Grandrieux’ theaterwerk ‘Ich Isolde’
Cineast Philippe Grandrieux heeft zich ondergedompeld in de opera Tristan und Isolde en is tot de conclusie gekomen dat het werk goed beschouwd alleen maar gaat over wat zich in Isoldes hoofd afspeelt. De tekst ziet hij als overbodige ballast, aan de muziek ontleent hij zijn gelijk. Het resultaat is een voorstelling die als schoolvoorbeeld kan dienen voor wat ik bij diverse gelegenheden heb bestempeld als ‘regisseurstheater’. Daarbij wordt een regisseur aangetrokken die bekend staat om een bepaalde werkwijze uitgaande van een specifieke basisgedachte. Die wordt dan over een bestaand theaterstuk gelegd en het resultaat is een nieuw werk met muziek die de toeschouwer kent van een bestaande opera. Zo ook hier bij Opera Ballet Vlaanderen.
Totale vervreemding
Alleen door ons over te geven aan de muziek krijgen we eenzelfde ‘immersieve ervaring’ als degene die tot Grandrieux’ epifanie heeft geleid. Daartoe wordt de handeling verstopt achter een doek dat de gehele toneelopening omspant. Van acteren is nauwelijks sprake, veel meer dan een mise en espace met filmbeelden is het niet. De handeling zou immers maar afleiden van hetgeen in Isoldes hoofd, maar vooral ook haar gehele lichaam, omgaat en daarbij wordt de toeschouwer geholpen door de projectie van een drietal naakte vrouwen op het voordoek. Dat klinkt gewoontjes maar is het niet. Grandrieux werkt met bibberende camera’s en flikkerende beelden, totale vervreemding.
Concessie
Omdat je nu eenmaal enige achtergrondinformatie nodig hebt om ondergedompeld te kunnen worden mogen we bij wijze van concessie weten wat er met Isolde aan de hand is. Ze heeft Tristans leven gespaard toen ze hem verpleegde, niet beseffend dat hij degene is die haar verloofde Morold in een tweegevecht had gedood. En toen ze hem toevallig herkende heeft ze hem niet gedood: hij keek haar aan met een blik die ze niet kon weerstaan. En vervolgens komt hij terug als Brautwerber voor zijn oom Marke, die idioot heeft nog niet eens het fatsoen haar voor zichzelf op te eisen. Gevolg: Isolde is boos, woedend, wil Tristan alsnog dood hebben en daarna wil ze zelf ook sterven om aan haar opgelegde huwelijk te ontkomen. De geplande gezamenlijke zelfmoord mislukt en haat verkeert in de al die tijd reeds in Isolde aanwezige liefde. De combinatie liefde en haat is echter destructief en dat bepaalt Isoldes gedrag. Ze heeft ‘de leiding’ en Tristan is slechts een pion die alsnog naar de dood wordt geleid. Een dood die hij overigens zelf wenst, het is de toestand waarin hij zo ongeveer is geboren. Vader overleden kort na de conceptie, moeder direct na de geboorte.
Lichaamsdelen
De filmbeelden laten zoals gezegd drie naakte vrouwen zien, veelal gesuperponeerd waardoor het een kluwen van lichaamsdelen wordt. Gedurende de eerste akte zijn het beelden in slow motion waarbij een verwrongen gezicht met open mond, grijnzend als de dood, tot vervelens toe te zien is. De zangers zijn slechts zichtbaar waar het doek redelijk doorschijnend is. Pas na afloop zag ik dat Brangäne en Isolde uiterlijk veel van elkaar weg hadden en ook nog eens identiek gekleed waren. Na het consumeren van de liefdesdrank (niet getoond of geacteerd) gaan de handen op het ditmaal in enkelvoud getoonde lichaam langzaam maar zeker naar beneden en bij het einde van de akte zien we twee knuisten die op de venusheuvel drukken. De extase neemt een aanvang.
Muzikaal is de tweede akte een getoonzette opeenvolging van orgasmes, dat wisten we allang natuurlijk. Maar Grandrieux ziet hier zijn kans schoon om het met die drie vrouwen nog eens heel goed duidelijk te maken. De ban is gebroken, als een niet te stuiten stroom golft de seksuele energie door Isoldes lijf. De wereld houdt op te bestaan, alleen zij leeft nog. Over hoe dat in beeld wordt gebracht gaat het volgende citaat uit het programmaboek. ‘Ik toon een lichaam dat simpelweg leeft, als een moleculair element, een flux van spieren, bloed, hartslag, adem. Het haar, de mond, de ogen, de handen, de buik, de genitaliën, de benen: alles bestaat gewoon zonder bestemming of bedoeling’.
