DNOA speelt fraaie Clemenza di Tito
De Dutch National Opera Academy speelde vorige week vier voorstellingen van La clemenza di Tito in het Lucent Danstheater in Den Haag. Een indrukwekkende productie met een hoopgevende groep jonge zangers, aldus Place de l’Opera-lezer François in een recensie.
De stad kwam langzaam op adem van één van de warmste dagen van het jaar. De fontein op het plein spoot oranjekleurig water, for obvious reasons, maar er was meer. In de zaal van het Haagse Lucent Danstheater deed de airco zeer hoorbaar zijn best.
We keken naar de derde van vier uitvoeringen die de Dutch National Opera Academy (DNOA) gaf van de Mozart-opera La clemenza di Tito. DNOA is een – zoals dat in jargon heet – tweejarige tweede fase-opleiding voor opera, opgezet in samenwerking tussen het Conservatorium van Amsterdam en het Koninklijk Conservatorium Den Haag.
Als je wat leest over ‘Tito’ kom je vaak tegen dat het één van Mozarts laatste werken was, niet volgens iedereen even goed gelukt en zo verguisd dat hij lang niet werd opgevoerd. De Oostenrijkse keizerin zou het stuk na de wereldpremière in 1791 als ‘Duitse zwijnerij’ hebben beoordeeld. Sinds 1980 is de opera echter weer regelmatig te horen en er bestaan dvd’s van onder meer Glyndebourne-versies.
In de DNOA-versie werd de oerpartituur gebruikt, met de lengte van bijna drie uur. Wel lang, maar zeker niet langdradig. Dat lag aan de zangers en zangeressen van DNOA, die het verhaal van de Romeinse keizer tot leven brachten.
We troffen cast A (er zijn twee groepen zangers bij deze uitvoeringen die om en om spelen). De spannende, wat abrupte opening was meteen raak: Vitellia zint op wraak voor de moord op haar vader Vitellius door de vader van Tito. De keizer heeft ook nog gekozen voor zijn geliefde Berenice, de niet-Romeinse.
Sopraan Deirdre Angenent zong, acteerde, ja, heerste op het podium. Met een tintelende aanwezigheid en welluidende stem maakte ze de aandacht voor haar rol onontkoombaar. In het eerste deel was ze wraakzuchtig en sterk – en zo zag ze er ook uit, in een pak dat stoere powerdressing liet zien.
Na de pauze was ze bezorgd over het uitkomen van haar plannen, als de dan aanstaande bruid van Tito. Dat deel droeg ze een wat poppige hoepeljurk en ook die meer fragiele kant liet ze prachtig zien.
Sextus, de vriend van de keizer, die verliefd is op Vitellia, was een prima rol van Eva Kroon. De mezzo is nog maar 27.
Als er iets op de keuzes van Mozart aan te merken is, zou dat voor mij het idee zijn om Sextus en Annio door vrouwen te laten spelen. Het schijnt in die tijd als erotisch spannend te hebben gegolden om met ‘Hosenrollen’ te werken. Ik dacht eerlijk gezegd dat de samenstelling van DNOA het noodzakelijk maakte zo met de bezetting om te gaan. Grootste nadeel is dat de kleuring van de mannen- en vrouwenstemmen ontbreekt in veel duetten en ik mezelf erop betrapte geregeld goed te moeten kijken wie er nu zong.
De prestaties van de nog jonge, studerende zangers in deze productie werden ongetwijfeld opgestuwd door de ervaren mensen eromheen. Regisseur Floris Visser had een heldere en consequente visie op het werk en liet die met weinig middelen zien. Zo was de manier waarop hij het koor van een choreografie had voorzien prachtig.
Visser wilde de voorstelling plaatsen op een ‘Trap der Zuchten’, een constructie van steigerwerk die een grote, hoge tribune vormde. Vormgever Niels Mathot maakte de trappen en koos voor een bijna consequent zwart-witbeeld. Alleen Vitellia en Servilia droegen een enkele keer iets roods en blauws, voor de rest waren kleding, licht en decor zwart-wit.
De kostuums leken van Suit-Supply te komen: veel pakken met stropdas. Er waren weinig decorstukken, maar ze waren buitengewoon effectief. Aan de rook die het licht fraai filterde en wat andere lichteffecten kon je Mathots activiteiten voor de musicalwereld terugzien.
Muzikaal was het dik in orde, met oude muziek-specialist Richard Egarr voor het orkest, die een paar jaar geleden de Mattheus deed met de Bachvereniging.
Met relatief simpele middelen en een uitstekende groep zangers was het zo een indrukwekkende voorstelling. Hoopgevend als dit de nieuwe generatie is die de operapodia gaat vullen.
Favoriete Deirdre Angenent studeert komende maand af, zo las ik in het programma. Die vrouw komt er wel, ik hoor haar graag snel terug in een andere productie.
Deze voorstelling is nog twee keer te zien, op 30 juni en 1 juli in het Amsterdamse Conservatorium (semiconcertante). Ik zou gaan…
Zie voor meer informatie de website van de Dutch National Opera Academy.