Madama Butterfly op Kaitenzushi band
Het Festival van Aix-en-Provence en de Salzburger Festspiele worden deze zomer bezocht door recensenten van Place de l’Opera. Recensies van een aantal voorstellingen komen de komende weken voorbij. Hier het verslag van Madama Butterfly op 10 juli 2024 in openlucht Theatre l’Árchevéché in Aix.
Ook het festival van Aix-en-Provence in het zuiden van Frankrijk, herdenkt dit jaar de honderdste sterfdag van Giacomo Puccini. Deze uitvoering van zijn ‘Japanse’ opera Madama Butterfly is de tweede Puccini in het festival na Tosca in 2019.
Madama Butterfly vertelt ook in de versie van Andrea Breth het tragische verhaal van Cio-Cio-San, een jonge, 15 jarige Japanse geisha, die het slachtoffer is van kolonialisme en patriarchaat. Ze trouwt met de Amerikaanse marineofficier B.F. Pinkerton. Voor hem is het huwelijk slechts tijdelijk. Hij verlaat Japan en belooft terug te keren, dat doet hij na drie jaar, maar met zijn nieuwe Amerikaanse vrouw. Beroofd van haar blauwogige, blondharige zoon, en verstoten door haar familie, heeft de geisha, geen andere keuze dan eervolle zelfmoord.
Andrea Breth wil het verhaal van de opera niet op een nieuwe manier vertellen of over analyseren. Haar doel is gewoon een mooi stuk maken, schoonheid laten zien, ondanks het wrede verhaal. Andrea benadrukt niet van wreedheid te houden en ook niet van haar publiek de les te lezen.
Katenzushi
Kaitenzushi, letterlijk ‘roterende sushi’, is een sushi restaurant waar de sushi op een lopende band wordt gepresenteerd. Terwijl je aan de bar zit komt de sushi langzaam voorbij. Aan de hand van de hoeveelheid schoteltjes die je inlevert bij de kassa reken je af. Of regisseur Andrea Breth deze populaire Japanse fastfood vorm in gedachte had bij de continu voorbijschuivende japonismen is natuurlijk de vraag, wel lijken haar Japanse museum figuren op een soort ronde of ovalen platen te staan. We zien de geisha’s, vrouwen in kimono’s, een Japanse priester, een samoerai of andere vechter en poppenspelers met kraanvogels langzaam voorbij komen.
Tegen het einde van de voorstelling schuift er een Amerikaanse marine officier langs met op zijn hand een verlicht miniatuurbootje van de ‘Abraham Lincoln’ ten teken dat Pinkerton aankomt in de haven. Waarschijnlijk denken veel mensen in het publiek tegen die tijd; ‘laat die man maar schuiven.’
Het is een saaie voorstelling zonder veel actie, de zangers helpen ook niet en het orkest (Opera van Lyon) is niet het beste van het festival.
Butterfly in Nederland
We krijgen dus geen stijlvol en strak geabstraheerd decor met wonderschone belichting waarop Robert Wilson ons in 2019 bij Nationale Opera & Ballet in Amsterdam trakteerde. Zeker niet, het decor in Aix bestond uit een Japanse huiskamer met een flink kamerscherm. Soms kan ‘minder’ zeker als ‘meer’ werken. Dat past ook bij deze opera.
De bijrollen van de familie van Cio-Cio-San waren in Aix allemaal wit gemaskerd. In de toelichting staat maskers uit het Kabuki theater. Er zijn veel maskers bij Kabuki en ja, daar zit ook een witte bij. Het droeg niet bij die maskers, nog meer afstandelijkheid, wederom Japonisme.
