Cassandra in De Munt klimaatwaarschuwing
Een betere dag dan zondag 10 september had De Munt niet kunnen bedenken om een opera over de klimaatproblematiek in wereldpremière te brengen. In de Brusselse binnenstad was het 32 graden. In de Muntschouwburg zorgde de airconditioning tijdens de matinee-voorstelling voor een aangename temperatuur waardoor het beluisteren en aanschouwen van de opera ‘Cassandra’ van componist Bernard Foccroulle en librettist Matthew Jocelyn geen kwelling werd. Hooguit een lange zit van bijna twee uur zonder pauze.
Verdeeld over dertien taferelen vermengden de makers het verhaal van de Trojaanse prinses Cassandra, wier voorspellingen over de ondergang van Troje niet geloofd worden, met soortgelijk ongeloof dat klimaatwetenschapper Sandra Seymour ervaart als zij haar kennis over het smelten van ijskappen op de Zuidpool uitdraagt.
Het mag verrassen dat de Belgische componist Foccroulle zijn eerste opera aflevert in de Muntschouwburg. Hij bouwde faam op als organist, en schreef als componist een klein aantal vooral instrumentale werken. Belangrijker: hij diende het Brusselse operahuis als succesvol directeur tussen 1992 en 2007, waarna hij overstapte naar het muziek/operafestival van Aix en Provence dat hij tot 2018 leidde. Het borrelde in hem al heel lang om zelf een opera te componeren, zo laat hij weten in het programma-boek. Dankzij een opdracht van de huidige Muntdirecteur Peter de Caluwe ( hij volgde Foccroulle op in 2007) kwam het er uiteindelijk van.
Hedendaagse inslag
Foccroulle: ‘Van meet af aan wilde ik dat mijn opera een sterke hedendaagse inslag zou hebben. In een van mijn eerste gesprekken met Matthew Jocelyn als beoogd librettist moet ik Cassandra vermeld hebben, een personage dat mij onbewust bezighield’, zo herinnert hij zich het begin van hun samenwerking in april 2020. Jocelyn: ‘We waren op zoek naar een mythologisch personage of een stuk uit de klassieke literatuur dat ook nu nog een weerklank heeft, om zo een verband te kunnen leggen tussen heden en verleden. We belandden als vanzelf bij de figuur van Cassandra , een visionaire maar machteloze vrouw die ziet hoe haar wereld ten onder gaat.’
Als in een Grieks drama opende een koor van geesten, gekleed in crême-witte gewaden, in klagende zang het verhaal. Een tekst, Engels zoals in de hele opera, die Cassandra voorhoudt dat Troje nog steeds brandt, ‘de aarde brandt net zoals jij zei, Cassandra, o Cassandra, vervloekt door een god, zo er goden zijn, En toen…en nu…’. In het midden van het toneel stond Cassandra voor een soort ruïne die instortte, terwijl zij, uitgebeeld door mezzosopraan Katarina Bradic, met kreten van verbijstering de ondergang beleefde: ‘Ototoi popoi da’, zoals de Griekse schrijver Aeschylos haar laat uitroepen in zijn toneelstuk ‘Agamemnon’.
Die eerste scène beschreef dus het ‘toen’. Het ‘nu’ speelde zich in de tweede scène af in de slotfase van een levendige show die klimatologe Sandra Seymour hield voor een ontvankelijk publiek (gespeeld vanaf de balkons door figuranten) als afsluiting van een conferentie over klimaatverandering. Daarbij aanwezig is een student oud-Griekse taal en cultuur. Hij, in de opera aangeduid als Blake (Paul Appleby), is lid van een Klimaat Actie Groep. Hij ergerde zich aan de luchtige toon waarmee Sandra Seymour de problematiek aan de orde stelde. Met haar stevige, heldere sopraan zorgde Jessica Niles voor pittige invulling van Seymours karakter. ‘I like funny. We need funny’, zo verwerpt zij Blake’s bezwaren die actie wil. Opera zou geen opera zijn als er geen liefdesverhaal doorheen verweven zit: Blake wordt verliefd op Sandra.
Felle dialogen
Een tweede, wreed verlopend liefdesverhaal wordt in de derde scène uitgewerkt: de ontmoeting tussen Cassandra en de god Apollo. Hij had haar de gave van profetie gegeven en wilde er seks voor terug. Cassandra weigerde, waarop Apollo haar in de mond spuugde. Niemand die haar nog geloofde. Fel was de dialoog tussen de twee als zij elkaar in een soort hedendaags verleden weer ontmoeten. Met kracht zong Bradic (in klassiek gewaad) haar verzet jegens de opdringende Apollo, met viriele dominantie gezongen door bariton Joshua Hopkins in godengewaad.
