Angela Meade: de nieuwe Norma?
In Amerika lijkt een nieuwe Norma te zijn geboren. Haar naam is Angela Meade. In 2007 won ze de Metropolitan Opera National Council Auditions met ‘Casta diva’, vorige week zong ze met overweldigend succes haar eerste volledige Norma tijdens het Caramoor International Music Festival.
De internationale operawereld kreeg voor het eerst iets te zien van Angela Meade toen ze meedeed aan de National Council Auditions van de Metropolitan Opera in 2007, toevallig net de editie die tot een documentaire werd verwerkt door Susan Froemke (de prachtige film The Audition). Meade zong in de finale de bekende Norma-aria ‘Casta diva’ en won daarmee de competitie.
In 2008 maakte de jonge sopraan haar Met-debuut, door in te vallen voor een zieke Elvira in Ernani, en komend seizoen is ze weer ‘reserve’ bij de Met, voor de titelrol in Rossini’s Armida.
Veel belangrijker dan dat was haar officiële debuut als Norma, volgens velen de zwaarste sopraanrol die er is. Op zaterdag 10 juli zong ze voor het eerst de volledige partij, tijdens een concertante opvoering van het Caramoor International Music Festival, een zomerfestival in Katonah, nabij New York.
De reacties waren overweldigend. Het publiek gaf haar een donderend applaus en de recensies waren razend enthousiast. ,,Meade’s ongelofelijke Norma was het grote nieuws”, schreef The New York Times. De recensent roemde haar lange, rijke melodieën, de geweldige omschakeling nadat ze erachter komt dat Adalgisa ook van Pollione houdt, haar hoge noten en haar indrukwekkende pianissimo-frases. ,,Ze heeft nog niet de raspende, Callas-achtige heftigheid, maar dat komt nog wel.”
Ook The New Yorker was een en al lovend. ,,Technisch gezien is Meade verbazingwekkend. Het is bijna eng hoe precies ze is in de hoogte – aan het einde van de eerste akte liet ze een vurige hoge d horen – en ze laat in de laagte een rijke, ronde klank horen”, schreef de recensent. ,,Ze heeft een uitzonderlijke dynamische controle en is in staat om vanuit zachtjes fluitend pianissimo plotseling dramatisch aan te zwellen.”
,,Ze is een zeer muzikale zangeres, natuurlijk en intelligent fraserend”, vervolgde de criticus. ,,Zoals een vriend opmerkte: je ontspant je wanneer je naar haar luistert. Je maakt je geen zorgen om de zangeres en verliest jezelf in de muziek.”
Ook The New Yorker legde de link met Callas, en ook met andere grote Norma’s als Joan Sutherland en Montserrat Caballé. Meade kan er nog niet aan tippen op dit moment, maar ze ging geheel haar eigen weg en drukte haar eigen, persoonlijke stempel op de rol, aldus het blad. ,,Voor een eerste poging was dit een formidabele prestatie, gemakkelijk uitrijzend boven de recentelijke Norma’s bij de Met.”
The Associated Press was al even complimenteus. ,,In de wereld van opera is er geen grotere uitdaging voor een artiest dan de heldin uit Bellini’s meesterwerk: Norma. In de wereld van getalenteerde jonge zangers is er wellicht geen met meer potentieel dan de 32-jarige Amerikaanse sopraan Angela Meade. De twee kruisten hun paden op het Caramoor International Music Festival, met buitengewone resultaten.”
Omdat Meade aan het begin van haar carrière staat, spraken alle recensenten zeer hoge verwachtingen voor de toekomst uit. Wordt dus ongetwijfeld vervolgd…
Hieronder een audio-opname van Meade’s versie van ‘Casta diva’ tijdens het concert van 10 juli.
