norma, in Navarra in 2020
Net als bij Neflixseries is er ook in De Munt een prequel, namelijk de opera Henry VIII, niet van Donizetti maar van Saent-Saëns. Op 11 mei gaat deze productie in premiere.