Armida – lichtvoetig, zwaar bewerkt
‘Sinds 2001 heeft Stichting Intermezzo zich ingezet om onbekend komisch operawerk bekend te maken onder een breed publiek. De voornaamste doelstelling was om intermezzi uit de achttiende eeuw aan de vergetelheid te ontrukken en het repertoire uit te breiden.’ Aldus de website van Opera Nijetrijne.
Deze doelstelling verdient veel lof, en is voor mij een (verre) reis naar Nijetrijne waard. Ik kom er nu voor het eerst.
Als men de nieuwste productie opvat als komisch vermaak, is de middag volop geslaagd. De grappen werken, het is nooit saai. Maar als men zich afvraagt of Antonio Salieri’s Armida nu uit de vergetelheid is ontrukt, dan moet eerst de vraag worden gesteld of we deze opera überhaupt hebben gezien…
Oorspronkelijke Armida
Het verhaal van Armida en de ridder Rinaldo is door componisten erg vaak op muziek gezet. Volgens het programmaboek is Salieri’s versie een tragedie. Het is erg lastig deze tragedie (drie bedrijven) te zien doorschemeren in het komische Singspiel van Nijetrijne (twee bedrijven), ook al hebben beide versies gelukkig wel dezelfde rollen. Armida als komische opera is niet vergezocht. Bij Händel heet het werk Rinaldo en zijn versie is onmiskenbaar een komische opera, het loopt dan ook goed af. In tegenstelling tot andere versies, die soms een bombastisch, desastreus eind schijnen te hebben. En dus blijkbaar als tragedie bedoeld zijn.
Het is interessant natuurlijk te zien waar het moet wringen in deze verboden liefde tussen een kruisridder en een Saraceen. Gaan zij bij Salieri aan hun liefde ten onder? Bij Nijetrijne niet in ieder geval. In het origineel spelen de woede en verlatingsangst van Armida en de koelbloedigheid van Rinaldo een grotere rol. Bij Nijetrijne wel overgenomen, maar niet culminerend zoals oorspronkelijk bedoeld.
Maar meer basaal nog: het uitgangspunt dat Rinaldo in de tuin is gekomen om haar bewoners te vernietigen, dat hij uit is op destructie, maar dat hij -mogelijk tot leedvermaak van het publiek- in een liefdesrelatie wordt gedwongen met zijn vijandin, wordt ondermijnd.
In de eerste plaats zit dat ‘m in de goedige portrettering van de beide ridders. Maar daarnaast wijzen hun kostuums ook richting de tuin; ze hebben bijvoorbeeld beiden een bloem op het hoofd. En zo worden ze geïntroduceerd als potentiële wederhelft van Armida en haar knecht Ismene (Madieke Marjon) en niet als indringers, vreemden in deze tuin, die voor hen een bedreiging is, en potentiële vernietigers. (Wel heeft men de tegenstelling rood/blauw aangebracht.)
Dat de ridders in het vreemde land al zo inheems zijn bij hun opkomst is eigenlijk wel jammer toch? Qua dramatiek mag het in dit verhaal best wat meer schuren. Althans, als we nog iets van het origineel willen voelen.
Muzikale keuzes
Wat niet afdoet aan het origineel, is het feit dat er flink gearrangeerd moest worden. Muzikaal leider Vaughan Schlepp heeft het orkest teruggebracht tot piano, cello en drie houtblazers. Daarnaast heeft hij de castraatpartij van Rinaldo om moeten werken naar tenor. Mijn indruk is dat vertolker Erik Slik daarbij eerst materiaal op zijn bord heeft gekregen van wat oorspronkelijk van personage Ubaldo ( hier vertolkt door Sinan Vural) was. En in het tweede bedrijf pas echt materiaal van zijn bewerkte castraatrol, een lyriek die net iets beter aansluit bij zijn stem.
Goede keuze is de zangers onversterkt te laten. Hun stemmen kunnen het prima hebben en het klinkt natuurlijk.
Minder mooi is het kunstmatige geluid van de elektrische piano, ook al bespeelt Schlepp deze prima. Maar ja, een echte piano kreeg men wellicht niet het landgoed op.
De houtblazers spelen heel precies en betrouwbaar, dat is geweldig. Er is tenslotte geen dirigent. De zangers kunnen Schlepp meestal niet zien. In enkele passages is dat onhandig.
Eindresultaat
Als men niet in de gaten heeft dat er zo verschrikkelijk zwaar is bewerkt, dan lijkt het wel of de oude handschoen van Salieri heel keurig om de hand van Nijetrijne past. Er zijn redelijk wat tovertrucs nodig in het verhaal. Immers, Armida is een tovenares en zet voortdurend de boel naar haar hand. En die tuin deugt ook niet helemaal, het perspectief van de ridders genomen. Op iedere truc uit het gebruikte libretto weet regisseur Nynke van den Bergh een antwoord. Zo worden we op vermakelijke en efficiënte manier door deze wereld geleid.
Grote troef daarbij is Claudia Patacca als Armida (Nijetrijne-debuut volgens het programmaboek!). Zij past erg goed bij haar personage, zowel qua uitstraling als qua stem. Als sopraan klinkt zij soms best diep, dat is prettig voor het muzikale materiaal wat vaak om overheersing en dreiging gaat. Ook qua spel weet Patacca de diepten van Armida nog in te brengen, in wat verder een lollig, lichtvoetig Singspiel is geworden.
Armida is nog te zien op:
Donderdag 17 Augustus 16:00
Vrijdag 18 Augustus 16:00
Zaterdag 19 Augustus 14:15
Zondag 20 Augustus 14:15
Dinsdag 22 Augustus 16:00
Donderdag 24 Augustus 16:00
Vrijdag 25 Augustus 16:00
Zaterdag 26 Augustus 14:15
Zondag 27 Augustus 14:15
maar meeste voorstellingen zijn al uitverkocht.
Houd rekening met een kwartier lopen op het terrein voor u ter plaatse bent.
Verder lezen, luisteren en kijken
Ook in 2017 bracht Opera Nijetrijne een onbekende opera van Salieri.
In 2016 sprak Jordi Kooiman met Claudia Patacca over de zangstudio die oprichtte met Amand Hekkers.