9Reacties
Nee hoor, dit is zeker niet de nieuwe Norma. In de afgelopen eeuw zijn er maar drie of vier grootheden geweest die een subliem gevoel hadden voor de rol van Norma: Maria Callas, Anita Cerquetti en op enige afstand Rosa Ponselle en Montserrat Caballé. Enkel bij hen voel je die tragiek en die woede doorklinken van de Gallische priesteres die beseft dat ze een onmogelijke relatie (en kinderen) heeft met een Romeinse legerofficier – en nog een concurrente bovendien. De rest doet / deed als Joan Sutherland: er een lyrische rol van maken.
Wat me bij Meade stoort is dat je hoort dat ze moeite moet doen, in tegenstelling bijvoorbeeld tot ‘onze eigen’ Annemarie Kremer. Haar stem in het hoge bereik wiebelt en haar hoge noten missen een zuivere glans (toegegeven: net als bij Callas in haar latere jaren). Bovendien is haar dictie van het Italiaans geaspireerd, als bij zoveel Engels- en Duitstalige collega’s: je hoort duidelijk ‘Qhhwuello’ in plaats van ‘Quello’.
Laten we ons dus hoeden voor de zoveelste commerciële poging de nieuwe Norma (lees: Callas) uit te vinden.
Beste Steven,
heeft u Angela Meade ooit _live_ gehoord?
Rosa Ponselle?
Anita Cerquetti?
Het is maar een vraag.
(antwoord op Mevr. Jaworski)
Ja, zo kan ik het ook: hebt U zelf Caruso ooit live gehoord? Nee natuurlijk, want de goede man was al lang dood voor U werd geboren. Toch zijn er uitstekend gerestaureerde opnamen bewaard van zijn zangkunst, en menige beroepsrecensent van het operavak heeft het allesbehalve ijdel gevonden om aan de hand van zulke opnamen toch een oordeel te vellen over de aard van zijn stem. Neemt U bijvoorbeeld het boek van Leo Riemens uit 1955 over Caruso.
En dus ben ik (geboren in 1955) voor Callas, Cerquetti en Ponselle afhankelijk van de allerbeste persingen op LP’s en CD’s (resp. BJR, Verona en Divina) en is mijn computer aangesloten op een prima stel geluidsboxen, die het hierboven aangeboden YouTube-fragment keurig weergeven. Is dat live? Nee, natuurlijk niet. Maar het komt wel aardig dichtbij; genoeg om niets van mijn oordeel te hoeven inslikken. Luistert U zelf maar.
Nog even inhaken op de – laat ik het maar een stelling noemen – van Mevr. Jaworski dat je eigenlijk niet moet willen oordelen over iemands stem als je de persoon nooit zelf live hebt zien zingen. Op zichzelf zit daar een kern van waarheid in.
Maar wat moet ik dan met het volgende citaat uit haar eigen discografie van Norma, die ik overigens zeer de moeite van het lezen waard vond omdat ik het vond getuigen van een scherp inzicht?
« In de operawereld heerst in het algemeen de mening dat de meeste (belcanto-)zangeressen vóór Callas licht waren, net als kanariepieten. Dat is niet waar. Luister alleen al naar de volle, donker getimbreerde stem van Cigna en naar haar gevoel voor drama.
Cigna benadert de rol vanuit de veristische traditie en zet zwaar in. Van coloraturen is helemaal geen sprake, maar haar techniek is fenomenaal en haar topnoten stevig en zuiver. Ze is echter geen echte actrice, waardoor haar interpretatie ver achter die van (onder andere) Callas staat. »
Treffender kan het haast niet, zou ik zeggen. Maar let wel: Cigna beeïndigde haar zangcarrière in 1947, en de opname waar het hier om gaat dateert uit 1937. (Van die opname bezit ik zowel een Cetra-LP als een Pearl-CD, beide met meer dan voldoende geluidskwaliteit.) En nu verlangt de etiquette dat je een dame nooit naar haar leeftijd vraagt, maar ik maak me sterk dat Basia Jaworski Cigna ooit live heeft zien zingen. En toch deel ik volkomen haar indruk dat Cigna’s stem niet zoveel gevoel voor drama uitstraalt als die van Callas. De formulering daarentegen « dat ze (op het toneel?) geen echte actrice is », zou ik alleen kunnen toetsen door Mevr. Jaworski alsnog naar haar leeftijd te vragen, wat zoals gezegd hoogst onbeleefd zou zijn.