Deze drie beschreven scènes bevatten het raamwerk dat librettist Jocelyn uitwerkte in navolgende scènes tussen Sandra en Blake, in een ontmoeting met de familie van Sandra (een chique vormgegeven diner), een daarmee parallel lopende ontmoeting tussen Cassandra en haar vader koning Priamus (bas-bariton Gidon Saks) die nog steeds worstelt met de vraag waarom Troje werd verwoest. En een scène waarin Naomi (Sarah Defrise), de jongere zus van Sandra, zich verheugt op de geboorte van haar dochtertje. Een contrastrijke invoeging omdat Sandra worstelt met de vraag of het wel verantwoord is om, gezien de ecologische ontwikkelingen, een kind te krijgen.
Klungelige regie
Dat is wel de wens van haar geliefde Blake. Hun discussies over het klimaat, en over de vraag of wetenschappelijk onderzoek moet worden vergezeld van klimaat-acties, vonden overigens plaats in nogal klungelig vormgegeven scènes, met name het liefdesspel door een hitsige Blake (regie van Marie-Eve Signeyrole).
De een na laatste, elfde scène, speelde zich af, net als aan het begin van de opera, in de sfeer van de comedyshow waarin Sandra haar boodschap uitdraagt. Het is haar afscheidsvoorstelling, want zij volgt Blake in diens activisme om olietankers te enteren. Sandra ervaart dat zij door een deel van het publiek niet geloofd wordt. ‘Ik kwam hier voor stand-up comedy, niet voor een eco-terroristische tirade’, brulde een balcon-zanger. Tijdens de show krijgt zij te horen dat het actie-schip van Blake is gezonken en hij verdronken is.
In de slotscène ontwaakt zij uit haar traumatische ervaring en meent Cassandra te ontmoeten. In een dialoog die aanvoelt als een klassieke verlossing uit hun gezamenlijke ellende, zingt Sandra: ‘Nee, niemand zal mij ooit mijn stem ontnemen.’ Het duet van beide vrouwen was het eerste moment waardoor ik in deze opera werd geraakt. Door de complexiteit van het verhaal in verspringende scènes, door de vele decorwisselingen nogal vertraagd, voelde ik mij weinig betrokken bij het drama.
Pittige ritmen
Ook wat betreft de muziek boden de noten van Foccroulle weinig houvast. Voor de mythologische scènes bedacht de componist naar eigen zeggen een Monteverdiaanse muziek, waarin veel koperblazers waren vermengd, maar meer dan een ruige geluidenstroom werd het niet. De hedendaagse hoofdfiguren kleurde Foccroulle in met een marimba voor Sandra en een saxofoon voor Blake. Dat gaf enig houvast bij het volgen van de zanglijnen in de wijdlopige dialogen. In de orkestrale onderstroom klonk pittige ritmische beweeglijkheid opgewekt uit allerlei slagwerk, voorzien van veelal grauwe kleuren uit strijkers en blazers. Dirigent Kazushi Ono bouwde met het symfonisch orkest van De Munt wel flink spanning op in de weergave van het drama.
Een lyrische toon ontbrak in de liefdesscène tussen Sandra en Blake. Alleen in het slaapliedje dat Naomi voor haar ongeboren kind zingt, klonk een lieflijke melodie met zoete harmonie omkleed. Sopraan Sarah Defrise, in een felrode positiejurk gekleed, zong het nummer met innige passie. Opvallend sterk klonken de koren die enkele mythologische passages met commentaar aanvulden. Als tussenwerpsels die tot nadenken stemden, ontwierpen Foccroulle en Jocelyn, drie momenten met zoemende bijen, maar wel in afnemende aantallen. Na de derde projectie van een wolk met een honderdtal bijen, maar na het negende tafereel waren het er nog maar vijftien. Nog slechts drie bijen zoemden de opera naar het einde terwijl het toneelbeeld steeds donkerder werd.
Slimme zet
De boodschap was duidelijk, ook al verklaart librettist Jocelyn in het programmaboek dat ‘Cassandra’ geen opera over klimaatverandering is, maar ‘in de eerste plaats een tragedie over het niet gehoord worden.’ Slimme zet van de makers om in het voorbereidend proces jongeren te betrekken van een Belgische groep klimaatactivisten. Op het Muntplein vooraf aan de wereldpremière geen acties. Alleen een groot koor, het vorig jaar door De Munt opgerichte amateurkoor, dat met lekker opzwepend gezang en ritmisch handgeklap voor enige reuring zorgde.
Cassandra is nog te zien op 12, 14,17*, 21, 23 september in de Muntschouwburg in Brussel om 20.00 uur.
*Matinee, aanvang 15.00 uur
Bekijk hier de informatie over het Cassandra Festival, de omlijstende programmering bij de opera.
Verder lezen, luisteren en kijken
Regisseur Marie-Eve Signeyrole vertelt over Cassandra
In 2020 zong Katarina Bradic de kleine rol van Eduige in Rodelina bij De Nationale Opera.
In 2016 schreef Laura Roling over Der König Kandaules van Zemlinksy met Gidon Saks.