De zangers
Cio-Cio-San gezongen door Ermonela Jaho is op papier een prima zangeres voor de rol. In ‘Ecco. Son giunte al sommo del pendio’ pakte ze niet echt uit en de samenwerking met koor en orkest was rommelig. Verderop in de voorstelling kwam ze beter op gang. Ze heeft een mooie stem, zingt zuiver en technisch gaat het allemaal erg goed, maar het emotioneert niet of onvoldoende. In de voorstelling die ik bezocht liepen zangeres en orkest in de grote aria in de tweede acte dusdanig uiteen dat afgeslagen had moeten worden. Op dat moment stond Ermonela Jaho letterlijk voor de dirigent (Daniele Rustioni) en een minuut ging voorbij waarin ze elkaar niet vonden. Het duet van Butterfly met Suzuku (Mihoko Fujimura) was het hoogtepunt van de avond, wonderschoon! Sowieso heeft deze mezzo een stem die raakte, haar vertolking was precies wat het moet zijn en meer dan dat. Helaas een veel te kleine rol om de opera goed te maken, het leverde wel een prachtig duet op.
Lo zio Bonzo (Inho Jeong) kwam ook op de loopband voorbij. Als furieuze oom was hij wreed en angstaanjagend en mevrouw Butterfly had er maar beter aan gedaan om met haar oom mee te gaan. Hij was zo heftig en hard dat hij misschien zelfs de boel een beetje overspeelde, maar ja, dat paste wel als je op een soort lopende band staat en zijn stem kon het prima aan. Sharpless (Lionel Lhot) heeft als consul natuurlijk een sympathieke rol en bracht het bijna vaderlijke goed in stem en spel over, voor zover hij de kans kreeg. Zijn duet in de laatste acte met Adam Smith, Mr Pinkerton himself, ging niet goed. Dat lag beslist aan orkest en de tenor, ook hier was afslaan wat mij betreft een optie geweest. Adam Smith was ronduit niet goed (bij stem?). Na meteen in het begin een paar keer ‘overslaan’ denk je: ‘het zal de warmte zijn of spanning’, maar het bleef heel wisselend en hij was bij vlagen schel en klonk onaangenaam.
Yamadori (Kristofer Lundin) de tweede kans man voor Butterfly, wordt door haar afgewezen en werd niet op de schuifband gepresenteerd, maar kwam met zijn entourage van rechts en links op. Een soort processie, in ieder geval weer eens wat anders.
Het hoogtepunt had het ‘zoem-koor’ kunnen worden. Inmiddels donker en koeler in het Theatre de l’Árchevêché zat het publiek er klaar voor. Al eerder was het vrouwenkoor van de Opera van Lyon -geheel zwart gehuld aan de zijkant bijna onzichtbaar verschenen in een niet slecht optreden. Deze maal was het koor compleet onzichtbaar achter stopdoek verstopt. Jammer want nog de kwaliteit van het koor, noch het volume droeg bij aan de zo prachtige muziek van Puccini die op deze avond gevierd zou moeten worden. Het orkest van de Opera van Lyon speelde op dat moment prima, maar de magie ontbrak en het publiek begon zelfs te schuifelen zoals wel vaker wanneer een beoogt hoogtepunt niet de juiste spanning brengt.
Verbaasd
In het programmaboekje staat dat Andrea Breth erg verbaasd was dat Pierre Audi, de algeheel directeur van het Festival van Aix-en-Provence, haar vroeg om Madama Butterfly te regisseren. Gelukkig hoeft Pierre Audi – om een beeldspraak met Japonisme te gebruiken- bij een misser geen harakiri te plegen, noch geldt dat voor Andrea Breth. De laatste had kunnen volstaan met:’ Nee, Butterfly, dat ligt me niet’.
Madame Butterfly is nog te zien op 16,19 en 22 juli.
Alle informatie op de website van het Festival van Aix -en-Provence.
Verder kijken, luisteren en lezen
Interview met regisseur Andrea Breth over Madama Butterfly.
Interview met dirigent Daniele Rustioni over Madama Butterfly.
In 2017 schreef Peter Franken laaiend enthousiast over Ermonela Jaho in Madama Butterfly