Beste Steven Surdél,
zoals het woord al zegt: “discografie” is een vergelijking van _opnamen_ en niet van optredens.
Over Gigna Cigna (nee, ik heb haar nooit live gehoord, ik ben van december 1948)schreef ik dat ze geen echte actrice was, maar nergens heb ik de woorden “op het toneel” gebruikt.
Angela Meade is +/- 30, dus haar kunt u nog horen.
Mensen die haar hebben meegemaakt zijn zeer enthousiast, zelf ken ik haar alleen maar van de film “Audition” en een paar youtube fragmenten.
Te weinig om een oordeel over te vellen.
Ik denk, en dat denk ik OPRECHT, dat het nou eens afgelopen moet zijn met het “vroeger was alles beter”.
Het was zeker _anders_, maar niet noodzakkelijk beter.
Wij leven anno NU en de jonge zangers horen nu alle kansen te krijgen.
Nee, Meade is geen Callas, maar Callas was ook geen Ponselle.
Ik geniet enorm van zangers van vroeger, maar het allerleukste vind ik om de jonge generatie te volgen.
Ze zijn onze toekomst.
Beste Basia,
Ik ben het deels met je eens, het automatisch maar roepen dat alles vroeger beter was deugt niet…
Wel hebben we het er vaak over gehad dat stemmen sneller kapot lijken te gaan, door overbelasting, die wordt bevordert door live fast (en dan die young stimmlich), vliegtuigen, kapitalen, labels, impresarii, eerzucht, hypevorming bij het publiek.
Vroeger verplaatste de internationaal opererende musicus zich per trein of stoomschip, en de reistijd gaf de stem rust.
Maar er gingen ook stemmen kapot.
Hoe lang heeft de carriere van Callas eigenlijk geduurd. Niet meer dan tien jaar. Dat is niet meer dan die van Cheryl Studer, voorbeeld van een zangeres die zich kapot zong.
Onze luisternorm wordt niet alleen bepaald door nostalgie, maar ook door de legendarische opnamen uit de tijd van de suprematie van de 33 toeren- langspeelplaat, die het toeliet een stem met complete stukken bij een breed publiek bekend te maken. En mensen hadden meer tijd om te luisteren, werden niet meteen afgeleid door email, chat, twitter, mobiele telefoon.
Ook dat zegt helemaal niet per se dat het artistieke niveau toen beter was.
Maar die opnamen hebben wel het beeld van de muziek bepaald.
Alleen de early music heeft zich daar later nog weer ontworateld, doordat pas nu een traditie is ontstaan om het oudemuziekdogma ook nog eens levendig en overtuigend te laten klinken voor een publiek van nu
het heeft vier decennia geduurd voordat er de Savals, Figuerras, Pluhars, Van Nevels, etc. tot volle bloei waren. Wie luistert er nog naar de heruitgebrachte jaren zestig- en begin zeventig-opnamen van Harnouncourt etc.
Maar voor de andere sectoren blijft het Karajan t/m Kleiber, Tebaldi t/m Studer, Bjoerling t/m Domingo, Horowitz t/m Brendel wat de klok slaat; nieuwere dingen zijn uitzonderingen die de regel bevestigen, nichemuziek, nicheartiesten, of iets voor audio-freaks.
Strikt genomen zou het niveau juist moeten groeien. Conservatoria zijn gewoon beter geworden, en jonge uitvoerenden kunnen alles van vorige generaties horen en vergelijken.
Deze Meade heeft natuurlijk niet de waas van het het getormenteerde leven van Callas om zich heen (of misschien ook wel). Maar een goede kans dat ze technisch beter is dan Callas. Misschien moet ze het gewoon aanleggen met de directeur van BP, en dan vervolgens zich van haar plaats laten verstoten door Michele Obama als die tegen die tijd om de een of andere reden weduwe zou zijn geworden. Als er dan een platenmaatschappij is die dat breed uitmeet, geeft het niet als tegen die tijd haar stem op zou zijn.
