Bibberend voor de Meester
In haar concert in het Concertgebouw Songplay,* de dag voor deze masterclass in het conservatorium van Amsterdam voor studenten van de Dutch National Opera Acadamy (DNOA), keert Joyce DiDonato terug naar haar vroege dagen als zangstudent. Ze confronteert ons met het klassieke beeld van een strenge zangpedagoog, die haar leerlingen na de eerste les de vergeelde bundel ’24 Italiaanse liederen’ en aria’s aanreikt.
Deze situatie roept onmiddellijk het beeld op van de legendarische sketch van Jörgen Baumwol***, vertolkt door Van Kooten en De Bie. Hierin wordt een jonge zanger, gespeeld door Kees van Kooten, genadeloos belachelijk gemaakt door de Meester, die aldoor na de eerste noot roept: ‘Nein, Nein!’ Het is een treffende satire die de spot drijft met de onzekere leerling, met ‘open deur’ opmerkingen als ‘You don’t know what you are singing.’
Bij het terugkijken van deze sketch wordt duidelijk hoe tijdloos en actueel het blijft. De masterclass door Joyce DiDonato was een complete tegenpool van ‘Jögen Baumwol’. DiDonato was liefdevol en begaan!
Joyce in Nederland
Joyce DiDonato zong de rol van Sesto in haar eerste Händel-opera, Giulio Cesare bij de Nederlandse Opera. Dat was in 2001 onder leiding van Marc Minkowski, in de Stadsschouwburg te Amsterdam. Ze heeft daarom warme herinneringen aan Nederland. In de masterclass refereert Joyce aan iemand die destijd bij het zingen tegen haar zei: ‘niet denken’, woorden die ze nu, in voorzichtig Nederlands, nog steeds heeft onthouden.
Daarna volgde op opera gebied in ons land alleen twee jaar later de rol van Idamante in Mozarts Idomeneo. Sindsdien hebben we haar alleen in het Concertgebouw kunnen horen en zien. Vanwege haar band met Nederland dacht ik om voor Joyce een mooie bos Hollandse tulpen mee te brengen. Joyce DiDonato kenner Léon Collé, moest daar erg om lachen. ‘Ze heeft bij haar huis in de buurt van Barcelona een veld met enkele duizenden bollen’ zei hij. ‘Ze is eigenlijk heel vaak op tour is als de tulpen bloeien, maar in de corona periode was ze voor het eerst een hele tijd thuis bij de bollen en zag ze de tulpen in volle glans.’
Masterclass
Bij de masterclass in de bomvolle Bernard Haitinkzaal van het Conservatorium van Amsterdam, staat vooraan op het toneel een foto van Kenneth Montgomery. Een prachtige foto waar Kenneth, als op een schilderij van een Hollandse meester, naar zijn partituur kijkt. Naast hem op die foto in de Nassaukerk, zit zijn echtgenoot Jan van Dooren. Kenneth was medeoprichter van De Nederlandse Opera Academie. Al in het Concertgebouw de avond ervoor, refereerde Joyce aan Kenneth aan wie ze de avond opdroeg. ‘Ik draag een groene jurk,’ zei Joyce, ‘dat was Kenneth zijn lievelingskleur’. De dirigent uit Belfast hield van het Ierse groen! Hij is ruim een jaar geleden op 5 maar 2023 overleden. Kenneth’s echtgenoot Jan van Dooren en DNOA directeur Paul McNamara en DNOA producer Maddalena Deichmann hebben deze masterclass-serie mogelijk gemaakt.
Drie zangeressen van DNOA, geleid door Paul McNamara, waren geselecteerd voor de masterclass.Samantha Faine neemt deel aan de masterclass en zong eveneens in januari een jaar geleden in Haydns ‘L’isola disabitata’**, zoals helaas zou blijken, de laatste opera met het Orkest van de Achttiende Eeuw die Kenneth dirigeerde.
