Van Hove’s Mahagonny overdonderend
De Nationale Opera opent het seizoen met Mahagonny van Kurt Weill en Bertholt Brecht in de regie van Ivo van Hove. De voorstelling beleefde zijn première in Aix en Provence en stond voor maart 2020 geprogrammeerd in Amsterdam. Op het laatste moment werd deze echter afgelast, zo memoreerde Sophie de Lint woensdagavond tijdens de receptie na afloop. Net als in Mahagonny, waar de orkaan die in een rechte lijn op weg is naar de stad op het laatste moment in een bocht er omheen gaat, hoopte men indertijd dat de covid orkaan iets dergelijks zou doen zodat er gespeeld zou kunnen worden. Niets bleek minder waar, maar nu was het dan eindelijk zo ver. Inmiddels had Opera Vlaanderen de productie ook al op het programma gehad zodat ik wist wat me te wachten stond. Over de gehele linie was er in mijn beleving sprake van verbetering. De kanttekeningen die ik bij die voorstelling had gemaakt konden nu achterweg blijven.
De opera Mahagonny heeft als voorloper het Mahagonny Songspiel, een concertante eenakter die in 1927 in première ging. Hieruit zijn de twee Engelstalige nummers afkomstig die ook buiten het werk grote bekendheid hebben gekregen: de ‘Benares Song’ en vooral de ‘Alabama Song’. In 1930 ging de ‘grote’ opera in première, afgezien van die twee songs geheel in het Duits op teksten van Bertholt Brecht. Deze versie wordt ook gespeeld in de productie van Ivo van Hove waarmee DNO het seizoen heeft geopend.
Absurd spektakel
Van Hove en zijn team zijn er goed in geslaagd het bij vlagen volstrekt absurde spektakel over het voetlicht te brengen. Een echt decor was daarvoor niet nodig, in plaats daarvan de nodige rekwisieten die het toneel op en af worden geschoven zoals een kaptafel voor de hoeren die zich omstandig omkleden: reiskostuum maakt plaats voor werkkleding. En in de vreetscène een tafel waaraan Jack, aangespoord door Jim Mahoney en Bill, zich letterlijk dood eet. Aardig detail ook het drietal grote ventilatoren die de dreigende hurricane verbeelden, een storm die overigens het stadje nooit echt bereikt. Maar het meest op de voorgrond treedt natuurlijk het grote videoscherm waarop live gefilmde beelden van de spelers te zien zijn. Welke regisseur kan tegenwoordig nog zonder dit attribuut? Het is het ultieme modeverschijnsel van de laatste jaren. Pech is dat de beelden nooit helemaal synchroon lopen met de zang.
Green screens
In de artikelen die over deze Mahagonny zijn verschenen wordt veel aandacht besteed aan de zogenaamde ‘green screens’ die van Hove naar analogie van de werkwijze in een filmstudio op het toneel plaatst. Ter linkerzijde staan er drie, heel groot, maar ze blijven grotendeels onbenut. Slechts in de ‘Liebestat’ scène spelen ze een ondergeschikte rol: een ‘droogneukende’ acteur wordt gefilmd voor zo’n scherm en is op het hoofdscherm te zien achter een voorover liggende naakte vrouw. Het heeft er alle schijn van dat deze screens zijn toegevoegd om de linkerhelft van het brede toneel te vullen, de feitelijke productie moet immers ook op een smaller podium gespeeld kunnen worden.
Met een veelheid aan koorleden en figuranten, waarvan met name de vrouwen nogal uitdagend gekleed, is het op het toneel een drukte van belang. Maar voor de pauze, het deel waarin de gebeurtenissen zich afspelen tot net voor die hurricane blijft de handeling wat gladjes, ongeïnspireerd, feitelijk exact als het leven in Mahagonny zelf. Niet voor niets constateert men dat het experiment is mislukt.
De stad waar alles mag
Na te zijn ontsnapt aan de hurricane begint het leven in Mahagonny opnieuw, en nu echt: de stad waar alles mag. En heel toepasselijk veert ook de voorstelling geheel en al op. In hoog tempo gaat alles en iedereen zijn ondergang tegemoet, zo lijkt het.
Dat geldt in eerste aanleg vooral voor Jim die het slachtoffer wordt van zijn eigen stelregel: ‘er is geen groter misdaad dan zonder geld te zitten‘. We zien dit ook nu nog in de Verenigde Staten, ooit aangeduid als land van de onbegrensde mogelijkheden, Als je maar hard genoeg werkte en je kansen pakte, dan kon je hier rijk worden. Die nadruk op ‘rugged individualism’ heeft als keerzijde dat armoede bijkans gezien wordt als een karakterfout, iets waar je niet voor uitkomt. Vandaar dat het land zoveel ‘temporarily inconvienced millionaires’ kent. Een vergelijkbaar eufemisme is ‘tussen twee banen zitten’ als je werkeloos bent.