Tureluurs
Om de beelden te ontdoen van een teveel aan erotiek wordt alles hier tot het uiterste versneld. Drie vrouwenlijven in gedeeltelijke superpositie, trillend, schokkend, heftig masturberend, je wordt er tureluurs van. Twee in slow motion versmolten lijven spelen quatremains met zichzelf, rustiger maar natuurlijk niet vervreemdend genoeg, terug maar weer naar de oertrillingen. Als een terzijde beleven we Markes monoloog en Tristans bijna-dood. Voor Isolde is het nu zo goed als voorbij. In de derde akte ervaren we haar ultieme transcendente ervaring, zwevend in de ruimte, volledig bevredigd in haar verlangen naar seks en destructie. Hoezo Liebestod? Tristan doet er niet toe, het gaat om haar, om haar alleen. Nu zien we toneel breed een enkel vrouwenlichaam, loom wentelend waarbij het gezicht met halfopen mond een volkomen rust en bevrediging uitstraalt. Pas tegen het einde verdwijnen die beelden en mag Isolde haar Liebestod goed zichtbaar voor het publiek ten gehore brengen. Die concessie heeft Grandrieux ons gegund.
Voor mij als ervaren Wagneriaan, dit was mijn 17e live uitvoering van deze opera, was het ontbreken van een gewone enscenering en boventiteling geen probleem. Die titels waren uitgeschakeld omdat dit de ‘immersie’ maar zou kunnen verstoren. Voor nieuwkomers zal het een vreemde ervaring geweest zijn en of Opera Vlaanderen hiermee op de goede weg is waag ik te betwijfelen. Na Ernani in december opnieuw de vrije hand geven aan een regisseur die de handeling naast zich neerlegt, waar moet dat naartoe?
Muzikaal sterk
Maar hoe zat het met de muziek? Die maakte heel veel goed.
Na het lezen van haar biografie had ik wat twijfels over Carla Filipcic Holm. Zo op het oog was ze van Fiordiligi via de Marschallin direct voor de leeuwen geworpen met dit debuut als Isolde. De eerste paar minuten van haar lange optreden in de eerste akte verliepen inderdaad wat stroef, maar al snel kwam ze helemaal in de juiste groef. En ze hield het vol tot het einde met een Liebestod, zo mooi en indringend gezongen dat ik er ondanks die hele filmkermis wezenlijk door ontroerd werd.
Opvallend genoeg klonk de Brangäne van Dshamilja Kaiser bijna als Isolde 2 en als je even niet goed oplette kon je in een onbewaakt ogenblik zo maar even vergeten wie er eigenlijk zong. Dat zou me toch echt niet overkomen zijn als ik die twee vrouwen ook gewoon had kunnen zien. Kortom, een sterke bezetting, maar eerder twee zussen dan een meisje met haar moederlijk klinkende voedster.
Samuel Sakker zette een prima Tristan neer, vooral sterk in de laatste akte waarin hij wat onbestemd ronddoolde achter dat enorme vrouwenlijf. Net geen debuut voor hem maar toch een nieuweling in de rol en dat belooft wat voor de toekomst. Vincenzo Neri als Kurwenal had eveneens wat intonatieproblemen bij aanvang, maar draaide al gauw bij. Sterk optreden in de derde akte, ook van hem. Leuk om DNOA masterstudent Hugo Kampschreur in de kleine rollen van Stimme Eines jungen Seemanns en Ein Hirte te horen, mooi gedaan. Ook de overige bijrollen waren adequaat bezet.
Rest nog de Marke van Albert Dohmen, de voor mij enige bekende naam op het affiche. Hem was gelukkig vergund zijn bijdrage te leveren zonder dat hij achter naakte lichaamsdelen verscholen ging of in het halfduister werd gehouden. Een genot deze prachtige bas-bariton weer eens te horen, prachtige vertolking.
Mijn grootste waardering gaat echter uit naar het Symfonisch Orkest Opera Ballet Vlaanderen en dirigent Alejo Pérez. De laatste keer dat ik Wagners muziek zo prachtig gespeeld hoorde was onder Thielemann in Bayreuth. Het lamgeslagen publiek wilde na ruim vijf uur snel naar huis en het applaus duurde maar kort. Pérez en zijn orkest had ik wel wat meer enthousiasme gegund.
Er zijn nog twee voorstelling in de opera van Antwerpen op 19 april om 18.00 uur en op 23 april met een vroegere aanvang om 17.00 uur (deze voorstelling is uitverkocht, maar wie weet lukt het op de dag zelf aan de kassa).
Verder kijken, luisteren en lezen
Bekijk de trailer van Tristan und Isolde door Opera ballet Vlaanderen
Peter Franken besprak Tristan und Isolde in zijn Wagner serie.
Albert Dohmen over onder meer regisseurstheater en het heilige vuur.
De openinsscène van de film Un Lac van Philippe Grandrieux uit 20o8