Natuurlijk, Callas’ interpretatie van Norma (en vele andere rollen) is prachtig. Dat staat buiten kijf, en waar het op opnames aankomt zet ik ook het liefst haar Norma op.
Maar het is toch op zijn minst hoopvol dat er een jonge generatie aan zit te komen die dit soort rollen ook aankan, die zich nog ruimschoots verder kan ontwikkelen en zo het vuur brandend houdt! Ik zou zeggen – laat komen die Meade! Norma is een opera en hoort dus op een podium, niet alleen op CD.
Maar beste mensen,
Ik wil helemaal niet beweren dat vroeger alles beter was. Zijn jullie dan al vergeten dat ik heel enthousiast heb geschreven over Dimitra Theodossiou, Sofiya Solovyi, Elina Garança, Anna Caterina Antonacci en onze eigen Annemarie Kremer, om er maar een paar te noemen? En wat ik op YouTube aantrof van de regisseurs die Basia Jaworski mij aanprees, vond ik grotendeels de moeite waard.
Het is toevallig zo dat ik vooral platen verzamel uit de periode 1930 – 1980. Aan de hand dáárvan kan ik oordelen en proberen een steentje bij te dragen zodra er weer een historisch overzicht van opnamen op de site wordt geplaatst. En vermits ik niet zo rijk ben dat ik even het allernieuwste talent in Milaan, Wenen en New York kan gaan beluisteren, ben ik aangewezen op wat mij via YouTube wordt aangeboden en wat ik in Luik, Gouda en Den Haag bekijk.
Dat ik persoonlijk een bloedhekel heb aan kale decors met paarse en groene spotlampen, of aan decors en kostuums die niet passen bij de tijd en de plaats van de handeling, is een kwestie van smaak – die overigens menigeen met mij deelt, als ik in het theater zo mijn oor te luisteren leg. Maar ik heb ook geschreven dat een operaregisseur geen archeoloog hoeft te zijn vermits hij met een enigszins abstraherend decor en wat minder gedetailleerde kostuums de handeling heel goed recht kan doen – zolang het de aandacht van de zangers maar niet afleidt.
En tenslotte lees ik zo links en rechts herhaaldelijk bezorgde uitspraken van zeer ervaren zangers en regisseurs als Alfredo Kraus, Placido Domingo, Ileana Cotrubas en Franco Zeffirelli, dat het steeds moeilijker wordt om goede zangpedagogen te vinden die nog in alle technieken thuis zijn, en dat jonge mensen door inhalige impresario’s en muziekproducenten veel te gauw een senationeel aura wordt aangemeten, en dat ze tot teveel optredens en verkeerde rollen worden aangezet met als resultaat een vroeg versleten, altijd hetzelfde klinkende ‘instant-stem’ (Ciofi) in plaats van een individuele, karakteristieke en meteen herkenbare stem die het jaren volhoudt (Olivero). Als het ouderwets is om die bezorgdheid oprecht en zonder snobisme te delen, ja dan wil ik wel ouderwets en eenkennig worden genoemd – maar dan ook alleen op dit punt.
En trouwens: waarom zou je als jong talent Norma per se moeten zingen zoals Callas? Ik ben ervan overtuigd dat elk jong mens wordt geboren met een speciaal eigen talent, dat je alleen kunt ontwikkelen met respect voor het ‘gereedschap’ waarmee je geboren bent. Verder moet je het geluk hebben dat ouders en leraren dat talent herkennen en het niet om een of andere reden frustreren. Ik ben het dus van harte eens met Basia Jaworski dat jonge mensen een kans verdienen, zolang ze zich maar realiseren dat je in kunst en wetenschap de heilige plicht hebt om af en toe een goddelijke vonk te ontsteken, al weet je dat dat binnen elk mensenleven maar een paar maal lukt.