Monteverdi
Begeleid door de altijd voortreffelijke pianist Peter Nilsson, het hoofd muziek van DNOA, was mezzosopraan Sterre Decru als eerste student aan de beurt. Ze brengt ‘Dispressata regina’uit de opera L’íncoronazione di Poppea’van Monteverdi. Een prachtige aria van Ottavia, waar Sterre zelf echt helemaal dol op is. Joyce legt vooral de nadruk op de interpretatie van de rol vanuit de gemoedsveranderingen van Ottavia. Die uitspattingen van gemoedstoestand kunnen bij Sterre wat sterker. Een specialiteit van Joyce is de nadruk leggen en uitwerken van bepaalde dissonanten in de muziek. Natuurlijk vooral als ze- en dat gebeurt heel vaak- samen gaan met een verandering in de stemming van het personage. Bijvoorbeeld veel meer de dissonant opzoeken in ‘afflitta moglie’ (in de scene uit de eerste akte Regina disprezzata, del monarca romana afflita moglie! ) was voor Sterre in eerste instantie nieuw. Joyce gaf een moment aan waarop een uitbarsting gelanceerd moest worden. Dat staat natuurlijk eigenlijk geschreven in de muziek, zou Kenneth Montgomery gezegd hebben. In dit geval is was het volgens Joyce ook omdat je na een meer introspectief moment je ook het publiek er weer bij wilt betrekken.
Mozart
Naast Joyce haar wereldwijde bekendheid in het barokrepertoire, wordt ze ook hoog geprezen voor haar Mozart-interpretaties. Joyce herinnert zich dat ze in 2000, toen de tweede masterclass kandidaat Samantha Faina waarschijnlijk nog niet eens geboren was, onder leiding van Kenneth Montgomery, de rol van Cherubino in Le nozze di Figaro zong bij Santa Fe Opera. ‘Giunse alfin il momento ..Deh vieni, non tardar’ (recitatief en aria van Susanna) was wel één van mijn favoriete aria’s zegt Joyce lachend; ‘dus voel vooral geen druk.’ Die druk voelt Samantha, zoals alle kandidaten, natuurlijk wel. Joyce prijst haar voor haar goede voorbereiding. Het is duidelijk dat Samantha Faina haar rol goed beheerst en – hoewel ze misschien wat gespannen was – bracht ze het werk het meest overtuigend van de kandidaten over het voetlicht. Maar daar gaat het bij een masterclass natuurlijk eigenlijk niet om, het gaat erover wat je geleerd hebt of welk proces het in gang zet.
Rossini
Mezzosopraan Rommie Rochell is de laatste in de rij. Joyce benadrukt dat het laten komen van de stem en in je kracht staan heel belangrijk is. Rommie heeft een hele flinke stem en een rond geluid. Het in contact komen en zijn met je kern werd geoefend en inderdaad haar steminzet werd romiger en directer en spatte als een bal de zaal in. Ik herinner mij sowieso dat Rommie op het podium nu een grotere aanwezigheid had dan een jaar geleden in Amare, een kleine geënsceneerde opera met DNOA sudenten ‘What Price Confidence’**.
Rommie koos de aria ‘Cruda sorte’ uit L’Italina in Algeri van Rossini. Ze krijgt de tip mee dat je eigenlijk de rol 300% moet kennen voor je komt zingen. Je moet niet aan elke noot hoeven denken, die noten moet je drillen, maanden achtereen, anders ben je te laat. Eerst breek je moeilijke stukken in stukjes van 3, dan in stukjes van 4 en dan ga je desnoods nog wat extra fraseren en ermee spelen om zeker te weten dat het echt zit. Ze vertelt dat ze de aria al vele jaren niet meer gezongen heeft, maar dat ze die door haar grondige studie, noot voor noot, maat voor maat, nog steeds helemaal kent. Zo moet Rommie ook studeren.
Bij Rossini moet je altijd uitkijken, gaf Joyce als tip mee, want iedereen heeft de neiging om daarbij te zakken. En dan is ook het halfuurtje met Rommie al weer om. Het zijn natuurlijk hele korte interventies die je in zo’n masterclass kan doen en het is waarschijnlijk vooral ook het voor en nawerk van de zangers die maken dat ze echt iets aan zo’n masterclass hebben.
De masterclass is opgenomen door AvroTros en er volgt nog een uitzending en zodra de uitzenddatum bekend is, zullen we dat zeker melden.
Verder lezen, luisteren en kijken
*Recensie van Songplay door Lennaert van Anken
** Recensie van Peter Franken van DNOA drieluik met L’isola Disabitata en What Price Confidence
*** Masterclass van ‘Jörgen Baumwol’
Masterclass van Joyce DiDonato in New York