Jim heeft al zijn geld vergokt uit loyaliteit voor zijn vriend Alaskawolf Joe die het in een bokswedstrijd opnam tegen Dreieinigkeitsmoses en door hem is doodgeslagen. In een moment van onbedachtzaamheid geeft Jim vervolgens een rondje, gewoon omdat hij dat nu eenmaal altijd doet. Maar als hij niet kan betalen wil niemand hem helpen en volgt een schijnproces.
Lijdensverhaal van Jezus
De oplettende toeschouwer zal het opvallen dat hierin vrij nauwkeurig het lijdensverhaal van Jezus wordt gevolgd. Het begint met de vrijspraak voor een moordenaar en eindigt met vrouwen die zich over zijn kleren ontfermen. Tussendoor vraagt hij ook nog om water. In een uiterste poging zich te redden beroept Jim zich op het opperwezen. Voor Dreieinigkeitsmoses is dat de aanleiding om een komedie op touw te zetten: ‘Gott kam nach Mahagonny’. God weet hierin geen indruk te maken op de mannen. Dreigen met de hel heeft geen effect op mensen die menen daar al in te zitten. Het is enigszins te vergelijken met het handigheidje waarmee Faust zijn tegenstrever Mefistofels weet af te troeven in de versie van Busoni: hij ontkent het bestaan van een hemel en dan kan er automatische ook geen hel bestaan. Deze scène volgt direct op de veroordeling van Jim en komt dus voor het laatste nummer ‘In diesen Tagen fanden in Mahagonny’ waarin de ondergang van de stad aan de orde komt, overigens een referentie aan Sodom en Gomorra. Hier is die volgorde omgedraaid zodat het stuk eindigt met de beschimping van Gott, feitelijk een voorbeeld van gedateerde Brechtiaanse bombast. Het gaf de opera een onnodig en ook vrij onbestemd einde.
Cast
De voorstelling begon met de opkomst van een drietal kleine criminelen die worden gezocht in Pensacola. Terug kan niet, voor hen ligt een woestijn, dus blijven ze maar waar ze zijn. Kennelijk ligt Mahagonny aan de rand van een woestijn maar toch weer dicht aan de kust, zo blijkt later. Een wat verwarrende geografie, maar ach, het is allemaal slechts een luchtspiegeling. Thomas Johannes Mayer excelleerde als de kwaadaardige Dreieinigkeitsmoses, goed beschouwd de echte slechterik in het stuk. Hij werd vergezeld door Alan Oke als Fatty en Evelyn Herlitzius als de weduwe Leokadja Begbick. Herlitzius wist me in deze rol niet te overtuigen: te kelig in haar zang en te weinig vilein in haar acteren. In deze rol zie ik liever een musical zangeres die goed kan acteren zoals Patti Lupone.
De vier kameraden uit Alaska kwamen voor rekening van Ian Milne als Jack, Martin Mkhize als Bill, Mark Kurmanbayev als Alaskawolf Joe en Nikolai Schukoff als Jim Mahoney, de man waar uiteindelijk alles om draait. Schukoffs optreden was zeer sterk, krachtig en overtuigend tot het einde. Met zijn Lohengrin had hij indertijd moeite het einde te halen, moest letterlijk door Albrecht op sleeptouw worden genomen, maar nu was hij top. Kennelijk heeft zijn stem aan kracht gewonnen. Ook goed geacteerd, uitstekende Mahoney.
De vrouwlijke hoofdrol Jenny werd vertolkt door sopraan Lauren Michelle, sexy en minzaam afstandelijk naar het manvolk. Haar grote nummer is natuurlijk ‘Meine Herren, meine Mutter prägte auf mich einst ein schlimmes Wort‘ en dat wist ze zeer goed te vertolken. Goede mix tussen twee stemtypes, musical en opera, en heel effectief uitgespeeld tijdens de punchline ‘Und wenn einer tritt, dann bin ich es, und wird einer getreten, dann bist’s du‘. Michelle bleek in alle opzichten een ideale Jenny.
Koor en orkest
Haar zes collega’s gaven de nodige ondersteuning op het gebied van zang en klein spel, goed verzorgd allemaal. Het mannenkoor van DNO, ingestudeerd door Ad Broeksteeg, kwam over als een ongeorganiseerde rauwe bende. Dat zal veel repetitietijd hebben gevergd om dat zo voor elkaar te krijgen.
Zeer veel lof voor het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van Markus Stenz. Liefhebbers van Weill konden hun hart ophalen aan hetgeen zij uit de orkestbak lieten opklinken. Zeer authentiek, ik werd er blij van.
Aufstief und Fall der Stadt Mahagony is nog te zien en te horen in De Nationale Opera &Ballet in Amsterdam tot en met 27 september. Aanvang is om 19.30uur behalve op 24 september voor de matineevoorstelling, die om 14.00 uur begint.
Verder lezen, luisteren en kijken
Ivo van Hove droomde al lang van Mahagonny.
Olga de Kort besprak de uitvoering van Mahagonny bij Opera Vlaanderen.
De gehele opname van de legendarische uitvoering met Lotte Lenya als Jenny.
De uitvoering van de Alhabama Song door The Doors
David Bowie zong de Alhabama Song ook. Hier een live uitvoering uit 2002.